Zoekresultaten 17141-17150 van de 20334 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARN:2012:YA3200 Raad van Discipline Arnhem 12-27

    Klacht betreffende het overleggen van confraternele correspondentie aan de rechter gegrond

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3177 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3976/12.110

    De tuchtrechter is niet bevoegd een oordeel te geven over declaratiegeschillen, tenzij sprake is van excessief declareren. Dit laatste kan niet worden vastgesteld. Wel kan worden vastgesteld dat klager heeft ingestemd met de door verweerder gestelde betalingsvoorwaarden verbonden aan de opdracht. Klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3184 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3916/12.50

    Klager heeft meerdere advocaten benaderd voor het instellen van cassatie tegen een arrest in een alimentatiekwestie. De advocaten hebben klagers verzoek afgewezen omdat klager er niet mee instemt dat eerst cassatieadvies wordt uitgebracht. Klager wenst dat zijn advocaat direct cassatie instelt. Verweerder heeft een verzoek van klager tot aanwijzing van een advocaat afgewezen. Klacht dat verweerder heeft geweigerd om een advocaat aan te wijzen en dat verweerder ook als advocaat niet in het belang van de rechtszoekende burger handelt. De plaatsvervangend voorzitter oordeelt dat het ter beoordeling van het Hof van Discipline staat of de beslissingen van verweerder juist waren. In zoverre is de klacht kennelijk niet-ontvankelijk. Het tweede deel van de klacht is kennelijk ongegrond, daar niet is gebleken dat verweerder zich bij de vervulling van zijn taak als deken zodanig heeft misdragen dat daardoor het vertrouwen van derden in de rechtshulp door de deken of het vertrouwen in de advocatuur in het algemeen wordt geschaad. Verzet ongegrond.  

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3178 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3974/12.108

    Verweerster heeft in casu geen misverstand laten bestaan over de hoedanigheid waarin zij is opgetreden tijdens een comparitie. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3185 Raad van Discipline 's-Gravenhage R.3883/12.17

    Verweerster heeft namens klager bezwaar ingediend tegen een intrekking van klagers verblijfsvergunning. Het bezwaarschrift is niet-ontvankelijk verklaard. Van het voornemen van de IND om klager ongewenst te verklaren is toen afgezien. Klager is uitgezet naar het land van herkomst. Circa 5 jaar later heeft klager bij de IND navraag gedaan en is hem gebleken van het afzien van het voornemen. Klacht dat verweerster heeft verzuimd om klager te informeren dat hij niet ongewenst was verklaard, waardoor klager ten onrechte is uitgezet. Verweerster erkent dat zij klager ten onrechte niet over het afzien van het voornemen om hem ongewenst te verklaren heeft geïnformeerd. In het kader van de klachtprocedure heeft verweerster zich voorts gerealiseerd dat op basis van de destijds bestaande omstandigheden aan klager mogelijk een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd had kunnen worden verleend. Gezien het feit dat verweerster heeft verzuimd klager destijds te wijzen op het feit dat van het voornemen hem ongewenst te verklaren werd afgezien is de klacht gegrond. Voor zover klager mocht hebben bedoeld te klagen over het verzuim hem te informeren over de mogelijkheid van een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd – klager heeft bij repliek de klacht niet uitgebreid – is die klacht ongegrond. Verweerster heeft gehandeld overeenkomstig gedragsregel 11, heeft haar verzuim direct na ontdekking aan de deken meegedeeld en heeft de kwestie bij haar aansprakelijkhedsverzekering aangemeld. Deze heeft met klager een financiële regeling getroffen. Maatregel: een enkele waarschuwing.  

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3179 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3971/12.105

    Klager heeft geen eigen belang als bedoeld in de Advocatenwet. Dit klachtonderdeel is kennelijk niet-ontvankelijk. Voorts kan niet worden vastgesteld dat verweerder zijn vrijhoud als advocaat van de wederpartij heeft overschreden, zodat klachtonderdeel b kennelijk ongegrond is.

  • ECLI:NL:TAHVD:2011:YA3190 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 5995

    Klager wel ontvankelijk in zijn klacht ondanks behoorlijk tijdverloop. Verweerder liet klager, volgens GBA opgave "naar buitenland vertrokken" (in verband met zijn werk) bij openbaar exploit dagvaarden zonder mededeling hiervan op het adres waar klager geregeld verbleef en zonder mededeling aan de advocaat van klager. gegrond, waarschuwing

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3187 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3791/11.193

    Klaagster is betrokken in een cassatieprocedure terzake van arbeidsrechtelijk ontslag. Verweerder heeft als deken eerder beslist over een verzoek van klaagster tot aanwijzing van een advocaat. Klaagster doet enige tijd later een nieuw verzoek over een nieuwe complicatie in de procedure. Verweerder deelt klaagster hierop mee dat hij, onder verwijzing naar zijn eerdere afwijzing, het verzoek van klaagster niet in behandeling neemt. Hierna verzoekt klaagster om haar verzoek tot het aanwijzen van een advocaat alsnog in behandeling te nemen. Dit verzoek wordt behandeld door de waarnemend deken, die schriftelijk, onder omstandige opgaaf van reden, het verzoek van klaagster afwijst en haar wijst op de mogelijkheid daartegen beklag te doen bij het Hof van Discipline. De plaatsvervangend voorzitter verklaart de klacht kennelijk ongegrond. In het verzet oordeelt de raad dat het verzet gegrond is, daar verweerder niet juist gehandeld heeft door het verzoek van klaagster niet in behandeling te nemen, hetgeen meebrengt dat de klacht niet kennelijk ongegrond is. De raad acht de klacht wel ongegrond, daar in de beoordeling mee wordt betrokken de latere schriftelijke beslissing op het herhaalde verzoek van klaagster, waarbij haar is gewezen op de mogelijkheid beklag te doen. Verzet gegrond, klacht ongegrond.  

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3181 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3973/12.107

    Klagers dienen zich in casu te wenden tot de civiele rechter, nu de tuchtrechter niet bevoegd is te oordelen over de gestelde beroepsaansprakelijkheid. De klacht is kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TAHVD:2010:YA3189 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 5731

    Niet-onnodig grievend. Verweerder had klager, politite-ambtenaar, beschuldigd van valsheid in geschirfte en meineed. Uitingen vielen binnen de vrijheid gegeven in artikel 10 EVRM, met verwijzing naar uitspraak EHRM, NJ 2004,555. klacht ongegrond.