Zoekresultaten 1-10 van de 20371 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:105 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-242/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk op grond van ne bis in idem.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:106 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-275/DH/RO/D

    Verzoek artikel 60b Advocatenwet toegewezen: schorsing en benoeming waarnemer.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:123 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-557/AL/MN 23-560/AL/MN

    Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:135 Hof van Discipline 's Gravenhage 230024

    Klacht over eigen advocaat. In deze zaak draait het om de vraag of verweerder voldoende deskundigheid bezat om de zaak van klagers aan te nemen. De raad oordeelde dat dit niet het geval was en verklaarde daarom de klacht in zoverre gegrond. Het hof komt tot een ander oordeel. Volgens het hof is niet gebleken dat de deskundigheid van verweerder tekortschoot. Het betoog van klagers op dit punt is ook moeilijk te rijmen met hun herhaalde (en vergeefse) verzoeken aan verweerder om de zaak weer op te pakken, nadat verweerder zijn werkzaamheden had neergelegd wegens een vertrouwensbreuk. Het betoog van klagers vindt ook geen steun in het feitelijke vervolg van de zaak van klagers, nadat verweerder zijn bijstand had beëindigd. Hoewel sprake is geweest van moeizame communicatie tussen verweerder en klager, kan dit naar het oordeel van het hof niet aan gebrekkige deskundigheid van verweerder worden toegeschreven. Het hof verklaart de klacht daarom alsnog ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:124 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-630/AL/GLD

    Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:132 Hof van Discipline 's Gravenhage 230207

    Verweerder heeft hoger beroep tegen beslissing raad ingetrokken. Hof bepaalt ingangsdatum schorsing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:133 Hof van Discipline 's Gravenhage 230322

    Het betreft hier een klacht over de advocaat wederpartij in een familiezaak. Verweerder staat de biologische vader in deze procedure bij. Verweerder heeft klaagster en haar advocaat niet over het indienen van een verzoekschrift geïnformeerd. Hoewel de oproeping van partijen in een verzoekschriftprocedure de verantwoordelijkheid van de rechtbank is, is klaagster – anders dan de raad - van oordeel dat verweerder klaagster en haar advocaat had moeten berichten en de verhinderdata moeten opvragen. Door dit na te laten zou verweerder tuchtrechtelijk laakbaar hebben gehandeld. Verweerder heeft hiertegen aangevoerd dat het hem niet bekend was dat klaagster zich liet bijstaan door een advocaat en dat zich ook geen advocaat bij hem heeft gemeld. Bekrachtiging beslissing raad. Klacht ongegrond. 

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:134 Hof van Discipline 's Gravenhage 230128

    Het betreft hier een klacht tegen de eigen advocaat. Klager stelt zich op het standpunt dat verweerster klachtwaardig heeft gehandeld door hem bewust foutief te informeren over de geplande zittingsdatum. Volgens klager heeft verweerster doen voorkomen dat haar verhinderdata door de rechtbank waren goedgekeurd, waardoor klager in de veronderstelling verkeerde dat de zitting na haar vakantie zou plaatsvinden. Dit bleek achteraf niet het geval te zijn, omdat de zitting  in de vakantie van verweerster viel. Daarnaast zou verweerster een second opinion van een onafhankelijke psychiater hebben tegengewerkt. Bekrachtiging beslissing raad. Klacht ongegrond. De mededeling van verweerster aan klager dat de rechtbank rekening zou houden met haar verhinderdata, is onhandig geweest gelet op de wijze waarop klager die mededeling heeft begrepen, maar daarmee heeft verweerster niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld. Verweerster heeft ook meegewerkt aan het door klager gewenste onderzoek (second opinion). 

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:118 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-808/AL/GLD

    klager is mediator geweest in het arbeidsgeschil tussen de cliënte van verweerder en de wederpartij. Klager heeft een eigen rechtstreeks belang bij zijn klacht en daarom ontvankelijk. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder de tussen partijen en hun advocaten met de mediator overeengekomen geheimhouding geschonden. Dat heeft hij gedaan door een geluidsfragment met transcript van een gesprek tussen zijn cliënte en de bedrijfsarts in het geding te brengen waarin zijn cliënte verwijst naar door klager ten tijde van de mediation richting haar beweerdelijk gedane uitlatingen. Van bijzondere omstandigheden, die doorbreking van de geheimhouding door verweerder rechtvaardigen, is de raad niet gebleken. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:119 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-848/AL/GLD

    Verweerder trad op voor een drietal partijen die aanvankelijk allen eenzelfde belang hadden. Toen daar op een gegeven moment geen sprake meer van was en de drie partijen juist een tegengesteld belang kregen, had verweerder zijn werkzaamheden moeten neerleggen. Schending van een kernwaarde. Maatregel: berisping.