Zoekresultaten 731-740 van de 1154 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:184 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-176/DH/DH
- Datum publicatie: 28-10-2024
- Datum uitspraak: 21-10-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:184
Klacht over de advocaat van de wederpartij in een geschil bij de kantonrechter. Een deel van de klacht is niet-ontvankelijk, vanwege een gebrek aan rechtstreeks belang. De klacht is verder ongegrond. Er is geen sprake van schending van gedragsregel 26, omdat niet vooraf vertrouwelijkheid is bedongen door de advocaat van klager. Van schending van gedragsregel 27 is evenmin sprake, omdat geen sprake is van een voorstel, maar van een onvoorwaardelijke toezegging.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:214 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6345
- Datum publicatie: 28-10-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:214
Ongegronde klacht tegen een uroloog. De vader van klager is een aantal dagen na een cystectomie overleden. De uroloog was op enig moment de supervisor van de AIOS die de vader van klager de dagen na de operatie heeft beoordeeld. De AIOS heeft eenmalig telefonisch overlegd gevoerd met de uroloog. Het college oordeelt dat het Maagretentieprotocol niet is nageleefd. Het college acht de gebrekkige interpretatie van de grote volumina van de maaghevel, althans het geen enkele actie daarop ondernemen, onzorgvuldig. Het was deze uroloog niet bekend dat de maagretentie zo groot was. Het college heeft geen aanwijzingen dat hij via het telefonisch overleg met de AIOS ook is geïnformeerd over de retentie. Aanwijzingen die hem uit eigen beweging tot een vraag daarover hadden moeten brengen waren er niet. Dit betekent dat hem niet verweten kan worden dat het Maagretentieprotocol niet is gevolgd. Van verder onzorgvuldig handelen, het verschaffen van onjuiste, misleidende informatie en het onvoldoende informeren van de calamiteitencommissie is niet gebleken. Klacht ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:260 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-552/AL/NN
- Datum publicatie: 28-10-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:260
Raadsbeslissing. Schrapping van het tableau terwijl verweerder niet meer als advocaat op het tableau is ingeschreven.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:215 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6348
- Datum publicatie: 28-10-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:215
Deels gegronde klacht tegen een verpleegkundige. De vader van klager is een aantal dagen na een cystectomie overleden. De verpleegkundige was destijds betrokken bij de zorg van de vader van klager. Zij is nu niet meer BIG-geregistreerd, tijdens het verweten handelen wel. Het college stelt vast dat het EWS-protocol en het Maagretentieprotocol niet door de verpleegkundige zijn gevolgd. Ter zitting is gebleken dat zij überhaupt niet op de hoogte was van het bestaan van de inhoud van beide protocollen en dus ook niet wist bij welke waarden zij alarm moest slaan. Dat de verpleegkundige enkel op haar klinische blik heeft vertrouwd is dan ook onvoldoende. Door het college is op basis van de stukken en verklaringen niet vast te stellen hoe die avond (van het overlijden) precies is verlopen en dus ook niet of dat wat in het verpleegkundig dossier staat een onjuiste weergave is. De verpleegkundige heeft onvoldoende zelfreflectie getoond of op haar handelen gereflecteerd. Klacht deels gegrond, berisping.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:216 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6346
- Datum publicatie: 28-10-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:216
Deels gegronde klacht tegen een uroloog. De vader van klager is een aantal dagen na een cystectomie overleden. De uroloog was destijds een bij de behandeling betrokken AIOS. Het college oordeelt dat het Maagretentieprotocol niet is nageleefd. Het college acht de gebrekkige interpretatie van de grote volumina van de maaghevel, althans het geen enkele actie daarop ondernemen, onzorgvuldig. Wat betreft overige protocollen is er geen aanwijzing dat deze niet zijn nagekomen. Het college oordeelt dat er geen verder onzorgvuldig handelen is, het is navolgbaar dat er veel aandacht uitging naar de pijn van patiënt en dat de onderzoeksverrichtingen daarop gericht waren. Van het opzettelijk verschaffen van valse, misleidende en onjuiste informatie en het onvoldoende informeren van de calamiteitencommissie is niet gebleken. De klacht is deels gegrond. De uroloog heeft uitvoerig gereflecteerd. Waarschuwing wordt passend geacht.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:174 Raad van Discipline Amsterdam 24-370/A/A
- Datum publicatie: 25-10-2024
- Datum uitspraak: 21-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:174
Raadsbeslissing; Van een situatie waarin toepassing moet worden gegeven aan gedragsregel 15 is geen sprake is. Daarvoor dient klaagster op enig moment de cliënte van verweerster te zijn geweest. Dat is niet gebleken. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:211 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6830
- Datum publicatie: 25-10-2024
- Datum uitspraak: 25-10-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:211
Ongegronde klacht tegen een plastisch chirurg. Klaagster is bekend met het Sturge-Weber syndroom. Eén van de gevolgen daarvan is dat zij kampt met asymmetrie van haar gelaat. Verweerder heeft een lipofilling en bovenlipreconstructie bij klaagster uitgevoerd om de asymmetrie in haar gezicht te corrigeren. Klaagster verwijt verweerder – samengevat – dat hij niet heeft gedaan wat vooraf met klaagster is besproken en dat hij de voor- en nadelen van de ingreep en de risico’s niet voorafgaand met haar heeft besproken. Ook verwijt zij hem de ingreep onjuist te hebben uitgevoerd. Het college merkt op dat in het medisch dossier goed is gedocumenteerd wat het behandelplan van klaagster was en ook dat haar is uitgelegd dat het risico bestaat dat de ingreep onvoldoende resultaat kan hebben, dat er vetnecrose kan optreden en dat er kans is op een infectie, zenuwletsel en een bloeduitstorting. Het college heeft geen aanleiding te twijfelen aan de stelling van de plastisch chirurg dat hoe een en ander in het dossier is vermeld ook zo met klaagster is besproken. Dat na de operatie geen verbetering is bereikt, betekent niet dat de plastisch chirurg in onvoldoende mate aan de op hem rustende inspanningsverplichting heeft voldaan of de ingreep onjuist of onzorgvuldig heeft uitgevoerd. De klacht wordt ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:175 Raad van Discipline Amsterdam 24-519/A/A
- Datum publicatie: 25-10-2024
- Datum uitspraak: 21-10-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:175
Raadsbeslissing; Klacht over de advocaat van de wederpartij. Door eerst bij de advocaat van klaagster en daarna bij ARAG rechtstreeks de rechtmatigheid van klaagsters rechtsbijstandsverzekering aan de orde te stellen en in twijfel te trekken, heeft verweerder de grenzen van het betamelijke overschreden. De raad kan deze handelingen niet anders kwalificeren dan een poging om de rechtsbijstand(-verzekering) aan klaagster te doen eindigen en klaagster hiermee inschikkelijker te maken naar verweerders cliënten. Klaagster heeft dit terecht als intimiderend ervaren. Verweerder heeft zich hiermee bovendien bemoeid met zaken waar hij en zijn cliënten (als wederpartij) volledig buiten staan. De raad acht in de gegeven omstandigheden een waarschuwing met kostenveroordeling passend en geboden.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:263 Hof van Discipline 's Gravenhage 230284H
- Datum publicatie: 25-10-2024
- Datum uitspraak: 14-10-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:263
Herzieningsverzoek ontvankelijk, maar ongegrond. Verzoeker heeft geen feiten gesteld die het ernstige vermoeden rechtvaardigen dat het hof anders zou hebben geoordeeld als deze feiten bekend waren geweest ten tijde van de behandeling van het hoger beroep.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:140 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-649/DB/OB
- Datum publicatie: 25-10-2024
- Datum uitspraak: 23-10-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:140
Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. Verweerster heeft het verweer gevoerd dat klager niet in de klacht kan worden ontvangen omdat de onderhavige klacht betrekking heeft op hetzelfde feitencomplex als waarover klager reeds in 2018 bij de deken een klacht heeft ingediend. Nu deze klacht destijds echter niet is doorgezonden aan de raad van discipline, doet de situatie van artikel 47b Advocatenwet zich naar het oordeel van de voorzitter niet voor: er is in die klachtprocedure immers geen tuchtrechtelijke eindbeslissing in de zin van die bepaling genomen. Het niet (tijdig) betalen van het griffierecht als bedoeld in artikel 46e van de Advocatenwet leidt evenmin tot niet-ontvankelijkheid als dezelfde klacht later opnieuw wordt ingediend (Hof van Discipline 8 september 2023, ECLI:NL:TAHVD:2023:151). De klacht is deels niet-ontvankelijk op grond van artikel 46g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet en deels kennelijk ongegrond omdat niet is gebleken dat de kwaliteit van verweersters dienstverlening ondermaats is geweest.