Zoekresultaten 21361-21370 van de 44683 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:44 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-417

    Dekenbezwaar. Verweerder heeft niet binnen een redelijke termijn na het beëindigen van zijn werkzaamheden voor een cliënt, een einddeclaratie gestuurd. Hij heeft daar meer dan twee jaar mee gewacht en dan nog eerst na inschakeling van de deken. Verder heeft verweerder excessief gedeclareerd. Uit de omschrijving van de werkzaamheden is af te leiden dat te veel tijd in rekening is gebracht. Bezwaar gegrond. Art. 48 lid 10 Advocatenwet wordt toegepast. De raad legt, in verband met de samenhang met andere ernstige klachten, de maatregel van schrapping op.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:60 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-980/DH/DH

    Dekenbezwaar. Verweerder heeft in strijd met de Samenwerkingsverordening en (later) de Voda jarenlang geweigerd zijn kantoornaam aan te passen door daaruit de meervoudsaanduiding “advocaten” te verwijderen. Klacht gegrond. Voorwaardelijke schorsing voor de duur van een maand met als bijzondere voorwaarde dat verweerder binnen één maand na het onherroepelijk worden van deze beslissing zijn kantoornaam dient aan te passen en aangepast dient te houden overeenkomstig de door het Hof van Discipline geformuleerde criteria zoals opgenomen in ECLI:NL:TAHVD:2015:309.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:51 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-060a

    Ongegronde klacht tegen een specialist ouderengeneeskunde. Het stopzetten van de ferro-medicatie bij een patiënte met in het verleden anemie was geen onjuiste beslissing, nu de afspraak werd gemaakt de hb-waarden na een maand te controleren. Het behoorde niet tot de taak van verweerder erop toe te zien dat de afgesproken controles zouden worden verricht. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:37 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/291VP

    De verpleegkundige heeft op verzoek van klaagsters meerderjarige zoon een schriftelijke verklaring opgesteld, waarin hij een waardeoordeel over klaagster geeft. De verklaring is daarna gebruikt in een juridische procedure tussen klaagster en haar ex-echtgenoot. Gegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:61 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-379/DH/DH

    Beslissing op verzet. Voorop gesteld wordt dat ter beoordeling voorligt de klacht zoals die aan de deken ter beoordeling is voorgelegd. Op nieuwe klachtonderdelen (zoals naar voren gebracht in het verzetschrift en in de voorafgaand aan de zitting overgelegde pleitnota, alsmede ter zitting zelf) zal de raad geen acht slaan. De voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en acht geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:52 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-060b

    Deels gegronde klacht tegen een verpleegkundig specialist chronische zorg bij somatische aandoeningen. De ferro-medicatie van patiënte is stopgezet met de afspraak dat het Hb van patiënte na een maand zou worden gecontroleerd. Gegrond en door verpleegkundig specialist erkend dat zij verantwoordelijk was voor Hb-controles en dat deze niet hebben plaatsgevonden. Wijze van afhandeling e-mails van klaagster geen tuchtrechtelijk verwijt. Evenmin dat aflevering van medicatie door de apotheek uitbleef, nu zij de apotheek telefonisch heeft herinnerd aan deze aflevering. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:110 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.242

    Klacht tegen arts, verbonden aan een organisatie in de verslavingszorg. Klager was bij verweerster onder behandeling in verband met alcohol afhankelijkheid. Op een consult bleek klager onder invloed van alcohol en is hij, ondanks de waarschuwing van de arts dat zij de politie zou informeren, met de auto vertrokken. Verweerster heeft de politie geïnformeerd en vervolgens, bij gelegenheid van een tweede telefoongesprek met de politie, gemeld dat klager bij haar onder behandeling was vanwege een alcoholprobleem. Klager verwijt verweerster dat zij hiermee haar beroepsgeheim heeft doorbroken. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht deels gegrond verklaard maar aan de arts geen maatregel opgelegd. Klager wordt door het Centraal Tuchtcollege niet in het beroep ontvangen voor zover dat betrekking heeft op het gegrond verklaarde deel en het college verwerpt het beroep voor het overige.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:32 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/221VP

    Ongegrond. Klaagster is de dochter van overleden patiënt. Patiënt was dementerend en had een heupbreuk. Er was toestemming voor een VBI. Verweerder wordt verweten patiënt op 1 juni 2016 niet te hebben gefixeerd als gevolg waarvan patiënt is gevallen. Verweerder betwist tuchtrechtelijk verwijtbaar te hebben gehandeld.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:46 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 01/14

    Verzet tegen voorzittersbeslissing. De voorzitter heeft de juiste maatstaf toegepast. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:27 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 875.2015

    Klacht gegrond zonder oplegging van een maatregel. Een gerechtsdeurwaarder heeft niet de ruimte om een eigen afweging te maken of afwijking van artikel 45 lid 3 onder d Rv al dan niet gerechtvaardigd is ingeval iemand bij de BRP met een geheimhoudingsindicatie staat geregistreerd. Vaste praktijk is inmiddels, en zo volgt ook uit jurisprudentie, dat gerechtsdeurwaarders verantwoordelijk zijn voor de correcte verwerking van een geheimhoudingsindicatie in exploten. Indien de gerechtsdeurwaarder nalatig is door toch de adresgegevens te vermelden, is deze nalatigheid klachtwaardig.