Zoekresultaten 13821-13830 van de 44316 resultaten
-
ECLI:NL:TADRAMS:2019:196 Raad van Discipline Amsterdam 19-576/A/A
- Datum publicatie: 07-10-2019
- Datum uitspraak: 30-09-2019
- ECLI:NL:TADRAMS:2019:196
Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2019:20 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2019/8
- Datum publicatie: 07-10-2019
- Datum uitspraak: 16-09-2019
- ECLI:NL:TNORSHE:2019:20
De door klaagster ingediende vier klachtonderdelen zien alle in de kern op de akte huwelijkse voorwaarden, die de notaris op 22 juli 2013 heeft verleden. De kamer is van oordeel dat op deze klachtonderdelen de vervaltermijn van artikel 99 lid 21 Wna van toepassing is. Vaststaat dat klaagster op 22 juli 2013 de akte huwelijkse voorwaarden op het kantoor van de notaris heeft ondertekend. In beginsel mag op grond van de slotbepalingen van deze akte worden aangenomen dat klaagster met de inhoud van de akte en de gevolgen van de huwelijkse voorwaarden bekend was toen zij de akte tekende. Daar komt bij dat vaststaat dat de notaris op 22 juli 2013 een brief aan klaagster en [X] heeft gezonden. Uit die brief volgt dat er een afschrift van de huwelijkse voorwaarden en afschriften van de testamenten van klaagster en [X] zijn bijgevoegd. Zelfs indien ervan wordt uitgegaan dat bij genoemde brief niet een afschrift van de huwelijkse voorwaarden was gevoegd, zoals klaagster stelt, dan had het op haar weg gelegen om de notaris daarvan op de hoogte te brengen en te vragen om haar alsnog een afschrift van de huwelijkse voorwaarden toe te zenden. De omstandigheid dat klaagster dat niet heeft gedaan, komt voor haar eigen rekening en risico. Op grond van het vorenstaande is de kamer van oordeel dat eerder genoemde vervaltermijn in ieder geval is gaan lopen kort na 22 juli 2013, de dag waarop de akte huwelijkse voorwaarden door klaagster is getekend en de notaris de akte per post aan klaagster en [X] heeft toegezonden. Voor klaagster bestond in ieder geval vanaf dat tijdstip de mogelijkheid om kennis te nemen van de feiten ter zake waarvan zij de notaris verwijten maakt. De klacht is op 28 december 2018 ingediend, dus ruim na het verstrijken van de vervaltermijn van drie jaren. De kamer verklaart klaagster daarom niet-ontvankelijk in haar klacht en komt daarmee niet toe aan de inhoudelijke beoordeling van de door klaagster aan het adres van de notaris gemaakte verwijten.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2019:120 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 050/2019
- Datum publicatie: 04-10-2019
- Datum uitspraak: 04-10-2019
- ECLI:NL:TGZRZWO:2019:120
Klacht tegen huisarts. Beklaagde wordt verweten dat hij de klachten van patiënt niet serieus heeft genomen en dat het door hem aangehouden patiëntendossier niet klopt. Beklaagde heeft de klachten van patiënt wel serieus genomen en heeft niet onzorgvuldig gehandeld jegens klager. Beklaagde heeft patiënt tot tweemaal toe dringend geadviseerd om naar de SEH te gaan en patiënt heeft hieraan tot twee keer toe om hem moverende redenen geen gevolg gegeven. Klaagster heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt waarom het journaal niet correct en/of onvolledig zou zijn. De anamnese, onderzoek, adviezen en het overleg met de specialisten zijn duidelijk aangegeven. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2019:149 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-568 DB/OB
- Datum publicatie: 04-10-2019
- Datum uitspraak: 30-09-2019
- ECLI:NL:TADRSHE:2019:149
Bij vervulling van de taak van vereffenaar vertrouwen in de advocatuur niet geschaad. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2019:150 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-567 DB/OB
- Datum publicatie: 04-10-2019
- Datum uitspraak: 30-09-2019
- ECLI:NL:TADRSHE:2019:150
Bij vervulling van de taak van de vereffenaar vertrouwen in de advocatuur niet geschaad. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2019:119 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 347/2018
- Datum publicatie: 04-10-2019
- Datum uitspraak: 04-10-2019
- ECLI:NL:TGZRZWO:2019:119
Klacht tegen bedrijfsarts. Beklaagde wordt verweten dat hij de informatie van de medisch specialisten niet heeft afgewacht, de klachten niet serieus heeft genomen, niet geluisterd heeft en klager onder druk heeft gezet/gepusht om weer aan het werk te gaan. Tevens heeft hij de FML’s onjuist ingevuld waardoor hij de bevindingen van de arbeidsdeskundige heeft beïnvloed. Beklaagde heeft zorgvuldig gehandeld. Klachten ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:251 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.139
- Datum publicatie: 03-10-2019
- Datum uitspraak: 03-10-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:251
Klacht tegen psychiater. In 2016 is klager aangehouden op zijn scooter wegens rijden onder invloed van alcohol. Vanwege het hoge ademalcoholgehalte heeft een onderzoek plaatsgevonden door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). De psychiater die klager toen heeft onderzocht heeft geconcludeerd dat sprake is van alcoholmisbruik in ruime zin. Een jaar later heeft klager zich opnieuw laten onderzoeken in het kader van een “Eigen verklaringsprocedure”. Klager werd toen onderzocht door een psycholoog met de psychiater als superviserend psychiater. De psychiater concludeerde ook tot alcoholmisbruik in ruime zin. Volgens klager heeft de psychiater een verkeerde waarde gehecht aan de verhoogde CDT-waarde die bij klager is geconstateerd en voldoet de rapportage van de psychiater niet aan de daaraan te stellen eisen. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2019:194 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/204
- Datum publicatie: 03-10-2019
- Datum uitspraak: 03-10-2019
- ECLI:NL:TGZRAMS:2019:194
De klacht betreft het verwijt dat verweerder (cardioloog) te lang heeft gewacht met het starten van de behandeling; het heeft negen maanden geduurd voordat klager werd gecatheteriseerd en gedotterd vanaf het moment dat hij met klachten – die wezen op vernauwde kransslagaders - bij verweerder kwam. Verweerder heeft verweer gevoerd. Het college is van oordeel dat verweerder zorgvuldig en deskundig heeft gehandeld; er was niet eerder aanleiding voor een MRI-scan en de hartkatheterisatie (CAG) heeft tijdig plaatsgevonden. Het college heeft de klacht (kennelijk) ongegrond verklaard. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2019:200 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/175
- Datum publicatie: 03-10-2019
- Datum uitspraak: 03-10-2019
- ECLI:NL:TGZRAMS:2019:200
Nabestaanden van overleden patient, verwijten huisarts de diagnose TBC te hebben gemist, waardoor volgens hen patient te laat de juiste zorg heeft ontvangen. De huisarts voert verweer. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:248 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.430
- Datum publicatie: 03-10-2019
- Datum uitspraak: 03-10-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:248
Klacht tegen arts. Klager heeft in het kader van de WMO bij de gemeente een aanvraag ingediend voor een ‘gesloten buitenwagen’. Deze aanvraag is afgewezen en klager heeft tegen deze beslissing bezwaar gemaakt. Verweerster heeft in het kader van dit bezwaar een medisch heronderzoek verricht en geconcludeerd dat er geen medische noodzaak is voor een gesloten buitenwagen. Klager verwijt verweerster – kort gezegd – dat zij een onjuist rapport heeft uitgebracht, dat zij niet bevoegd noch voldoende deskundig was om dit rapport uit te brengen en dat zij niet onafhankelijk was. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1382
- Pagina: 1383
- Pagina: 1384
- ...
- Pagina: 4432
- Volgende pagina zoekresultaten