Zoekresultaten 13811-13820 van de 44770 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:247 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-250

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Anders dan klager stelt, valt het verweerster niet tuchtrechtelijk te verwijten dat zij de door de vrouw opgestelde tijdslijn met daarin onder meer (delen van) e-mailberichten van klager aan de rechtbank heeft overgelegd. Zij heeft de juistheid van de inhoud van de tijdslijn voldoende geverifieerd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:241 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-486

    Klagers hebben verzet aangetekend tegen een beslissing van de voorzitter van de raad. De raad is van oordeel dat klagers in hun verzet niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard wegens overschrijding van de in de Advocatenwet in artikel 46h lid 1 genoemde termijn van 30 dagen voor het doen van verzet tegen een beslissing van de voorzitter van de raad zoals bedoeld in artikel 46 j lid 1 Advocatenwet. De voorzitter heeft zijn beslissing genomen op 29 augustus 2018. Op diezelfde datum is de beslissing aan klagers per aangetekende post verzonden. De termijn van 30 dagen gaat lopen de dag na de datum van verzending. Derhalve eindigde bedoelde termijn op 28 september 2018. Klagers hebben op 26 september 2018 per e-mail een verzetschrift ingediend. In dat verzetschrift is geen motivering opgenomen. Ondanks de waarschuwing van de griffie is het gemotiveerde verzetschrift pas op 10 oktober 2018 ontvangen op de griffie. Ter zitting heeft klager onder meer aangevoerd dat degene die klager behulpzaam was met het opstellen van stukken niet eerder tijd had voor het opstellen van een gemotiveerd verzetschrift. Dit levert naar het oordeel van de raad geen verschoonbare termijnoverschrijding op. Het verzet is daarom niet-ontvankelijk. Aan een inhoudelijke beoordeling van het verzet komt de raad dan ook niet toe.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:235 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-392

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat, over de kwaliteit van de dienstverlening, in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:248 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-247

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Klaagster voor het grootste deel niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop, klacht voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:242 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-106

    Voorzittersbeslissing. Klacht over verweerder in zijn hoedanigheid van curator deels niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop, deels kennelijk ongegrond en deels kennelijk niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van een rechtstreeks belang.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2019:29 Kamer voor het notariaat Den Haag 19-13 en 19-14

    De notaris was als executeur betrokken bij de afhandeling van de nalatenschap van erflaatster.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:236 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-424

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij deels niet-ontvankelijk omdat de klacht te laat is ingediend. Klacht over onnodig grievend taalgebruik in de klachtprocedure kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:249 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-335

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Het stond verweerder vrij in het belang van zijn cliënte procedures te starten en op de zitting van de rechtbank te verschijnen. Dat daarbij de belangen van klager onnodig of onevenredig zijn geschaad zonder redelijk doel is niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:243 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-105

    Voorzittersbeslissing. Klacht over verweerder als assistent-curator en advocaat van de curator deels niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop en voor het overige kennelijk ongegrond. Onder meer geen sprake van onnodig grievende uitlatingen.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2019:71 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1937

    Klaagster dient een klacht in tegen een verzekeringsarts, onder meer inhoudende dat de verzekeringsarts de medische situatie van klaagster verkeerd heeft ingeschat door volledig voorbij te gaan aan informatie uit het medisch dossier van klaagster, medische rapportages van behandelend artsen en de door klaagster zelf verstrekte informatie over haar fysieke mogelijkheden en beperkingen. Daarnaast dient klaagster nog een klacht in over de bejegening door de verzekeringsarts. De verzekeringsarts voert verweer. Naar het oordeel van het college voldoet de rapportage van de verzekeringsarts aan de criteria die daaraan worden gesteld. Ook de klacht over de bejegening slaagt niet. Het college verklaart de klachten van klaagster in al haar onderdelen ongegrond.