Zoekresultaten 12901-12910 van de 44316 resultaten
-
ECLI:NL:TGZREIN:2020:14 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1993b
- Datum publicatie: 22-01-2020
- Datum uitspraak: 22-01-2020
- ECLI:NL:TGZREIN:2020:14
Klaagster verwijt verweerder, chirurg, dat hij niet duidelijk met haar en de rest van de familie heeft gecommuniceerd over het beloop en de reden van meerdere operaties bij de inmiddels overleden echtgenoot van klaagster. Tevens verwijt klaagster verweerder dat hij geen zorgvuldig onderzoek heeft gedaan voor de operaties, echtgenoot van klaagster zonder toestemming heeft geopereerd, het dossier niet goed heeft bijgehouden en geen nazorg heeft verleend. Het college is van oordeel dat verweerder, die geen hoofdbehandelaar van de echtgenoot van klaagster was, de enige operatie die hij uitgevoerd heeft, correct heeft uitgevoerd. Het feit dat een operatie zonder spoed-indicatie uiteindelijk niet door verweerder is uitgevoerd omdat deze uitgesteld is, levert geen tuchtrechtelijk verwijt op. De overige klachten zien niet op persoonlijk handelen van verweerder zodat hem hier ook geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Klachten ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:12 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/401
- Datum publicatie: 22-01-2020
- Datum uitspraak: 22-01-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:12
De IGJ verwijt de verpleegkundige dat zij gedurende een lange periode geldbedragen heeft weggenomen van de instelling waar zij werkzaam was en van cliënten van deze instelling. De verpleegkundige heeft zich onttrokken aan het toezicht van de inspectie door niet te reageren op de oproepen van de inspectie. De verpleegkundige heeft ook niet gereageerd op het verzoek van het college om een verweerschrift in te dienen. De zaak is op een openbare zitting behandeld. Gegrond doorhaling
-
ECLI:NL:TACAKN:2020:2 Accountantskamer Zwolle 18/296 Wtra AK
- Datum publicatie: 22-01-2020
- Datum uitspraak: 22-01-2020
- ECLI:NL:TACAKN:2020:2
De accountant heeft de geconsolideerde jaarrekening 2010 van een holdingvennootschap gecontroleerd die zich (via haar (klein)dochtervennootschappen) met name met projectontwikkeling en de exploitatie van een vakantiepark bezighield. De accountant is onvoldoende professioneel-kritisch geweest ten aanzien van drie posten in de jaarrekening. Zo is hij onvoldoende kritisch geweest over de rubricering en waardering, dat laatste met name waar het gaat om de kans op de realisering van de projecten, en bij de controle daarvan heeft hij genoegen genomen met ontoereikende controle-informatie. Daardoor heeft de accountant gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid. Omdat de accountant op andere punten wel deskundig en zorgvuldig heeft gehandeld, o.a. ten aanzien van het verstrekken van inzicht over de continuïteit van de vennootschap, en hij niet eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld, heeft de Accountantskamer volstaan met de maatregel van berisping.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2020:15 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1993c
- Datum publicatie: 22-01-2020
- Datum uitspraak: 22-01-2020
- ECLI:NL:TGZREIN:2020:15
Klaagster verwijt verweerder, destijds chirurg in opleiding, dat hij onzorgvuldig is omgegaan met de inmiddels overleden echtgenoot van klaagster door een foutieve operatie uit te voeren, waardoor er veel hersteloperaties nodig waren en dat er niet duidelijk met echtgenoot en klaagster is gecommuniceerd. Het college is van oordeel dat verweerder, die geen hoofdbehandelaar was, maar onder supervisie van de hoofdbehandelaar geopereerd heeft zorgvuldig heeft gehandeld en hiervan ook zorgvuldige aantekeningen in het dossier heeft gemaakt. De complicatie die hierbij optrad leidde tot de overige operaties, maar dat is geen feit dat tot een tuchtrechtelijk verwijt bij verweerder kan leiden. Klachten ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:21 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.063
- Datum publicatie: 22-01-2020
- Datum uitspraak: 23-01-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:21
Klacht tegen een medisch adviseur. Klaagster verwijt de arts a) dat hij kennis heeft genomen van medische informatie met betrekking tot klaagster terwijl hij wist, althans behoorde te weten, dat hij niet gerechtigd was tot kennisneming van deze informatie b) dat hij niet heeft voldaan aan zijn verplichting om op verzoek van klaagster het medisch dossier zonder achterhouding van kopieën terug te zenden c) dat ook andere personen, dan personen aan wie het medisch beroepsgeheim en het daaraan verbonden verschoningsrecht toekomt, kennis heeft laten nemen van de medische informatie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg vernietigt de beslissing waarvan beroep voor zover klachtonderdeel b. als ongegrond is afgewezen; verklaart klachtonderdeel b. gegrond; verstaat dat geen maatregel wordt opgelegd en verwerpt het beroep voor het overige.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2019:23 Kamer voor het notariaat Amsterdam 665626 /NT 19-23
- Datum publicatie: 22-01-2020
- Datum uitspraak: 14-11-2019
- ECLI:NL:TNORAMS:2019:23
De kamer stelt voorop dat artikel 4:3 lid 1, aanhef en onder a. (en b.) BW naar zijn duidelijke tekst voor onwaardigheid om te erven eist dat sprake moet zijn van een onherroepelijke (strafrechtelijke) veroordeling. Vast staat tevens, en stond ook op 5 september 2017 toen de onderhavige verklaring van erfrecht werd afgegeven, dat klager niet strafrechtelijk is veroordeeld, maar ontslagen is van alle rechtsvervolging. Op grond van de wetstekst is dus geen sprake van onwaardigheid. Daar komt bij, dat de jurisprudentie waarop klager zich beroept een bestendiging is van de reeds onder het oude recht ingezette lijn sinds het arrest van het Hof Amsterdam van 13 mei 1976, NJ 1977, 213, waarvan in ieder geval bij de invoering van het huidige erfrecht in 2003 kennelijk geen afwijking werd beoogd en waarbij nadien ook geen sprake is van eenduidige jurisprudentie waarin het vereiste van onherroepelijke strafrechtelijke veroordeling opzij is gezet. De notaris mocht er dus niet van uitgaan, dat sprake was van onwaardigheid, laat staan dit in een akte op te nemen waar derden op af plegen te gaan. Een van de kernwaarden van het notariaat is immers het dienen van de rechtszekerheid. N.B. 5.7 en 5.10 van deze beslissing is bij herstelbeslissing (665626/NT 19-23) van 31 december 2019 gewijzigd ten aanzien van de kosten van klager in verband met door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:22 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.050
- Datum publicatie: 22-01-2020
- Datum uitspraak: 23-01-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:22
Klaagsters zijn de zorgmoeder en gezaghebbende moeder van hun minderjarige zoon. Verweerder, gz-psycholoog, is de hoofdbehandelaar van de man die is veroordeeld tot onder andere een tbs-maatregel vanwege het seksueel misbruiken van de zoon. Verweerder heeft, in het kader van het bespreken van een locatieverbod tijdens verlof, de woonplaats van de zoon aan de tbs-gestelde bekend gemaakt. Klaagsters stellen dat verweerder aldus zijn beroepsgeheim en de privacy van de zoon heeft geschonden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagsters ingestelde beroep tegen die beslissing.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2020:11 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 18190
- Datum publicatie: 22-01-2020
- Datum uitspraak: 22-01-2020
- ECLI:NL:TGZREIN:2020:11
Klaagster verwijt verweerder, chirurg, dat hij onzorgvuldig is omgegaan met de inmiddels overleden echtgenoot van klaagster door een foutieve operatie uit te voeren, waardoor er veel hersteloperaties nodig waren en dat er niet duidelijk met echtgenoot en klaagster is gecommuniceerd. Het college is van oordeel dat verweerder als hoofdbehandelaar de juiste indicatie tot operatie en de juiste operatie heeft uitgevoerd. De complicatie die hierbij optrad leidde tot de overige operaties, maar dat is geen feit dat tot een tuchtrechtelijk verwijt bij verweerder kan leiden. Verweerder heeft voor en na elke operatie uitgebreid met echtgenoot en klaagster gesproken en heeft het dossier zorgvuldig bijgehouden. Klachten ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:23 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.049
- Datum publicatie: 22-01-2020
- Datum uitspraak: 23-01-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:23
Klacht tegen een medisch adviseur. Klaagster verwijt de arts a) dat hij er geen zorg voor heeft gedragen dat de medische gegevens van klaagster in overeenstemming met het medisch beroepsgeheim en in overeenstemming met de Wet Bescherming Persoonsgegevens zijn behandeld b) dat hij er geen zorg voor heeft gedragen dat op een eerste verzoek van klaagster het medisch dossier werd teruggezonden c) dat hij ook andere personen, dan personen aan wie het medisch beroepsgeheim en het daaraan verbonden verschoningsrecht toekomt, kennis heeft laten nemen van de medische informatie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat de arts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Het beroep wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2020:12 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1901
- Datum publicatie: 22-01-2020
- Datum uitspraak: 22-01-2020
- ECLI:NL:TGZREIN:2020:12
Klaagster verwijt verweerder, orthopedisch chirurg dat zij te lang heeft moeten wachten op haar operatie, dat de operatie door verweerder niet goed is uitgevoerd omdat haar knie instabiel was en dat verweerder na de operatie onvoldoende nazorg heeft gegeven. Het college is van oordeel dat logistieke problemen rondom een operatie geen persoonlijk verwijt aan verweerder opleveren en dat niet is gebleken dat verweerder niet zorgvuldig heeft gehandeld tijdens de operatie van klaagster. Ook van onvoldoende nazorg is niet gebleken. Klachten ongegrond.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1290
- Pagina: 1291
- Pagina: 1292
- ...
- Pagina: 4432
- Volgende pagina zoekresultaten