Zoekresultaten 11541-11550 van de 42263 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:219 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/132

    Klager verwijt verweerster een valse geneeskundige verklaring te hebben overgelegd aan een rechtbank. Ook wordt haar verweten zonder een diagnose te stellen of zonder testonderzoeken te hebben gedaan met opname te hebben gedreigd. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:185 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-827

    Verweerster (inmiddels ex-advocaat) heeft namens zichzelf en namens mede-omwonenden bezwaar gemaakt tegen de vergunningverlening aan klagers voor een feestlocatie in de buurt. Klachten over een formeel niet bestaand kantooradres van verweerster en het ontbreken van financiële afspraken met haar cliënten zijn niet-ontvankelijk wegens ontbreken van een eigen belang daarbij. Uit de zich in het dossier bevindende stukken blijkt naar het oordeel van de raad weliswaar dat partijen elkaar over en weer het leven zuur maken met alle (juridische) middelen die hen ter beschikking staan, dat klagers tegen verweerster meerdere klachten hebben ingediend en dat de onderlinge verstandhouding – mede daardoor – uiterst slecht is, maar naar het oordeel van de raad is niet voldoende vast komen te staan dat sprake is van zodanige gedragingen van verweerster dat zij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Klagers hebben hun verwijten daartoe onvoldoende geconcretiseerd en tegenover de gemotiveerde betwisting door verweerster ook onvoldoende onderbouwd. Klachten voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:222 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/198

    Verweerster is regievoerder van de dochter. Klaagster verwijt haar dat verweerster klaagster niet op de hoogte heeft gehouden van beslissingen over haar dochter en dat als gevolg van het handelen van verweerster de dochter het vertrouwen in haar moeder is kwijtgeraakt.  Ongegrond

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:270 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.031

    Klacht tegen een huisarts. Klager verwijt de huisarts dat hij de patiënt (de vader van klager) niet heeft onderzocht, terwijl de patiënt na een hartaanval met intredend hartfalen en duidelijke symptomen daarvan voor een diagnose langskwam omdat hij zich heel ziek voelde en ook was. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gegrond en legt aan de huisarts een berisping op omdat deugdelijke verslaglegging ontbreekt en de huisarts de patiënt niet heeft opgevolgd, terwijl duidelijk was dat mogelijk sprake was van een ernstig ziektebeeld gezien de zorgwekkende toestand van patiënt. De huisarts komt in beroep. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het beroep gegrond. Het Centraal Tuchtcollege overweegt hiertoe dat niet is geklaagd over de dossiervorming, zodat hiervoor geen maatregel kan worden opgelegd. De huisarts had wel de ernstig zieke patiënt moeten opvolgen, zodat de huisarts op dit onderdeel een waarschuwing krijgt.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:164 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-429 DB/LI

    Tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door derdengelden die hij, nadat het loonbeslag conform zijn verzoek was opgeheven, door een administratieve fout op zijn derdengeldrekening had ontvangen, niet onverwijld terug te storten aan de wederpartij van zijn cliënt. Gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:264 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.070

    Klacht tegen huisarts. Klager verwijt verweerder dat hij tekort is geschoten in zijn zorgplicht jegens klagers van tafel en bed gescheiden echtgenote. Patiënte is zorgmijdend. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:212 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-288/DH/DH

    Verweerder heeft zich meermalen op zeer ongepaste wijze uitgelaten tegenover klager. Daarnaast heeft verweerder de zaak van klager onvoldoende voortvarend ter hand genomen. Hoewel verweerder zich reeds vrijwillig heeft laten schrappen van het tableau, staat dit niet aan oplegging van een door de raad op te leggen maatregel in de weg. Schorsing voor de duur van twee weken.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:225 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-935/DH/DH

    Verzet gegrond. Klacht over eigen advocaat gedeeltelijk gegrond. Door voor zijn werkzaamheden ook een factuur naar de wederpartij van klaagster te sturen en niet eerder dan 1 december 2017 te reageren op verzoeken van klaagster om de wederpartij  aan te spreken op de zorgplicht heeft verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Maatregel van een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:271 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.064

    Klacht tegen bedrijfsarts. De bedrijfsarts heeft klager op verzoek van zijn werkgever twee keer op haar spreekuur gezien. Klager vond zichzelf niet ziek, de werkgever wel. Klager verwijt de bedrijfsarts dat zij doelbewust een foute diagnose (autisme, psychose, beperkt) heeft gesteld in het belang van een derde partij ter neutralisatie van klager die als klokkenluider optreedt, dat zij liegt over de gevoerde gesprekken die op audio zijn vastgelegd en dat de bedrijfsarts over onvoldoende materiekennis beschikt. Uit de opnamen blijkt dat de bedrijfsarts op de hoogte is van lastering door een derde partij en daar zelf aan deelneemt en deel van uitmaakt. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:224 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/226

    Klager verwijt verweerster, fysiotherapeut, handelingen te hebben verricht die volgens klager vermijdbaar waren en als erotisch (bedoeld) konden worden opgevalt. Tijdens de behandeling heeft verweerster klagers blote voet tegen haar borsten aangedruikt, waarbij zij een dun T-shirt droeg en geen BH (leek) te dragen. Verweerster betwist dat zij geen BH droeg fo dat sprake was van een te dun T-shirt dat als ongepaste bedrijfskleding kan worden beschouwd. Verweerster draagt altijd bedrijfskleding in de vorm van een t-shirst van het werk, soms gecombineerd met een bedrijfstrui. Verweerster betwist voorts dat de behandeling op enige andere wijze onprofessioneel is geweest of enige andere fysiotherapeutische beroepsnorm is geschonden. Naar het oordeel van het college biedt het dossier geen enkel aanknopingspunt dat sprake zou zijn geweest van een seksuele bijbedoeling bij het positioneren van de voet van klager. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.