Zoekresultaten 11141-11150 van de 42352 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:266 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-591/DH/RO

    Verweerster heeft in verzoekschriften geciteerd uit confraternele correspondentie en schikkingsonderhandelingen. Zij heeft in strijd gehandeld met Gedragsregels 12 en 13 (Gedragsregels 1992). Bij beslissing van 8 oktober 2018 (18-532/DH/RO) heeft de raad aan verweerster een waarschuwing opgelegd wegens het citeren uit confraternele correspondentie. Nu verweerster kennelijk niet heeft geleerd van haar vorige tuchtrechtelijke veroordeling, legt de raad een voorwaardelijke schorsing op voor de duur van 4 weken, met een proeftijd van één jaar. Verkorting inzagetermijn art. 8a lid 3 Advocatenwet tot één jaar. 

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:240 Raad van Discipline Amsterdam 19-536/A/A

    Ongegronde klacht over de eigen advocaat.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:247 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-616/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over verweerster als advocaat in dienstbetrekking bij een ziekenhuis en tevens de rol vervult als lid van een commissie, verbonden aan dat ziekenhuis. Klacht van klaagster is deels kennelijk niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken van een rechtstreeks belang en voor overige kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:247 Raad van Discipline Amsterdam 19-557/A/A

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:260 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-647/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. De klacht, voor zover ingediend namens klagers partner en hun kinderen, kennelijk niet-ontvankelijk en voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:241 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-198/DH/DH

    Klacht gegrond. Verweerster heeft aan klager geen toestemming gevraagd om de belangen van zijn (minderjarige) zoon L. te behartigen, omdat zij ervan uitging die niet te krijgen. De raad is van oordeel dat die veronderstelling juist aanleiding vormt om wel de toestemming van klager te vragen, althans om hem te laten weten dat zij L. bijstond. Door als belangenbehartiger voor L. op te treden heeft zij hem naar het oordeel van de raad in materiële zin tot procespartij in het geschil tussen klager en de moeder van L. gemaakt. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:254 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-684/DH/DH

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Het stond verweerder vrij om als partijdige belangenbehartiger in opdracht en in het belang van zijn cliënt een standpunt in te nemen en op te treden, zoals hij heeft gedaan.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:267 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-841/DH/RO en 18-842/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:241 Raad van Discipline Amsterdam 19-584/A/A

    Klacht over de eigen advocaat deels niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop en voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:248 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-656/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerster – samenvattend - de belangen van haar cliënt behartigd, zoals ook haar taak was, zonder dat daardoor de belangen van klager nodeloos en op ontoelaatbare wijze zijn geschaad. Klacht kennelijk ongegrond.