Zoekresultaten 16501-16510 van de 42215 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:209 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-177

    Het letselschade adviesbureau van klager (niet-advocaat) heeft het dossier van een cliënt op verzoek overgedragen aan verweerster. Onverplicht heeft verweerster na haar kennisname van de nog openstaande factuur terzake buitengerechtelijke kosten van klager geprobeerd om die kosten in de schikkingsonderhandelingen met de verzekeraar mee te nemen. Dat dat niet is gelukt, kan verweerster tuchtrechtelijk niet worden verweten. Beroep op gedragsrechtelijke normen faalt nu klager geen advocaat is. Overige verwijten falen wegens geheimhoudingsplicht van verweerster jegens haar cliënt. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:203 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-431

    Dekenbezwaar wegens tekort aan opleidingspunten. Onjuistheid van handelen wordt erkend, maar is, volgens verweerster, te wijten aan zwaarwegende persoonlijke omstandigheden. De raad oordeelt de klacht gegrond, maar houdt rekening met de persoonlijke omstandigheden van verweerster, terwijl verweerster bovendien haar goede wil heeft getoond door in de periode van januari 2017 tot oktober 2017 reeds 30 opleidingspunten te behalen. Dekenbezwaar gegrond zonder oplegging van een maatregel.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2018:18 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 17193

      Huisarts wordt verweten dat het medisch dossier van klager als gevolg van waterschade beschadigd is geraakt en zonder toestemming  van of na communicatie met klager is vernietigd waardoor klager geen inzicht meer in heeft zijn medische gegevens van  voor 2002. Partijen zijn niet ter zitting verschenen. Daardoor geen nadere informatie van partijen. Het college kan niet vaststellen dat het  dossier van klager een van de verloren gegane dossiers betreft.  Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2018:43 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 268/2017

      Klacht tegen arts over een medisch advies, aangevraagd door de gemeente over een WMO aanvraag. De arts heeft niet met de vereiste zorgvuldigheid gehandeld door zijn advies op aandringen van de gemeente aan te passen, zonder klaagster daarin te kennen en haar op enigerlei wijze daarbij te betrekken. De klacht daarover is gegrond. Het college legt een waarschuwing op.  

  • ECLI:NL:TNORARL:2018:3 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/326468 KLRK 17-140

      De broer van klager is overleden. De broer had één dochter. Die dochter is een dag na haar vader overleden. De broer had geen testament opgemaakt. De notaris heeft een verklaring van erfrecht opgemaakt waarin staat dat de moeder van de dochter van de broer gerechtigd is tot de nalatenschap van de broer.   Klager is van mening dat de notaris een onjuiste verklaring van erfrecht heeft afgegeven. Klager stelt dat zijn vader en moeder de erfgenamen van de broer zijn. De Belastingdienst zou dezelfde mening zijn toegedaan. Klager is van mening dat er sprake is van fraude.   De kamer heeft klager niet ontvankelijk verklaard in zijn klacht en daartoe het volgende overwogen. Omdat de broer geen testament had, is het wettelijk erfrecht van toepassing. Klager is op grond van het wettelijk erfrecht geen erfgenaam van de broer en evenmin van de dochter van de broer. Klager is dus geen direct belanghebbende. Ook de vader en moeder van klager zijn geen wettelijk erfgenaam van de broer noch van de dochter van de broer. Klager kan dus ook niet als indirect belanghebbende worden aangemerkt.

  • ECLI:NL:TNORARL:2018:2 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/325152 KL RK 17-112

      Klager heeft zijn lidmaatschapsrecht in een vereniging verkocht. De akte van levering is ten overstaan van de notaris gepasseerd. Voor de overdracht was de toestemming van de vereniging vereist. De vereniging heeft de inhouding van een waarborgsom als voorwaarde gesteld.   Klager stelt dat de notaris zich onbeschoft heeft gedragen. In het licht van deze onheuse bejegening heeft klager een aantal punten aangevoerd, waarvan hij vindt dat de notaris kwalitatief slecht werk heeft geleverd. Voorts is klager van mening dat er geen grondslag is voor de waarborgsom en dat de notaris door het inhouden van de waarborgsom medeplichtig is aan het plegen van een onrechtmatige daad.   De kamer heeft de klacht op alle onderdelen ongegrond verklaard en daartoe het volgende overwogen. Uit hetgeen over en weer door partijen is aangevoerd, blijkt dat partijen de overdracht elk heel anders hebben ervaren. Dat de notaris tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld is niet komen vast te staan. Wel overweegt de kamer dat de notaris, bijvoorbeeld door het geven van een nadere toelichting, meer begrip voor zijn handelwijze kunnen kweken bij klager, waardoor klager de communicatie anders zou hebben ervaren. Ten aanzien van de inhouding van de waarborgsom heeft de kamer als volgt overwogen. Nu op grond van de statuten voor de overdracht de toestemming van de vereniging was vereist en de vereniging de bevoegdheid had om voorwaarden aan de overdracht te verbinden, heeft de notaris met het inhouden van de waarborgsom niet klachtwaardig gehandeld

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2018:39 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 187/2017

      Klaagster verwijt verweerster (gezondheidszorgpsycholoog) door gezinsvoogden gestelde vragen partijdig en in strijd met de waarheid te hebben beantwoord, waarbij zij ongefundeerde aannames als onderzochte feiten heeft gepresenteerd en feiten heeft verdraaid. Klacht op alle onderdelen ongegrond.  

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2018:40 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 272/2017

      Klacht tegen GZ-psycholoog over opstellen van een verklaring ten behoeve van zijn cliënte, de ex-partner van klager. De cliënte heeft deze verklaring in een rechtszaak met klager over de verblijfplaats van hun kind gebruikt. Klager is in die verklaring zonder hoor en wederhoor (valselijk) beschuldigd van huiselijk geweld, manipulatie en agressie. Klacht gegrond: maatregel van berisping is opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2018:41 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 138/2017

      Betrokken arts deels te afwachtend. Waarschuwing. Zorg voor patient en beleid goed afgestemd met patient en familie. Tijdig bloedonderzoek bekeken en goed gelet op klinisch beeld. Echter de discrepantie tussen dit beeld, de sterk oplopende CRP (van 73 in februari 2016 naar 252 in mei van dat jaar), het verhoogde aantal leucocyten en het toxische bloedbeeld, ook aan mogelijke andere oorzaken dan de al lang bestaande wonden aan het been moeten denken. Nader onderzoek of overleg met het ziekenhuis was geïndiceerd. Dit klemt te meer nu door het gebruik van naproxen de gezondheidstoestand van patiënt  beter kon lijken dan deze in werkelijkheid was. Daarnaast had verweerster naar het oordeel van het college patiënt beter moeten vervolgen dan zij heeft gedaan. Zij had er alert op moeten zijn dat het snel beter met patiënt had moeten gaan na aanvang van de kuur. Ook al kan niet zonder meer worden geoordeeld dat verweerster patiënt eerder had moeten verwijzen naar het ziekenhuis, waarbij verweerster ook nog terecht heeft laten meewegen dat patiënt zelf niet naar het ziekenhuis wilde, dan nog had zij moeten inzien dat het gelet op het toxische bloedbeeld van de 11e mei riskant was om zonder nauwgezet toezicht de effecten van een ongerichte kuur te blijven afwachten. Zij had voor het weekend de verdere opties moeten bezien en bespreken. 

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2018:42 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 232/2047 en 279/2017

      Klacht kort voor de behandeling ter zitting ingetrokken. Het college acht geen redenen van algemeen belang aanwezig op grond waarvan de behandeling van de klacht toch dient te worden voortgezet. Behandeling van de klacht wordt gestaakt.