Zoekresultaten 15041-15050 van de 42263 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2018:105 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 18-204/DB/ZWB

    Advocaat heeft klaagster eenzijdig bericht dat zij, gelet op het gezamenlijk inkomen en vermogen van klaagster en haar echtgenoot, niet langer in aanmerking kwam voor een toevoeging, en heeft nagelaten klaagster te informeren over de financiële gevolgen van die intrekking. Advocaat is er aan voorbijgegaan dat de inkomens- en vermogenstoets door de Raad voor Rechtsbijstand dient plaats te vinden en dat de beslissing of deze toets, rekening houdend met alle omstandigheden, dient te leiden  tot intrekking van de toevoeging is voorbehouden aan de Raad voor Rechtsbijstand. Klacht gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2018:101 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/082

    Klager verwijt verweerder dat hij informatie achterhoudt door geen rapportage op maken van letsel en behandeling klager, ten onrechte politie heeft toegelaten in de behandelkamer, klager heeft ontslagen, terwijl zijn gezondheidstoestand dit niet toeliet, niet de belangen van klager heeft behartigd.   niet-ontvankelijk

  • ECLI:NL:TADRSHE:2018:98 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-902/DB/LI 17-903/DB/LI

    Klager verwijt verweerders dat zij zich als advocaat van zijn dochter hebben teruggetrokken, niet goed hebben gecommuniceerd en hem hebben geschoffeerd tijdens de interne klachtenbehandeling. Gelet op het ontbreken van voldoende vertrouwen mocht de behandeling van de zaak worden stopgezet. Alhoewel verweerder als verantwoordelijk advocaat zich meer had moeten inspannen om de ontstane impasse te doorbreken, is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen geen sprake. De klachten zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2018:102 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/114

      Klaagster is arbeidsongeschikt geraakt. Verweerder heeft als bedrijfsarts de arbeidsongeschiktheid van klaagster beoordeeld. Klaagster verwijt verweerder (onder andere) dat hij het verslag van het consult alleen naar de werkgever van klaagster heeft gestuurd en niet (ondanks herhaald verzoek) naar klaagster. Gegrond. Waarschuwing.  

  • ECLI:NL:TACAKN:2018:58 Accountantskamer Zwolle 17/874, 17/875 en 17/876 Wtra AK

      Klacht over controle jaarrekening van vermogensbeheerder. Accountants hadden moeten onderkennen dat op vermogensbeheerder een feitelijke verplichting rustte om zogenaamde retrocessies die zij ontving van fonds(beheerder) uit hoofde van beleggingen die zij ten behoeve van haar cliënten deed, aan die cliënten door te betalen. Gezien een aantal in de uitspraak omschreven omstandigheden (waaronder informatie op de website van de vermogensbeheerder waarvan de accountants kennis hadden moeten nemen) hebben de accountants ten onrechte nagelaten bij de vermogensbeheerder navraag moeten doen naar het bestaan van een naar buiten toe kenbaar gemaakte gedragslijn om dergelijke retrocessies door te betalen. Dat accountants eraan hebben meegewerkt dat een opdracht die feitelijk is gegeven door de Raad van Commissarissen van de vermogensbeheerder formeel werd verstrekt door het kantoor van de advocaat van de vermogensbeheerder om zodoende de uitkomst van de werkzaamheden onder de vlag van het verschoningsrecht van de advocaat te brengen en het strafrechtelijk onderzoek naar de vermogensbeheerder te frustreren is niet aannemelijk geworden. Klacht dat een van de betrokken accountants tijdens zijn verhoor in het kader van het strafrechtelijk onderzoek door FIOD-ambtenaren  heeft gelogen is niet aannemelijk gemaakt. Wel had de betrokken accountant niet zonder meer antwoord moeten geven op een vraag maar eerst uiting moeten geven aan zijn twijfel en navraag moeten doen naar de bedoeling van de vraag. Dat heeft hij niet gedaan en daarmee heeft hij gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Aan twee accountants wordt de maatregel van berisping opgelegd.  

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:215 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.019

      Klacht tegen huisarts. Twee klagers hebben beiden een klacht ingediend tegen verweerder. Het Regionaal Tuchtcollege heeft over de beide klachten in één beslissing uitspraak gedaan. In deze zaak verwijt klager verweerder dat hij op verzoek van zijn ex-echtgenote onwaarheden in het dossier van zijn dochter heeft vermeld, dat er geen sprake was van een normale dokter-patiëntrelatie en dat hij zonder toestemming van klager informatie heeft verstrekt aan de Raad voor de Kinderbescherming. Het Regionaal Tuchtcollege heeft het laatste klachtonderdeel gegrond verklaard. Ook in de zaak van de andere klager verklaart het Regionaal Tuchtcollege een klachtonderdeel gegrond en deze beide gegrondverklaringen tezamen leiden tot het opleggen aan verweerder van een waarschuwing. De huisarts komt in beide zaken tegen de gegrondverklaring in beroep. Het Centraal Tuchtcollege heeft de zaken in beroep afzonderlijk behandeld en verwerpt in deze zaak het beroep.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2018:100 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/115

      Klaagster is arbeidsongeschikt geraakt. VEen bedrijfsarts heeft de arbeidsongeschiktheid van klaagster beoordeeld. Verweerder was de supervisor van de bedrijfsarts. Klaagster verwijt verweerder dat hij het verslag van de bedrijfsarts heeft geaccordeerd terwijl dat verslag niet voldeed aan de gestelde eisen en verweerder niet op de hoogte was van de juisten feiten en omstandigheden. Gegrond. Berisping.  

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:156 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180016

    Overschrijding termijn verzet tegen voorzittersbeslissing (56b lid 1 Advocatenwet). Niet verschoonbaar, omdat de oorzaak van de termijnoverschrijding in de risicosfeer van klager ligt. Niet-ontvankelijk in verzet.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:231 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.023

      Klacht tegen een huisarts. Klaagster is sinds 1996 als patiënt ingeschreven in de huisartsenpraktijk. In januari 2015 heeft klaagster urine voor onderzoek ingeleverd vanwege pijnklachten bij plassen en vanwege pijn in haar buik. De urine van klaagster is vervolgens onderzocht. De nitriettest en de dipsticktest waren negatief. In november 2015 is opnieuw urineonderzoek verricht en toen bleek dat sprake was van een urineweginfectie.    De klacht houdt in dat verweerster onzorgvuldig jegens klaagster heeft gehandeld door na het urineonderzoek in januari 2015 niet aan klaagster te vragen om na een paar dagen opnieuw urine voor onderzoek in te leveren. Verweerster heeft daarmee de klachten van klaagster niet serieus genomen en klaagster onnodig een lange tijd met haar klachten laten doorlopen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klaagster in het beroep deels niet-ontvankelijk, omdat een nieuw klachtonderdeel voor het eerst in beroep aan de orde is gesteld, en verwerpt het beroep voor het overige.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:232 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.062

      Klacht tegen huisarts over het verstrekken van informatie aan de Raad voor de Kinderbescherming. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht dat de huisarts informatie over de dochter van klagers heeft verstrekt ongegrond verklaard. De klacht dat de huisarts informatie over klagers heeft verstrekt is wel gegrond verklaard, zonder oplegging van een maatregel. Klagers stellen alleen beroep in tegen het gegrond verklaarde klachtonderdeel. Omdat geen beroep kan worden ingesteld tegen gegrond verklaarde klachtonderdelen, worden klagers door het Centraal Tuchtcollege in het door hen ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard.