Zoekresultaten 18971-18980 van de 42252 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:56 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-1072/DH/RO

    voorzittersbeslissing; klacht tegen advocaat ex-echtgenoot onvoldoende onderbouwd

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:61 Raad van Discipline Amsterdam 17-087/A/NH

    Voorzittersbeslissing. Kennelijk niet-ontvankelijk. De Advocatenwet biedt niet de mogelijkheid van heropening. Ne bis in idem.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:52 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160237

    Verzoek aanwijzing advocaat ex artikel 13 Advocatenwet voor het instellen van cassatieberoep. Beklag is ongegrond wegens gebrek aan belang van klager nu de Hoge Raad hem niet-ontvankelijk heeft verklaard in zijn cassatieberoep. Het beroep het Unierecht en het EVRM wordt verworpen, nu de weigering van de cassatieadvocaat om cassatie aan te tekenen wegens een negatief advies niet een schending van enige gedragsbepaling oplevert.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:62 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 164/2016

    Klacht tegen uroloog. Tweemaal heeft een huisarts met verweerder gebeld over een mogelijke torsio testis bij klager. In het eerste gesprek heeft verweerder (mede omdat de hem verstrekte informatie niet compleet was) een torsio testis redelijkerwijs mogen uitsluiten. In het tweede gesprek had hij klager moeten laten komen om hem zelf te beoordelen. Gelet op de ernstige gevolgen van een (gemiste) torsio testis volgt een berisping.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:57 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-1083/DH/RO

    voorzittersbeslissing; klacht over kwaliteit dienstverlening onvoldoende onderbouwd

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:62 Raad van Discipline Amsterdam 17-089/A/NH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij. Dat het door verweerder ingediende verzoekschrift is gebaseerd op onwaarheden en antedateringen kan de voorzitter niet vaststellen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:53 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160106

    Verzoek van de advocaat om de uitspraak van het hof, waarin de tegen hem ingediende klacht deels gegrond is verklaard en aan hem de maatregel van een voorwaardelijke schorsing voor de duur van 14 dagen is opgelegd, te herzien. Herziening is  bij uitzondering mogelijk doch uitsluitend indien bij de behandeling van het hoger beroep geen sprake is geweest van een eerlijk proces doordat een fundamenteel rechtsbeginsl is geschonden. In dit geval is van schending van hoor en wederhoor geen sprake. De advocaat heeft zijn standpunt met betrekking tot de (on)mogelijkheid van verrekening toegelicht. Dat hij niet op vragen van het hof was voorbereid en zich daar kennelijk ongemakkelijk bij heeft gevoeld, brengt niet mee dat het fundamenteel beginsel van hoor en wederhoor is geschonden. Het herzieningsverzoek wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:63 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 104/2016

      Rapportage psychiater in het kader van de Regeling eisen geschiktheid 2000 na aanhouding van klager met een alcoholpromillage van 2,174 promille. Klager stelt onvoldoende te zijn voorgelicht over het bestaande inzage-, correctie- en blokkeringsrecht. Uit verweerders -in afwijking van het voorbeeld uit de Richtlijn diagnostiek van stoornissen in het gebruik van alcohol (2011) zelf ontworpen- toestemmingsformulier –dat geen mogelijkheid biedt van inzage of correctie- blijkt niet van de noodzakelijke voorlichting en verweerder heeft er geen notitie van gemaakt. Klacht gegrond.   Het rapport voldoet overigens wel aan de criteria als door het Centraal Tuchtcollege op 30 januari 2014 opnieuw geformuleerd voor een dergelijke rapportage. Het biedt met name voldoende inzicht in de totstandkoming van de diagnose. Uit het rapport blijkt enerzijds dat verweerder -anders dan klager stelt- niet voorbijgegaan is gegaan aan de resultaten van bloedonderzoek, lichamelijk- en psychiatrisch onderzoek en anderzijds biedt het rapport voldoende aanknopingspunten voor verweerder om –ondanks het mogelijk ontbreken van een deel van zijn feitelijke onderbouwing- desalniettemin tot de risico- inschatting te komen dat er sprake was van “alcoholmisbruik in ruime zin, in remissie” zoals het hoge promillage; het in korte tijd meer drinken dan het gebruikelijke maximum; de tolerantie, geadstrueerd met het afwezig zijn van een kater de volgende dag na de aanhouding en het eerst ervaren van een effect van alcohol na 3-4 glazen bier; de onderrapportage van het gebruikelijke drinken en ten slotte onvoldoende inzicht en verantwoordelijkheidsgevoel door een voertuig te besturen met het vastgestelde hoge promillage. Klacht op dit punt ongegrond.   Nu formulier door verweerder is aangepast conform een BBR update van maart 2016 en verweerder ter zitting blijk heeft gegeven van het inzicht dat hij aantekening zal moeten houden van hetgeen besproken is, ook ten behoeve van de beoordeling achteraf, wordt een waarschuwing passend geacht.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:58 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-023/DH/RO

    voorzittersbeslissing; klacht tegen advocaat wederpartij

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:59 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-045/DH/DH

    voorzittersbeslissing