Zoekresultaten 12471-12480 van de 42842 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:146 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-667

    Verweerder heeft zonder voorafgaand overleg met advocaat-klager en zonder advies van de deken in strijd met Gedragsregel 12 (oud) confraternele correspondentie in een procedure gebracht. Dat hun onderlinge cliënten met de inhoud ervan al bekend waren, doet daar niet aan af. Daarnaast heeft verweerder in strijd met Gedragsregels 17 en 31 zich, slechts op basis van vermoedens, onnodig grievend over klager uitgelaten door hem in correspondentie te beschuldigen van liegen, valsheid in geschrifte, belastingfraude en witwassen. Berisping

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:127 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-424

    Klager (bestuurder en aandeelhouder van klaagster, een B.V.) is niet-ontvankelijk in zijn klacht wegens het ontbreken van een eigen, rechtstreeks belang. De klacht van klaagster is in alle onderdelen ongegrond. Verweerster was niet verplicht om klaagster van de dagvaarding – in een procedure waarin klaagster geen partij was – op de hoogte te stellen. Er bestond voor verweerster ook geen verplichting om klaagster (al dan niet per deurwaardersexploot) in kennis te stellen van de procedure tussen B.V. X en notaris Y.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:153 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-471

    Verweerster heeft in de gegeven omstandigheden met de nodige voortvarendheid de belangen van klager naar behoren behartigd in zijn complexe echtscheidingsgeschil. Dat verweerster hem daarbij verkeerd, onvolledig of tegenstrijdig heeft geadviseerd, kan niet worden vastgesteld. Verweerster heeft aan klager de risico’s van een procedure tegenover die van onderhandelen en schikken voorgehouden. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:134 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-345

    Beslissing na gegrond verzet. Betreft handelen van de advocaat van de wederpartij. De voorzitter heeft de juiste maatstaf toegepast bij de beoordeling van de klacht en de raad zal thans van dezelfde maatstaf uitgaan. Geklaagd wordt over onnodig grievende uitlatingen door verweerster, als advocaat van de wederpartij, in een brief aan het gerechtshof waarin om een spoedige behandeling van de zaak van verweersters cliënt wordt gevraagd. De raad oordeelt dat verweerster in haar brief aan het hof het standpunt van haar cliënt heeft verwoord en dat standpunt met argumenten heeft onderbouwd, die klaagster als onnodig grievend heeft ervaren. Het is begrijpelijk dat klaagster het niet eens was met het standpunt van de wederpartij, maar dat betekent niet dat de uitlatingen van verweerster onnodig grievend zijn. Verweerster moest het hof overtuigen dat een spoedige behandeling van de zaak in het kader van de behartiging van de belangen van haar cliënt noodzakelijk was. Waar verweerster het standpunt van haar cliënt over ouderafwijzing heeft verwoord, heeft zij een literatuurlijst overgelegd en verwezen naar de bronnen (deskundigen) waarop zij haar standpunt heeft gebaseerd. Niet gebleken is dat verweerster op basis van onjuiste feiten diverse procedures is gestart. In de geschetste omstandigheden mocht verweerster voorts een mail cc. naar klaagster sturen omdat zij niet zeker wist of klaagster nog werd bijgestaan door haar advocaat, aan wie de mail was gericht. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:237 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.061

    Klacht tegen arts. Klager heeft de gemeente verzocht om voorzieningen in het kader van de WMO en verweerster heeft hierover op verzoek van de gemeente een rapportage opgesteld. Klager verwijt verweerster dat zij een onjuiste rapportage heeft opgesteld en voorts dat zij heeft nagelaten klager in staat te stellen gebruik te maken van het blokkeringsrecht. Dit laatste klachtonderdeel is door het Regionaal Tuchtcollege gegrond verklaard. Aan verweerster is ter zake de maatregel van waarschuwing opgelegd en het Regionaal Tuchtcollege heeft publicatie van de beslissing gelast. Klager heeft beroep ingesteld tegen de ongegrondverklaring van het eerste klachtonderdeel. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt dit beroep.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:147 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-255

    Klaagster heeft diverse klachten over verweerster. Verweerster zou klaagsters belangen onvoldoende hebben behartigd in procedures betreffende onder meer het gezag over haar kinderen. Zo heeft verweerster een appelrekest niet aan klaagster heeft voorgelegd alvorens het in te dienen. Ook werd verweerster niet goed voorbereid op de zittingen. Verweerster heeft een rapport van een psycholoog niet netjes bij het hof heeft ingediend. Het rapport was niet gedateerd, de pagina’s waren niet genummerd en er ontbrak een conclusie. Klaagster heeft een groot deel van de klachtonderdelen niet of onvoldoende onderbouwd naar het oordeel van de raad. Bovendien heeft verweerster de klachten voldoende gemotiveerd heeft betwist aan de hand van stukken. De raad verklaart de klachten daarom ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:128 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-666

    Verweerder is tekortgeschoten in de zorg jegens klager omdat hij eerder de memorie van grieven in concept had kunnen maken om die tijdig voor de uiterste roldatum met klager te bespreken. Door dit zo laat te maken als hij heeft gedaan, heeft verweerder een onnodig risico genomen. Daar komt nog bij dat ook niet is gebleken dat verweerder aan klager heeft uitgelegd dat en waarom hij diens suggesties op de concept-memorie niet heeft verwerkt in het uiteindelijk op 4 april 2017, kennelijk zonder medeweten van klager, ingediende stuk. Ook na ontvangst van de memorie van antwoord van de wederpartij is verweerder op vergelijkbare wijze slordig en laat geweest in zijn belangenbehartiging van klager. Klacht in zoverre gegrond.  Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:154 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-790

    Betreft klacht over het optreden van een kantoorgenote van verweerder, van wie verweerder de patroon is, tegen klager, een voormalige cliënt van verweerder. Klager vormde samen met zijn zus, de cliënte van de stagiaire, een v.o.f.  Klager is in het verleden voor deze v.o.f. opgetreden. Klager en zijn zus zijn vervolgens in een geschil verwikkeld met betrekking tot de v.o.f., waarin de stagiaire van verweerder de zus heeft bijgestaan. De raad heeft geoordeeld dat de zaak waarin de stagiaire de zus heeft bijgestaan niets te maken heeft met de zaken waarin verweerder voor de v.o.f. is opgetreden. Evenmin is er sprake van vertrouwelijke of zaaksgebonden informatie waarover verweerder beschikte en die gebruikt kon worden tegen klager. Ook overigens is niet gebleken van redelijke bezwaren tegen het optreden van de stagiaire tegen klager. Van medeplichtigheid aan het verduisteren van gelden is niet gebleken.  De stagiaire heeft, met medeweten van verweerder, haar cliënte geadviseerd de gelden van de rekening van de v.of. “veilig te stellen” in verband met verplichtingen van de v.o.f. Dat kan niet als medeplichtigheid aan verduistering worden beschouwd. Klacht is in al haar onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:135 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-634

    Klacht over eigen advocaat betreffende de kwaliteit van de dienstverlening. Een advocaat behoort de cliënt te informeren over alle aspecten die bij de berekening van de alimentatie een rol spelen. Voor zover er posten zijn waarover verschillend kan worden geoordeeld, dient de advocaat dat te bespreken evenals de verschillende resultaten die dat met zich meebrengt. Indien in het kader van een schikking met een lager bedrag wordt ingestemd dan op grond van de berekeningen te verwachten zou zijn, dient de cliënt zich daarvan bewust te zijn en mee in te stemmen. Dat is in dit geval onvoldoende gebeurd. Voorts is een advocaat gehouden met betrekking tot de financiële aangelegenheden van de cliënt door te vragen, als daar aanleiding voor is. In dit geval was er een groot verschil tussen de koopsom van de echtelijke woning en de hypothecaire lening. Gebleken is dat de cliënt zelf financiële middelen had aangewend voor de aankoop van de woning. Het feit dat de cliënt dat bij het eerste gesprek niet zelf had gemeld, ontslaat de advocaat niet van de verplichting zelf door te vragen, nu daar aanleiding voor was in verband met het verschil. Het feit dat een nadien opgemaakte nieuwe concept berekening fouten bevatte en niet compleet was, is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Verweerster bleek niet over alle relevante actuele informatie te beschikken. Het concept diende enkel als bespreekmodel, dat nog aanpassingen behoefde. Verder mocht verweerster haar opdracht neerleggen toen bleek dat de noodzakelijke vertrouwensband niet langer aanwezig was. Klacht deels gegrond, deels ongegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:148 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-645

    Klager verwijt verweerder dat hij in strijd met de daarvoor geldende regels in een arbeidsprocedure het volledige medische dossier van het UWV betreffende klager heeft overgelegd en daarmee ook zijn cliënt, de werkgever van klager, inzage heeft gegeven in dat dossier. Daarmee heeft verweerder zijn beroepsgeheim geschonden. Verweerder heeft zijn fout erkend. De raad oordeelt dat de klacht gegrond is en dat verweerder door het overleggen van de medische gegevens de bevoorrechte positie van advocaten, die kennis kunnen nemen van de medische gegevens van het UWV bovendien in gevaar heeft gebracht. Zij legt verweerder de maatregel van een waarschuwing op.