Zoekresultaten 511-520 van de 2789 resultaten

  • ECLI:NL:TNORAMS:2020:11 Kamer voor het notariaat Amsterdam 680436 / 20-3

    De kamer overweegt dat, hoewel sprake is van een beroepsfout en het weliswaar de verantwoordelijkheid van de notaris is om zijn kantoororganisatie zo in te richten dat dergelijke fouten worden voorkomen, niet iedere beroepsfout zonder meer tuchtrechtelijk verwijtbaar moet worden geacht. De notaris heeft weliswaar, gelet op de eerder gedane toezegging slechts tot uitkering over te gaan bij akkoord van partijen, een onjuiste beslissing genomen met betrekking tot het uitkeren van het beslagen bedrag, maar gelet op de omstandigheid dat hij op dat moment als vaste waarnemer in een andere standplaats werkzaam was, zijn medewerkster de desbetreffende e-mail niet op de juiste plaats in het dossier had verwerkt en hij dus niet wist dat aan klager was toegezegd dat het geld niet zou worden uitgekeerd, is het handelen van de notaris naar het oordeel van de kamer niet (ook) tuchtrechtelijk verwijtbaar. Daar komt bij dat de notaris zijn fout jegens klager heeft erkend, hij zijn kantoororganisatie direct daarna zodanig heeft ingericht dat dit soort (communicatie)fouten in de toekomst niet meer zullen plaatsvinden en dat klager het aan [B] uitgekeerde bedrag inmiddels heeft ontvangen. De kamer acht dit klachtonderdeel dan ook ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2020:12 Kamer voor het notariaat Amsterdam 680437/NT 20-4 en 680438/NT 20-5

    De Stichting heeft als hypotheekhouder het recht van parate executie zoals bepaald in artikel 3:268 Burgerlijk Wetboek (BW). De notariële hypotheekakten dienen als executoriale titel zodat de Stichting op die basis bevoegd is executiemaatregelen tegen klager te treffen, tenzij zij misbruik maakt van die bevoegdheid. Op 9 mei 2018 heeft de Stichting executoriaal beslag gelegd ten laste van klager. Daaraan was op 2 mei 2018 een betalingsbevel voorafgegaan, zoals voorgeschreven in artikel 502 Rv. De veiling is aangezegd op 3 januari 2020, dus meer dan een jaar later. In artikel 503 Rv is voorgeschreven dat een betalingsbevel moet worden vernieuwd als de schuldeiser een jaar na het bevel heeft laten verlopen. In dit geval echter is de uitwinning na het betalingsbevel tijdig – immers 7 dagen later – gestart door het executoriaal beslag. Vervolgens is bij herstelexploot van 28 februari 2020 klager aangekondigd dat op 5 maart 2020 de twee percelen grond zouden worden geveild. Daarmee is – anders dan klager meent – de executoriale verkoop en openbaarmaking op juiste wijze door de notarissen vastgesteld en openbaar gemaakt. Dit klachtonderdeel is dan ook ongegrond.  

  • ECLI:NL:TNORAMS:2020:13 Kamer voor het notariaat Amsterdam 685061 / NT 20-27

    De kamer overweegt dat de notaris er ook voor had kunnen kiezen om (klager uitdrukkelijk te adviseren) de overdracht uit te stellen, hetgeen - gegeven de omstandigheden - in het belang van klager was. In feite heeft klager de aandelen immers voor het bedrag van € 1,- geleverd terwijl de waarde daarvan € 16.022,- volgens de balans van 1 september 2016 bedraagt. Het is de taak en verantwoordelijkheid van de notaris om klager dan voor te lichten en klager te bevragen om welke reden hij het risico nam de aandelen in feite (bijna) voor niets weg te geven. Dat heeft de notaris niet gedaan. De kamer acht dit klachtonderdeel dus gegrond.    

  • ECLI:NL:TNORDHA:2020:25 Kamer voor het notariaat Den Haag 20-07

    Door de werknemer van klagers was er conservatoir beslag gelegd op de overwaarde onder de notaris. Tot grote verbazing van klagers liet de notaris weten dat hij de gehele overwaarde onder zich zou houden. Dus ook het deel waar klaagster recht op had. Klagers waren het hier niet mee eens, maar volgens de notarisklerk was dit de normale gang van zaken.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2020:19 Kamer voor het notariaat Den Haag 19-74 en 19-75

    Klager verwijt de notarissen het volgende: 1. de vereffenaars (de kandidaat-notarissen) hebben onnodig veel werkzaamheden verricht en onnodig veel kosten voor rekening van de nalatenschap gebracht; 2. de vereffenaars hebben de verkoop van de woning aan de koper van hun keuze tegen een ongehoord lage verkoopprijs ver beneden de marktconforme taxatiewaarde geforceerd, hetgeen uiteindelijk een substantiële schadepost voor de erfgenamen en schuldeisers heeft opgeleverd; 3. de vereffenaars hebben nodeloos zeer hoge kosten voor rekening van de nalatenschap gebracht ten behoeve van het indienen van hun eigen ontslagverzoek (dat bij voorbaat al werd toegekend); 4. op meerdere fronten hebben de vereffenaars gehandeld in strijd met de Wet op het notarisambt, zijn afspraken niet nagekomen en bedienen zij zichzelf van leugens, ten gevolge waarvan de erfgenamen onrecht is aangedaan en ernstige schade is toegebracht.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2020:26 Kamer voor het notariaat Den Haag 20-09

    De notaris heeft in de gegeven omstandigheden onvoldoende zorgvuldigheid betracht bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van moeder bij de totstandkoming van het testament.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2020:20 Kamer voor het notariaat Den Haag 19-76

    Klaagster stelt dat de notaris niet heeft gehandeld zoals een goed notaris betaamt. Dit blijkt uit het volgende: 1. van de notaris mag verwacht worden dat hij dan wel zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekering eerder inhoudelijk reageert op de aansprakelijkheidstelling. Er wordt een onnodig lange termijn voor een inhoudelijke reactie genomen; 2. bij de overdracht van de onroerende zaken had de notaris bij gerede twijfel aan de bedoelingen van de cliënt zijn dienst moeten weigeren of nader onderzoek moeten verrichten.   

  • ECLI:NL:TNORDHA:2020:27 Kamer voor het notariaat Den Haag 20-10

    De klacht heeft betrekking op het optreden van de notaris tijdens de extra [vergadering]. Tijdens deze [vergadering] heeft de notaris tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door als notaris onderdeel uit te maken van het stembureau, terwijl hij zelf ook heeft meegestemd en een belang had bij de uitslag van de stemming.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2020:21 Kamer voor het notariaat Den Haag 19-81

    Klagers hebben gesteld dat de notaris onzorgvuldig en onrechtmatig heeft gehandeld, maar ook in strijd gehandeld met de statuten door: a. zonder rechtsgrond klager in het handelsregister uit te schrijven als bestuurder van de Stichting, nota bene zonder enig overleg hierover met klager te hebben gehad; b. zonder rechtsgrond [D] in het handelsregister in te schrijven als bestuurder van de Stichting; c. zonder rechtsgrond het hypotheekrecht dat ten behoeve van de Stichting was gevestigd ter zekerheid van haar vordering op de BV op een tweetal registergoederen “om niet” door te halen.    

  • ECLI:NL:TNORDHA:2020:15 Kamer voor het notariaat Den Haag 20-17, 20-18, 20-19, 20-20, 20-21, 20-22

    Klager verwijt de notarissen dat het [naam onroerend goed] is verkocht zonder toestemming van klager. De statuten van de Stichting zijn overtreden waardoor de rechten van klager zijn geschonden.