Zoekresultaten 12231-12240 van de 40506 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:9 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 18-928/DB/OB

    Verzoek tot opheffing voorziening ex art. 60ab. Niet gebleken dat gronden voor ex art. 60 ab getroffen voorziening niet meer aanwezig zijn.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:142 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/617957 / DW RK 16/1177

      De gerechtsdeurwaarder heeft op grond van zijn eigen waarnemingen en overige bij hem bekende informatie gerechtvaardigd kunnen vermoeden dat de beslagene woonachtig is op het betreffende adres en dat de goederen in de woning (tevens) aan hem toebehoorden. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:149 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/626209 / DW RK 17/336

      Uit de door de gerechtsdeurwaarder overgelegde producties en het verhandelde ter zitting is gebleken dat de gerechtsdeurwaarder niet eerder dan op 17 maart 2017 op de hoogte raakte en kon weten dat de heer [ ] niet meer woonachtig was op het betreffende adres. Dat de aankondiging van het beslag naar het adres van klaagster is verzonden kan de gerechtsdeurwaarder dan ook niet worden verweten. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2019:1 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1804

    Nadat in 2013 diagnose maculadegeneratie is gesteld door collega van verweerder, oogarts, heeft klager 15 Lucentis injecties gekregen en werd telkens na drie injecties een scan gemaakt. Klacht over onjuiste diagnose tegen verweerder ontvankelijk, nu hij 9 van de 15 injecties heeft gegeven en de laatste scan van maart 2015 heeft gemaakt en beoordeeld. Bij uitblijven verbetering had het meetmoment van maart 2015 aanleiding moeten geven tot heroverweging van de eerder gestelde diagnose, te meer nu in 2014 de Richtlijn Leeftijdgebonden Maculadegeneratie van kracht is geworden. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:143 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/639787 / DW RK 17/1199

      De gerechtsdeurwaarder heeft verklaard dat hij tijdig met klaagster dan wel haar advocaat heeft gecommuniceerd dat de aangekondigde executieverkopen geen doorgang zouden hebben. De kamer ziet geen aanleiding om aan het standpunt van de gerechtsdeurwaarder te twijfelen. De gerechtsdeurwaarder heeft op grond van zijn eigen waarnemingen en overige bij hem bekende informatie gerechtvaardigd kunnen vermoeden dat de beslagene woonachtig is op het betreffende adres en dat de goederen in de woning (tevens) aan hem toebehoorden. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:214 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180176D

    Dekenbezwaar. Verweerder handelt in het kader van de opleiding en begeleiding van zijn stagiaire niet in andere hoedanigheid dan die van advocaat. Kostencomponent in schikkingsbedrag is door stagiaire op advies van verweerder ten onrechte niet aan de Raad voor Rechtsbijstand gemeld, verweerder had bij stagiaire moeten doorvragen over de door de stagiaire aan de cliënt gedane cadeausuggestie (in de vorm van studieboeken). Bekrachtiging beslissing raad: dekenbezwaar gegrond met waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:4 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 18-754/DB/ZWB

    Verweerster heeft de zaak van klager onvoldoende voortvarend behandeld. Tijdens de eerste twee besprekingen op 7 november en 5 december 2017 heeft verweerster toegezegd de zaak zo spoedig mogelijk op zitting te zullen brengen, maar die toezegging is zij niet nagekomen. Op 12 januari 2018 had verweerster nog altijd geen contact met de advocaat van de wederpartij van klager gelegd, ondanks haar toezeggingen om dat uiterlijk op die datum wel te doen. Klachtonderdeel 1 en 2 gegrond. Verweerster wist ten tijde van de intake nog niet dat zij het kantoor waar zij werkzaam was zou gaan verlaten, waardoor niet verwijtbaar is dat klaagster tijdens de intake hier nog geen melding van heeft gemaakt. Klachtonderdeel 3 ongegrond. Waarschuwing

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:150 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/631463 / DW RK 17/649

      Beslissing op verzet. Klaagster is het niet eens met de hoogte van de beslagvrije voet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2019:2 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1895

    Man van 24 wordt eenmalig door huisarts gezien wegens klachten op de borst en overlijdt twee dagen later. Klachten van nabestaanden ongegrond. Niet gebleken dat patiënt niet serieus is genomen, bejegeningsklachten niet aannemelijk gemaakt. Op grond van het door verweerster verrichte onderzoek had zij onvoldoende aanwijzingen voor doorverwijzing naar ziekenhuis

  •   Beslissing op verzet. Niet gebleken is dat de in rekening gebrachte kosten niet zijn berekend volgens de daarvoor geldende regelingen. Niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door een vonnis ten laste van [x] te betekenen op het adres van klaagster. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.