Zoekresultaten 11531-11540 van de 42263 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:208 Raad van Discipline Amsterdam 19-638/A/NH

    Klacht over advocaat wederpartij kennelijk ongegrond. Niet is gebleken dat verweerder stellingen heeft geponeerd waarvan hij de onwaarheid kende of redelijkerwijs kon kennen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2019:135 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 090/2019

    Klacht tegen arts in verband met advisering aan gemeente over het verlenen van huisvestingsurgentie. De klacht is op twee onderdelen gegrond. Ten eerste omdat beklaagde een oordeel geeft over de psychische gesteldheid van een van de klaagsters zonder haar zelf te hebben gezien. Ten tweede omdat hij de andere klaagster niet op het inzage- en correctierecht heeft gewezen. Het college legt een waarschuwing op.    

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:209 Raad van Discipline Amsterdam 19-663/A/NH

    Klacht over advocaat wederpartij kennelijk ongegrond. Niet kan worden vastgesteld dat verweerster haar cliënte heeft aangezet tot het plegen van valsheid in geschrifte. Evenmin is gebleken dat sprake is van nadeel aan de kant van klager; klager heeft dit nadeel op geen enkele manier onderbouwd. Verweerster mocht uitgaan van de juistheid van het door haar cliënte aan haar verschafte feitenmateriaal. Gesteld noch gebleken is dat sprake is van een uitzonderingsgeval waarbij verweerster de juistheid daarvan had dienen te verifiëren.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2019:136 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 094/2019

    Klacht tegen een huisarts die een controle heeft uitgevoerd nadat een collega huisarts de vorige dag een corpus alienum (metaalsplinter) en roestring had verwijderd uit het oog van een patiënt. De huisarts in dit geval hoefde geen reden te zien voor verwijzing naar de oogarts. De huisarts heeft verder conform de toepasselijke richtlijn (NHG-Standaard Rood oog en oogtrauma) gehandeld. Het college acht de klacht ongegrond.  

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2019:137 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 093/2019

    Klacht tegen een huisarts die een corpus alienum (metaalsplinter) en roestring heeft verwijderd uit het oog van een patiënt. De huisarts hoefde in dit geval geen reden te zien voor verwijzing naar de oogarts. De huisarts heeft verder conform de toepasselijke richtlijn (NHG-Standaard Rood oog en oogtrauma) gehandeld. Het college acht de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:210 Raad van Discipline Amsterdam 18-761/A/A 19-563/A/A/D 19-564/A/A

    Verzoek opheffing schorsing ex artikel 60b lid 7 afgewezen + dekenbezwaar in alle onderdelen gegrond. Schrapping. Verweerder heeft langdurig tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld, onder meer door zijn administratie en praktijk niet op orde te hebben, door in strijd met artikel 12 Advocatenwet, Gedragsregel 37 (1992) en de Verordening op de advocatuur te handelen, door brieven van zijn cliënt uit de PI mee te nemen zonder dat te melden, door een arbeidsovereenkomst met zijn cliënt aan te gaan en door 3.4 kilo van een materiaal bevattende amfetamine in zijn woning aanwezig te hebben. Verweerder heeft hiermee de kernwaarden integriteit en onafhankelijkheid geschonden. Gelet op het omvangrijke tuchtrechtelijke verleden van verweerder, de hardnekkigheid van de tuchtrechtelijke gedragingen en het gebrek aan inzicht en introspectie van verweerder in het eigen handelen en nalaten is de raad van oordeel dat een schrapping de enige passende maatregel is.

  • ECLI:NL:TACAKN:2019:73 Accountantskamer Zwolle 19/1740 Wtra AK

    Wraking door accountant van alle behandelende rechters. Een grond voor de wraking is te laat aangevoerd en wordt daarom niet besproken. De overige gronden worden afgewezen. Het stellen van vragen ter zitting waaruit kan worden afgeleid hoe de rechter over een als verweer aangedragen standpunt oordeelt kan geen grond voor wraking zijn omdat daarmee oordeel wordt gegeven dat alleen toekomt aan de rechter in hoger beroep.   Procesbeslissingen (behandeling verzoek klaagster om de deuren te sluiten/niet schorsen van de zitting/beslissingen over verzoeken met betrekking tot door klaagster ingezonden stukken) kunnen nooit grond voor wraking vormen. De (ontbrekende) motivering voor deze beslissingen kan gelet op de omstandigheden van het geval en naar objectieve maatstaven bezien niet worden verstaan als blijk van vooringenomenheid van de rechters. Scherpe wijzen van ondervragen op de zitting is (hoewel sommige woorden ongelukkig gekozen waren) geen bijzondere omstandigheid die een zwaarwegende aanwijzing oplevert voor vooringenomenheid.  

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:223 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/179

    Klaagster is onder behandeling geweest van verweerder. Zij verwijt verweerder onder andere een onjuiste behandeling en grensoverschrijdend gedrag. Gegrond maatregel

  • ECLI:NL:TNORAMS:2019:15 Kamer voor het notariaat Amsterdam 659534/ NT 18-61

    De notaris heeft weliswaar in een gesprek met [B] de verkoopprijs van het woonhuis besproken, maar heeft in datzelfde gesprek – zo verklaarde de notaris ter zitting - niet naar de hoogte van de huursom gevraagd of naar de afspraken omtrent de (ver)huur geïnformeerd, zodat niet kon en kan worden vastgesteld in welke mate de toekomstige huurtermijnen van invloed waren op de hoogte van de koopprijs. De kamer overweegt verder dat de notaris vragen heeft gesteld aan de makelaar, maar dat zij daarbij niet voldoende heeft onderkend dat deze makelaar optrad voor de koper. Ter zitting heeft de notaris verklaard dat de makelaar een goede reputatie heeft en in het onderhavige geval niet partijdig heeft gehandeld. Daarbij heeft de notaris echter onvoldoende rekening gehouden met de omstandigheid dat [B] niet werd bijgestaan door een makelaar of gemachtigde bij de verkoop van haar woonhuis. Voorts is de brief van de makelaar van 12 september 2018, overgelegd als productie 15 bij het verweerschrift, waarin hij de notaris informeert over de waarde van het woonhuis, slechts in algemene bewoordingen gesteld. Daarin is niet specifiek ingegaan op de factoren die hebben geleid tot de totstandkoming van de koopprijs van het woonhuis. Ten slotte heeft de kamer geconstateerd dat in artikel 2 van de leveringsakte is vermeld dat het verkochte wordt aanvaard ‘vrij van huur of pacht’, hetgeen in strijd is met artikel 21 van de koopovereenkomst. De kamer is dan ook, gelet op het grote verschil in WOZ-waarde en de uiteindelijke koopprijs van het woonhuis, van oordeel dat de notaris niet zonder nader onderzoek had behoren over te gaan tot het passeren van de leveringsakte. De kamer acht daarom klachtonderdeel 3.1 in die zin gegrond dat de notaris op dit punt de belangen van [B] heeft veronachtzaamd en haar zorgplicht heeft geschonden.  

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:225 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/148

    Klager verwijt verweerster, huisarts, dat zij hem verkeerde medicatie heeft voorgeschreven. Verweerster heeft hem ten onrechte een antipsychoticum voorgeschreven, terwijl hij bij de huisarts kwam vanwege een herseninfarct en koolstofmonoxidevergiftiging. Bovendien heeft verweerster hem ten onrechte doorverwezen naar een psychiater terwijl hij geen psychiatrische hulp nodig had en tot slot heeft verweerster ten onrechte medische informatie uit het dossier van klager verwijderd dan wel onjuiste informatie in het dossier vermeld. Volgens klager mist in het dossier dat hij een herseninfarct heeft gehad. Verweerster voert verweer. Het college verklaart de klachten kennelijk ongegrond. Ongegrond.