Zoekresultaten 11031-11040 van de 42309 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2020:3 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-137

    Ongegronde klacht tegen een tandarts. Dat de tandarts de spalk heeft doorgeslepen en niet eerst de spalk heeft verwijderd voordat hij het gaatje van klager heeft gevuld, is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Partijen verschillen voorts van mening welke mededeling de tandarts aan klager heeft gedaan nadat hij de spalk had doorgeslepen, dit kan niet worden vastgesteld. Klacht ongegrond verklaard.  

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:3 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam zaaknummer C/13/670422 / DW RK 19/410

      Beslissing op verzet. De klacht betreft het toezenden van gevraagde stukken. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2019:36 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2019/13

    Verklaring van erfrecht onjuist? Kamer stelt voorop dat zij als tuchtrechter niet bevoegd is de juridische juistheid van de verklaring van erfrecht te beoordelen; die bevoegdheid komt uitsluitend toe aan de gewone rechter. Vader liet een echtgenote en vier kinderen na die volgens het wettelijk erfrecht elk voor 1/5e deel gerechtigd waren in zijn nalatenschap. De legitieme portie van elk kind was dus 1/10e deel. Vader kon daarom beschikken over 6/10e deel van zijn nalatenschap, zo komt het de kamer voor, zodat de notaris in de verklaring van erfrecht terecht heeft opgenomen dat vader moeder tot erfgename had benoemd voor 6/10e deel van zijn nalatenschap. Klacht deels niet-ontvankelijk en verder ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2020:5 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1981

    Inspectie verwijt psychiater dat zijn medicatiebeleid onnavolgbaar en niet conform de professionele standaard is; dat hij tekort is geschoten door onvoldoende en onvolledig psychiatrisch onderzoek en diagnostiek te verrichten en dat hij niet heeft voldaan aan zijn dossierplicht. In strijd gehandeld met Geneesmiddelenwet, informatieplicht en dossierplicht. Verweerder is reeds uitgeschreven bij het BIG-register. Niet aannemelijk dat verweerder, gezien alle herregistratie-eisen, zich opnieuw kan laten registreren. Gegrondverklaring zonder oplegging van maatregel.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2020:4 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/317

    Klaagster verwijt de verloskundige dat zij tijdens de bevalling de hartslag van de baby niet voldoende heeft gemeten, dat zij klaagster meer dan 3 uur heeft laten persen en dat zij de situatie tijdens de bevalling verkeerd heeft ingeschat. Door dit onprofessionele gedrag van de verloskundige is de baby van klaagster geboren met een ernstig zuurstofgebrek, met als gevolg de diagnose cerebrale parese (hersenverlamming). Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2020:1 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/362

    De IGJ verwijt verweerster, gz-psycholoog, (seksueel) grensoverschrijdend gedrag jegens een patiënt. Meer in het bijzonder verwijt de IGJ verweerster een liefdes- (en seksuele) relatie te zijn begonnen tijdens de behandelrelatie. Verweerster voert verweer.   Gegrond, berisping

  • ECLI:NL:TNORSHE:2019:34 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2019/21

    Nalatenschap. Klaagster en haar broer en zus zijn deelgenoten in de onverdeelde nalatenschap van vader. Omdat de bewindvoerders van haar broer en zus niet instemmen met uitbetaling van een (nader) voorschot, terwijl de verjaringstermijn voor geldvorderingen nog niet is verstreken, kan niet van de notaris worden verwacht dat hij overgaat tot uitbetaling van een voorschot op het erfdeel van klaagster. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:255 Raad van Discipline Amsterdam 19-787/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Dat verweerster een illegaal verkregen bewijsmiddel ter bewijsvoering heeft aangeboden kan de voorzitter niet vaststellen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2020:2 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/252

    Verweerster, huisarts, wordt verweten dat zij geen medische deskundigenrapportage wilde afgeven voor (onder meer) een procedure van klager tegen de gemeente om in aanmerking te komen voor een aangepaste woning en dat zij klager niet wilde verwijzen voor een second opinion bij een psychiater. De verzoeken kwamen van familie van klager. Verweerster wilde geen verwijzing maken zonder klager eerst zelf te zien. Bovendien stelde zij als eigen huisarts geen verklaring op te kunnen stellen maar enkel feitelijke informatie te mogen verschaffen. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2019:35 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE-2019-28

    Beoordeling wilsbekwaamheid/mogelijke beïnvloeding van 83-jarige oom bij wijziging van zijn (levens)testament ten gunste van de thuishulp en BIG-geregistreerde verpleegkundige die tijdens een vakantie verantwoordelijk was geweest voor de zorg voor zijn onlangs overleden echtgenote. Notariaat beschouwt het als zijn plicht om financiële uitbuiting van ouderen te voorkomen en terug te dringen. Ontvankelijkheid: klagers zijn neef en nicht van overleden echtgenote van oom en waren bij zijn eerdere levenstestament als zijn gevolmachtigden aangewezen. Daarom hebben zij een redelijk afgeleid belang bij hun klacht over het levenstestament. Oom had klager in zijn eerdere testament als executeur aangewezen. Daarom heeft klager een redelijk afgeleid belang bij zijn klacht over de wijziging van het testament. Klacht van klaagster op dat klachtonderdeel niet-ontvankelijk. Klager en een derde hadden de notaris vooraf geïnformeerd over hun zorg dat de oom een goede relatie had met de thuishulp en de verpleegkundige en dat hij de notaris mogelijk zou benaderen. Het behoort tot de kerntaak van een notaris om te waken voor een vrije en onafhankelijke wilsvorming van degene die een (levens)testament maakt. De kamer is van oordeel dat de notaris voldoende invulling heeft gegeven aan de op haar rustende zorg- en onderzoeksplicht t.a.v. de wilsbekwaamheid en de mogelijkheid van beïnvloeding. Naar het oordeel van de kamer had de notaris haar dienst niet hoeven weigeren op grond dat beroepsbeoefenaren op het gebied van de individuele gezondheidszorg, die iemand gedurende de ziekte waaraan hij is overleden bijstand hebben verleend, geen voordeel kunnen trekken uit de uiterste wilsbeschikkingen die iemand gedurende de behandeling heeft gemaakt (art. 4:59 BW). Daargelaten of het bestaan van een dergelijke relatie tussen de oom en de verpleegkundige de notaris er in de gegeven omstandigheden op grond van artikel 4:59 BW van had kunnen of moeten weerhouden om haar medewerking te verlenen aan de wijziging van het testament, is de kamer van oordeel dat het niet op de weg van de notaris lag om (verder) onderzoek te doen naar de daadwerkelijke (zorg)relatie tussen de verpleegkundige en de (wilsbekwame) oom voordat zij de akten passeerde. Daarbij neemt de kamer in aanmerking dat pas ná het overlijden van een testateur kan worden beoordeeld of de opgenomen begunstiging mogelijk in strijd is met artikel 4:59 BW. Het oordeel over de vernietigbaarheid is voorbehouden aan de civiele rechter, waarbij opmerking verdient dat de sanctie van vernietigbaarheid ten goede komt aan de testeervrijheid.