Zoekresultaten 32891-32900 van de 42257 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3879 Raad van Discipline 's-Gravenhage R.3917/12.51

    Klagers hebben de wederpartij van de cliënte van verweerder bijgestaan in een geschil waarover een vaststellingsovereenkomst is gesloten. Daarna ontstaat geschil over de uitleg van de vaststellingsovereenkomst en verweerders wederpartij vordert gedeeltelijke vernietiging daarvan. Verweerder heeft in de conclusie van antwoord circa 10 citaten opgenomen, ontleend aan de confraternele correspondentie tussen verweerder en klagers, gevoerd in het kader van de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst. Verweerder heeft vooraf verzocht om advies als bedoeld in gedragsregel 12 en heeft een (negatief) advies van de deken verkregen. Klacht dat verweerder gedragsregel 13 heeft geschonden door in de conclusie van antwoord uit confraternele correspondentie te citeren. Tevens wordt overtreding van gedragsregel 12 verweten. Een beroep op tijdsverloop (drie maanden) en op het ontbreken van belang, strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring, wordt verworpen. De raad oordeelt, verwijzend naar gedragsregel 13 en jurisprudentie van Hof van Discipline, dat gedragsregel 13 betrekking heeft op schikkingsonderhandelingen gevoerd terzake van een geschil dat aan de rechter is of zal gaan worden voorgelegd en niet op de situatie met behulp van of door advocaten onderhandelingen zijn gevoerd die tot een overeenkomst leiden, zonder dat daarover een procedure aanhangig is. Daarom is gedragsregel 13 niet overtreden. Aangaande de toepassing van gedragsregel 12 oordeelt de raad dat verweerder terecht aangevoerd belang van zijn cliënte bepaaldelijk citeren de confraternele correspondentie vorderde in gedragsregel 12 bedoelde uitzondering doet zich in deze voor. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3923 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4009/12.143

    De advocaat heeft een grote mate van vrijheid om de belangen van zijn client te behartigen. Het standpunt van klager dat verweerder alle door hem beschikbaar gestelde stukken verplicht was te overleggen, houdt in casu dan ook geen stand.Daarbij komt dat klager niet heeft aangegeven welke stukken dan tevens door verweerder hadden moeten worden overgelegd en waarom deze van belang waren. De tuchtrechter is niet bevoegd te oordelen over een vordering dat een advocaat een door zijn gedraging veroorzaakte schade geheel of gedeeltelijk dient te vergoeden. Een vordering tot vergoeding van schade in dat kader kan alleen aanhangig worden gemaakt bij de civiele rechter. De tuchtrechter kan zich niet uitlaten over de stelling van klager dat verweerder zou hebben verzuimd de door klager gemaakte kosten op de gemeente te verhalen. De tuchtrechter heeft als hoofdregel geen taak met betrekking tot de inhoud van de gevoerde procedure. Van een uitzonderingsituatie op deze hoofdregel is in casu geen sprake.   Klachtonderdelen a, c en d zijn kennelijk ongegrond en klachtonderdeel b is kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA3866 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3982/12.116b

    In casu is sprake van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van verweerder in zijn hoedanigheid van kantoorgenoot van de curator. Verweerder heeft samen met de curator handelingen verricht die in wezen niet te onderscheiden zijn van het optreden van advocaat. Het stond de curator in een door hem aanhangig gemaakte procedure, waarin verweerder optrad als procesadvocaat, niet vrij informatie te gebruiken die de Belastingdienst niet aan hem had mogen verstrekken. Klacht deels gegrond onder oplegging van de maatregel van een enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA3847 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4106/13.13c

    Het staat de advocaat in casu vrij het vonnis te executeren. Als zich in het kader van die executie onregelmatigheden zouden hebben voorgedaan en klagers menen dat om die reden ten onrechte aanspraak op betaling van verbeurde dwangsommen wordt gemaakt, dienen klagers zich tot de civiele executierechter te wenden. De tuchtrechter heeft geen taak bij de beantwoording van de vraag of dwangsommen al dan niet zijn verbeurd, tenzij evident zou zijn dat verweerster misbruik van recht zou maken. Dit laatste is niet gebleken.   Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3917 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4028/12.162

    Op basis van de stukken kan niet worden vastgesteld dat klagers ter zake de klacht, ieder voor zich of gezamenlijk, rechtstreeks in hun belang zijn getroffen.   De klacht is kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA3942 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4111/13.18

    Het door verweerder niet in het geding brengen van de door klaagster zelf opgestelde conclusie van antwoord in reconventie behoort tot beleidsvrijheid van de advocaat. Bovendien kon klaagster ter gelegenheid van de comparitie van partijen op 28 juni 2012 desgewenst zelf een aanvulling geven.   Klacht kennelijk niet-ontvankelijk voorzover klaagster over de inhoudelijke werkzaamheden van de echtgenote van verweerder, tevens advocaat, klaagt. Klaagster dient ter zake rechtstreeks een klacht tegen de echtgenote van verweerder in te dienen.   Klachtonderdelen voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA3936 Raad van Discipline 's-Gravenhage R.4012/12.146

    Verweerder heeft bijstand verleend in een geschil tussen klaagster en een aannemer. Klaagster is tijdens herstelwerkzaamheden, door de aannemer uitgevoerd, door een van diens werknemers beweerdelijk onzedelijk betast. Verweerder heeft een hernieuwde ingebrekestelling aan de aannemer gestuurd. Voorts heeft verweerder een van twee rapporten betreffende het opgeleverde werk aan de CAR-verzekeraar van de aannemer gestuurd. Klaagster heeft de opdracht ingetrokken en daarna contact opgenomen met de CAR-verzekeraar, waarbij bleek dat verweerder niet beide rapporten maar slechts één rapport had gestuurd. Klacht dat verweerder de belangen niet naar behoren heeft behartigd door het wegsturen van de betrokken werknemer van de aannemer en het contact daarover met de aannemer aan klaagster over te laten; dat verweerder niet beide rapporten aan de CAR-verzekeraar heeft gezonden en dat verweerder klaagster niet heeft meegedeeld voornemens te zijn slechts één rapport aan de verzekeraar toe te zenden. De raad acht het eerste klachtonderdeel ongegrond daar niet kan worden vastgesteld dat verweerder in zijn zorgplicht jegens klaagster is tekort geschoten. De raad acht ook het tweede klachtonderdeel ongegrond, hoewel het de voorkeur had verdiend, ook gezien de communicatie met klaagster, om beide rapporten aan de CAR-verzekeraar te zenden. Het derde klachtonderdeel is gegrond daar verweerder klaagster onvoldoende op de hoogte heeft gehouden van belangrijke feiten of afspraken, verweerder had uit een e-mail van klaagster kunnen opmaken dat zij er van uitging dat verweerder beide rapporten aan de verzekeraar zou sturen. Van de brief aan de verzekeraar is geen kopie aan klaagster gestuurd. Maatregel: geen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3892 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3806/11.208

    Klager is de wederpartij van de cliënte van verweerster in echtscheidings- en aanverwante procedures. Klacht dat verweerster de rechtbank doelbewust heeft voorzien van foutieve informatie, dat zij klager niet tijdig heeft geïnformeerd over de datum van de echtscheiding waardoor hij een maand extra alimentatie heeft betaald en dat verweerster het door de rechtbank geadviseerde mediationtraject heeft gesaboteerd. De plaatsvervangend voorzitter oordeelt dat niet kan worden vastgesteld dat verweerster de haar toekomende ruime mate van vrijheid in de belangenbehartiging voor haar cliënte te buiten is gegaan dan wel zich in enig ander opzicht niet heeft gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Ook kan niet worden vastgesteld dat verweerster onwaarheden naar voren heeft gebracht in de procedure(s). Het lag niet op de weg van verweerster om klager direct te informeren over de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking. Niet is komen vast te staan dat verweerster die inschrijving heeft getraineerd. Verweerster heeft met toestemming van klager in overleg met haar cliënte het eerste en het laatste mediationgesprek bijgewoond en tijdens het laatste gesprek is afgesproken de mediation te beëindigen. Voor zover met het derde klachtonderdeel is bedoeld dat verweerster een eigen belang had bij sabotage om een hoger honorarium in rekening te kunnen brengen geldt dat klager niet rechtstreeks in zijn belang is getroffen, zodat het klachtonderdeel in zoverre kennelijk niet-ontvankelijk is. De eerste twee onderdelen van de klacht worden als kennelijk ongegrond en het derde onderdeel als kennelijk ongegrond c.q. kennelijk niet-ontvankelijk afgewezen. Ook in het verzet heeft klager niet aangetoond dat verweerster onjuiste informatie aan de rechtbank heeft gegeven. Evenmin heeft klager aangetoond dat verweerster op de hoogte was van bepaalde door klager beweerde feiten. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3854 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3767/11.169

    Klager heeft verweerder, ondanks verzoek daartoe, niet de benodigde gegevens ter beschikking gesteld waardoor verweerder niet althans onvoldoende tot het nemen van acties in staat was. Verweerder treft terzake geen verwijt. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3886 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4065/12.203

    Dat klager een andere visie heeft over de feiten dan de cliënt van verweerster, betekent niet dat het verweerster niet vrij zou staan om de door haar cliënt aangehangen visie over de feiten te verdedigen en in een processtuk naar voren te brengen. Geen sprake van grievend gedrag in het e-mailbericht gelet op de inhoud van het e-mailbericht dat hieraan vooraf ging. Geen sprake van strijd met gedragsregel 18. Klacht kennelijk ongegrond.