Zoekresultaten 18821-18830 van de 45138 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2018:63 Raad van Discipline Amsterdam 17-935/A/A

    Ongegrond verzet

  • ECLI:NL:TADRSHE:2018:54 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-949/DB/LI

    Dekenbezwaar gegrond voor zover het betreft de door verweerder geaccepteerde betalingen van de vennootschap onder firma op zijn derdengeldenrekening en kantoorrekening, terwijl hij wist dat de wederpartij als medevennoot voor een dergelijke betaling toestemming had moeten verlenen. Ook gegrond voor zover het betreft het oneigenlijk gebruik maken van de derdengeldrekening, nu de door verweerder ontvangen betalingen geen derdengelden waren en derhalve in strijd met artikel 6.22 lid 3 van de VODA is gehandeld. Voor het overige ongegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:227 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-507/DB/LI

    Klager heeft geen direct eigen belang bij de klacht. Feit dat hij tezamen met de cliënt van verweerder gesprekken heeft gevoerd over de oprichting van een coöperatie en hij daarna tezamen met de cliënt van verweerder bestuurder van die coöperatie is geworden, maakt dat niet anders. Klacht niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2018:55 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 18-202/DB/RO

    Advocaat is niet verplicht om vordering in rechte in te stellen ter hoogte van door cliënt gewenste bedrag. Begrijpelijk dat advocaat op basis van vertrouwensbreuk zich heeft teruggetrokken. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:89 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-460

    Ongegrond verzet. Anders dan klagers menen, is het niet aan de raad om de verzetgronden uit de door klagers aangeleverde grote hoeveelheden stukken en bijlagen (van bijna 1000 pagina’s) te filteren. Het door verweerder eerst in verzet opgeworpen niet-ontvankelijkheidsverweer kan onbeantwoord blijven, nu niet-ontvankelijkheid én ongegrondverklaring als een afwijzing van de klacht te beschouwen zijn. Rechtsgebied: faillissementsrecht

  • ECLI:NL:TADRSHE:2018:56 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-990/DB/LI

    Verweerder heeft zijn derdengeldrekening beschikbaar gesteld voor betaling door een vennootschap onder firma waarvan zijn cliënt een der vennoten was, terwijl hij wist dat klaagster als medevennoot daarvoor toestemming had moeten verlenen. Bovendien betrof de betaling geen derdengeld, maar betaling van toekomstig honorarium van verweerder, zodat oneigenlijk gebruik is gemaakt van de derdengeldenrekening. Klacht gegrond. Klacht ongegrond voor zover verweerder wordt verweten dat hij heeft meegewerkt aan het leeghalen van de VOF. Dat is niet komen vast te staan. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2018:86 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 322/2017

    Klacht werkgever tegen verpleegkundige over seksueel grensoverschrijdend gedrag jegens patiënte. Aansluitende op een klinische behandeling is de verpleegkundige een persoonlijke relatie aangegaan met een (bijna 40 jaar jongere) psychiatrische patiënte, die elders bij de instelling in ambulante zorg was gegaan. Er was intensief, seksueel getint Whatsapp-verkeer. Naar het oordeel van het college is gevaar voor herhaling aanwezig omdat verweerder geen openheid heeft betracht en niet kan reflecteren op met name het risico op beschadiging van een kwetsbare patiënte. Maatregel van doorhaling plus schorsing als voorlopig voorziening en publicatie.

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:90 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-461

    Ongegrond verzet. Anders dan klagers menen, is het niet aan de raad om de verzetgronden uit de door klagers aangeleverde grote hoeveelheden stukken en bijlagen (van bijna 1000 pagina’s) te filteren. Rechtsgebied: faillissementsrecht

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:226 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-612

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen deken kennelijk ongegrond. Geen afgeleide verantwoordelijkheid van verweerder voor handelen van de voormalige deken, en als dit wel zo zou zijn is de klacht kennelijk niet ontvankelijk, nu reeds is beslist op een eerdere en zelfde klacht over de voormalige deken, althans kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2018:57 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-991/DB/LI

    Klaagster verwijt verweerder dat hij in een procedure die is aangevangen bij dagvaarding van september 2011 bewust onjuiste stellingen heeft ingenomen. Bij brief van 3 juni 2015 heeft klaagster verweerder uitdrukkelijk aansprakelijk gesteld voor alle schade die klaagster zou hebben geleden als gevolg van het in die brief beschreven handelen van verweerder. De raad is van oordeel dat de termijn van 1 jaar bedoeld in artikel 46g lid 2 Advocatenwet op dat moment is aangevangen. Nu de klacht ruim na het verstrijken van die termijn is ingediend, is klaagster niet-ontvankelijk.