Zoekresultaten 18681-18690 van de 42842 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:132 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-1174/DB/ZWB

    K.o. 1 terecht kennelijk ongegrond: niet gebleken van strijd met gedragsregel 7. K.o. 2 terecht kennelijk niet-ontvankelijk: klager geen eigen belang omdat hij bij de procedure waarop dit klachtonderdeel betrekking heeft geen partij was. Kon buiten zitting worden afgedaan. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:96 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-1000

    In het onderhavige  geval werden er twee strafzaken van een cliënt, achter elkaar, in hoger beroep bij hetzelfde hof behandeld. Verweerder stond de cliënt bij in de eerste zaak en klager in de tweede zaak. Verweerder mocht bij de behandeling van de eerste zaak op een vraag van het hof over de rechtsbijstand in de tweede zaak, niet meedelen dat hij de cliënt ook in de tweede zaak bijstond, nu hij daartoe geen opdracht had. Hij had zich er in ieder geval van moeten vergewissen of er geen andere advocaat voor de cliënt in de tweede zaak optrad, temeer daar hij in het geheel niet bekend was met de inhoud van die zaak. Van belang is dat de cliënt zelf niet ter zitting was verschenen. De collega-advocaat (klager) is niet-ontvankelijk in zijn klacht over de kwaliteit van het pleidooi van verweerder in de tweede zaak. Klacht deels niet-ontvankelijk, deels gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:212 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.364

      Klacht tegen fysiotherapeut. Klager is vanwege schouderklachten door zijn huisarts verwezen naar de fysiotherapeut. Klager verwijt de fysiotherapeut dat deze niet alleen een echo van zijn schoudergewrichten heeft gemaakt, maar ook de schoudergewrichten heeft beschadigd door kraakbeen weg te laseren met een HI-tech apparaat/methode. Volgens klager was er na de behandeling sprake van instabiliteit in de schoudergewrichten die sindsdien is toegenomen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:133 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-245/DB/LI

    Advocaat heeft een uitvoerig verweerschrift ingediend, waarin het standpunt van klager nader gemotiveerd is weergegeven. Dat verweerder niet alle door klager voorgestelde wijzigingen heeft willen overnemen, betekent niet dat advocaat de belangen van zijn cliënt niet naar behoren heeft behartigd. klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:97 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-1038

    Klacht van bewindvoerder. Voor het voeren ven een gerechtelijke procedure had in dit geval de verweerder machtiging van de kantonrechter moeten vragen, omdat de goederen van zijn cliënt onder bewind stonden. Verweerder heeft verzuimd die machtiging te vragen waardoor zijn cliënt in een kort gedingprocedure niet-ontvankelijk is verklaard. Die procedure was derhalve bij voorbaat kansloos. Dat is een beroepsfout. Verweerder werkte op basis van een toevoeging. Onder de geschetste omstandigheden mocht verweerder wel de eigen bijdrage innen, maar niet het griffierecht. Wel stond het verweerder vrij een klachtprocedure tegen de bewindvoerder te starten. Klacht deels gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:213 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.365

      Klacht tegen huisarts. Klager is vanwege schouderklachten door zijn huisarts verwezen naar een fysiotherapeut. Volgens klager heeft de fysiotherapeut niet alleen een echo van zijn schoudergewrichten gemaakt, maar de schoudergewrichten ook beschadigd door kraakbeen weg te laseren met een HI-tech apparaat/methode. Volgens klager was er na de behandeling sprake van instabiliteit in de schoudergewrichten die sindsdien is toegenomen. Klager verwijt de huisarts dat hij opdracht heeft gegeven tot deze behandeling. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:98 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-121

    De deken beklaagt zich er over dat verweerster niet heeft meegewerkt aan zijn onderzoek naar een bij hem tegen verweerster ingediende klacht. Ze heeft niet op zijn brieven daarover gereageerd. Ook heeft verweerster niet gereageerd op verzoeken van een collega om informatie in een zaak waarin verweerster een beroepsfout heeft gemaakt. Tenslotte heeft verweerster klachtwaardig gehandeld in een zaak die zij behartigde voor een cliënte. De raad heeft echter in die zaak geoordeeld dat geen sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar gedrag van verweerster. Daarom is dit onderdeel van het bezwaar naar het oordeel van de raad ongegrond. De overige onderdelen zijn wel gegrond. Verweerster heeft erkent niet te hebben meegewerkt aan het onderzoek van de deken en geen informatie te hebben verstrekt aan haar collega over de zaak waarin zij een beroepsfout heeft gemaakt. Omdat verweerster heeft getoond inzicht te hebben in het tekortschieten dat haar wordt verweten en zij maatregelen heeft genomen om herhaling te voorkomen volstaat de raad in dit geval met een waarschuwing, hoewel haar gedragingen op zich een zwaardere maatregel rechtvaardigen. Daarbij wordt ook meegewogen dat zij niet eerder een disciplinaire maatregel opgelegd heeft gekregen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:100 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-1128

    Het is een advocaat niet toegestaan om op meer plaatsen kantoor te houden. Verweerder heeft zich daaraan schuldig gemaakt door op 2 plaatsen, zonder ontheffing, kantoor te houden. Verweerder behandelt via een door hem opgezette constructie met diverse door hem (feitelijk)  bestuurde vennootschappen, letselschadezaken. In die zaken wordt door verweerder, via één van zijn vennootschappen, resultaat gerelateerd gedeclareerd bij één van de andere vennootschappen. Verweerder ontvangt een bepaald percentage van de omzet. Dat is niet toegestaan. Voorts overtreedt verweerder het provisie-verbod doordat hij een vergoeding betaalt voor toewijzing van meer dan een bepaald aantal zaken. Verder laat verweerder bij zijn cliënten onduidelijkheid staan over zijn positie in de diverse vennootschappen in relatie tot de cliënten. De hoedanigheid van verweerder is niet altijd duidelijk. Verweerder heeft aangevoerd dat zijn handelwijze een hoger maatschappelijk doel dient, maar de raad is van oordeel dat verweerder daarbij niet de voor advocaten geldende regelgeving kan negeren. De klacht is (ten dele) gegrond. Omdat verweerder heeft aangegeven niet van plan te zijn deze handelwijze aan te passen, kan geen andere maatregel worden opgelegd dan schrapping van het tableau.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:214 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.053

    Klaagster verwijt de apotheker amoxicilline aan haar te hebben verstrekt, terwijl de apotheker wist, althans had behoren te weten dat klaagster vanwege de bij haar gestelde diagnose systemische mastocytose zeer allergisch op dit middel zou reageren. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat klaagster niet aannemelijk heeft gemaakt dat apotheker ervan op de hoogte was dat bij haar de diagnose systemische mastocysto was gesteld . Bovendien vormde die diagnose geen contra-indicatie voor het voorschrijven van amoxicilline. De klacht wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:99 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-028

    Klaagster klaagt over de door verweerder verleende diensten. Deze waren onvoldoende en niet adequaat. Verweerder was bovendien niet of nauwelijks bereikbaar voor klaagster. Verweerder zond klaagster wel een forse nota maar heeft daar volgens dat haar niets voor gedaan. De raad oordeelt dat de klachten terecht zijn. Uit de vele e-mails blijkt dat verweerder slecht bereikbaar was. Na bestudering van het dossier heeft hij klaagster op geen enkele wijze geïnformeerd op zijn visie op de zaak en welke aanpak hij adviseerde. Zijn nota heeft hij zonder tijdregistratie opgesteld aan de hand van de stukken in het dossier. Verweerder heeft niet gehandeld zoals een van een redelijk handelend advocaat mag worden verwacht. Verweerder krijgt een voorwaardelijke schorsing van 8 weken en een bijzondere voorwaarde inhoudende dat hij een gedeelte van de door klaagster betaalde nota moet terug betalen.