Zoekresultaten 18891-18900 van de 45167 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRGRO:2018:21 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2017/155
- Datum publicatie: 17-04-2018
- Datum uitspraak: 17-04-2018
- ECLI:NL:TGZRGRO:2018:21
Klacht tegen gynaecoloog. Klaagster is gedurende haar zwangerschap meermalen gezien, door onder meer verweerster, wegens vaginaal bloedverlies. Uiteindelijk is klaagster bevallen via een spoedsectio van een kindje dat na reanimatie hersendood bleek te zijn en enkele dagen later overleed. Klagers (klaagster en haar echtgenoot) verwijten verweerster dat zij onvoldoende onderzoek heeft verricht. Het college is van oordeel dat het verwijt onterecht is. De klacht is daardoor in zijn geheel ongegrond. Deze procedure hangt samen met de procedures met de kenmerken V2017/02, G2017/153 en G2017/154.
-
ECLI:NL:TGZRGRO:2018:22 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2017/173
- Datum publicatie: 17-04-2018
- Datum uitspraak: 17-04-2018
- ECLI:NL:TGZRGRO:2018:22
Klacht tegen gynaecoloog. Klaagster heeft zich tot een AIOS gynaecologie gewend met vaginaal bloedverlies. Volgens klaagster heeft zij een ovariumcarcinoom en had zij onmiddellijk geholpen moeten worden. De AIOS heeft echter een vervolgafspraak gemaakt. Daarnaast heeft de AIOS verzuimd een echo te maken. De AIOS heeft een brief naar de huisarts gestuurd over het voorgaande die tevens door verweerster is ondertekend. Daarom maakt klaagster verweerster dezelfde verwijten als de betreffende AIOS (de procedure tegen de AIOS heeft kenmerk G2017/174). Het college is van oordeel dat de AIOS gezien de gegeven omstandigheden niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Hierbij speelt mee dat niet is vastgesteld dat bij klaagster sprake is van een ovariumcarcinoom en klaagster heeft geweigerd zich fysiek te laten onderzoeken. Verweerster heeft als supervisor van de AIOS evenmin tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. De klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2018:39 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/126T
- Datum publicatie: 17-04-2018
- Datum uitspraak: 17-04-2018
- ECLI:NL:TGZRAMS:2018:39
Klaagster was tandartsassistente in de praktijk van verweerder en verwijt hem seksueel grensoverschrijdend gedrag. Niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZRGRO:2018:23 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2017/174
- Datum publicatie: 17-04-2018
- Datum uitspraak: 17-04-2018
- ECLI:NL:TGZRGRO:2018:23
Klacht tegen voormalig AIOS gynaecologie. Klaagster heeft zich tot verweerster gewend met vaginaal bloedverlies. Volgens klaagster heeft zij een ovariumcarcinoom en had zij onmiddellijk geholpen moeten worden. Verweerster heeft echter een vervolgafspraak gemaakt. Daarnaast heeft verweerster verzuimd een echo te maken. Tevens verwijt klaagster verweerster dat het verslag van het consult onvolledig is. Het college is van oordeel dat verweerster gezien de gegeven omstandigheden niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Hierbij speelt mee dat niet is vastgesteld dat bij klaagster sprake is van een ovariumcarcinoom en klaagster heeft geweigerd zich fysiek te laten onderzoeken. Wat het verslag van het consult betreft, is het college van oordeel dat het aan verweerster is om te bepalen wat zij daarin vastlegt. Zij is niet gehouden de letterlijke weergave van klaagster te volgen. De klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2018:48 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-205
- Datum publicatie: 17-04-2018
- Datum uitspraak: 17-04-2018
- ECLI:NL:TGZRSGR:2018:48
Deels gegronde klacht tegen een fysiotherapeut. Vast is komen te staan dat er gedurende de behandelrelatie sprake was van seksueel contact tussen klaagster en de fysiotherapeut, terwijl de fysiotherapeut wist dat klaagster onder behandeling was van een psycholoog. Het seksueel contact heeft gedurende meerdere jaren en structureel tijdens behandelcontacten plaatsgevonden en is niet door de fysiotherapeut zelf beëindigd. De fysiotherapeut toont weinig inzicht in zijn eigen handelen en zelfreflectie. Ook sprake van gebrekkige dossiervoering en onjuiste declaraties. Doorhaling van de inschrijving in het BIG-register.
-
ECLI:NL:TGZRGRO:2018:18 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen V2017/02
- Datum publicatie: 17-04-2018
- Datum uitspraak: 17-04-2018
- ECLI:NL:TGZRGRO:2018:18
Klacht tegen verloskundige. Verweerster heeft een vaginaal toucher verricht bij klaagster toen zij bijna 39 weken zwanger was. Aanleiding hiervoor was vaginaal bloedverlies. Vervolgens heeft verweerster de gynaecoloog gebeld en is er een spoedsectio verricht. Het kindje dat geboren werd, bleek na reanimatie hersendood te zijn en overleed enkele dagen later. Klagers (klaagster en haar echtgenoot) zijn van mening dat verweerster het vaginaal toucher niet had mogen verrichten. Zij achten het niet onwaarschijnlijk dat dit het fatale beloop heeft bespoedigd of zelfs veroorzaakt. Het college is van oordeel dat er juist een medische indicatie was voor een vaginaal toucher en dat niet gebleken is dat dit op onzorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden. Evenmin is gebleken dat het vaginaal toucher om een andere reden het beloop van de zwangerschap negatief heeft beïnvloed. De klacht is ongegrond. Deze procedure hangt samen met de procedures met de kenmerken G2017/153, G2017/154 en G2017/155.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2018:49 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-248
- Datum publicatie: 17-04-2018
- Datum uitspraak: 17-04-2018
- ECLI:NL:TGZRSGR:2018:49
Gegronde klacht tegen een apotheker. De apotheker heeft zonder toestemming van klager zijn reisdocument en afleverhistorie van medicatie aan een derde meegegeven. Het in een gesloten enveloppe meegeven van deze medische informatie is niet voldoende om de privacy van een patiënt te waarborgen. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRGRO:2018:19 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2017/153
- Datum publicatie: 17-04-2018
- Datum uitspraak: 17-04-2018
- ECLI:NL:TGZRGRO:2018:19
Klacht tegen gynaecoloog. Klaagster is gedurende haar zwangerschap meermalen gezien, door onder andere verweerder, wegens vaginaal bloedverlies. Uiteindelijk is klaagster bevallen via een spoedsectio van een kindje dat na reanimatie hersendood bleek te zijn en enkele dagen later overleed. Klagers (klaagster en haar echtgenoot) verwijten verweerder onder meer dat hij onvoldoende onderzoek heeft verricht en te lang heeft vastgehouden aan een foute diagnose. Het college is van oordeel dat de verwijten onterecht zijn. De klacht is daardoor in zijn geheel ongegrond. Deze procedure hangt samen met de procedures met de kenmerken V2017/02, G2017/154 en G2017/155.
-
ECLI:NL:TAHVD:2018:64 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170303
- Datum publicatie: 16-04-2018
- Datum uitspraak: 09-04-2018
- ECLI:NL:TAHVD:2018:64
Dekenbezwaar.Schrapping. Verweerster is in twee instanties veroordeeld tot een gevangenisstraf van aanzienlijke duur. ZIj heeft brieven en beschikkingen van gerechtelijke instanties vervalst en het tegenover haar cliënten doen voorkomen dat gigantische bedragen aan depot voor deskundigenonderzoeken, voor advieswerkzaamheden of voor waarborgsommen betaald moesten worden. Verweerster heeft facturen met hoge bedragen voor procureurswerkzaamheden vervalst en aan haar cliënten doorbelast, een aan haar door de wederpartij overgemaakt groot depotbedrag niet aan haar cliënt doorbetaald en niet teruggestort, bij een juwelier sieraden gekocht maar deze niet betaald noch teruggegeven. Schending kernwaarden. Het verweer van verweerster dat zij ofwel deze feiten niet zelf heeft gepleegd ofwel dat zij deze feiten wel zelf heeft gepleegd maar onder druk en invloed van haar overleden echtgenoot, kan verweerster tegenover het tuchtrechtelijke verwijt niet baten. Verweerster is als advocaat zeer nauw betrokken geweest bij de omvangrijke fraude op haar eigen kantoor, gedurende vier jaar. Als het verweer van verweerster opgaat, moet in tuchtrechtelijke zin de conclusie worden getrokken dat verweerster geen enkel overzicht en geen controle over haar eigen kantoor had. Het verzoek van verweerster tot aanhouding van de tuchtzaak totdat de Hoge Raad heeft beslist op het cassatieverzoek wordt afgewezen. Ook als de cassatiemiddelen slagen doet dat niet af aan de tuchtrechtelijke verwijtbaarheid van de vaststaande feiten. Bekrachtiging.
-
ECLI:NL:TAHVD:2018:58 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170329
- Datum publicatie: 16-04-2018
- Datum uitspraak: 09-04-2018
- ECLI:NL:TAHVD:2018:58
Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerder heeft in een procedure gebruik gemaakt van een accountantsrapport. Nu dit rapport niet in het geding is gebracht, kan het hof evenals de raad niet vaststellen dat verweerder bewust een ongenuanceerd standpunt heeft ingenomen met als (uitsluitend) doel om de belangen van klagers te schaden. Klagers komt geen klachtrecht toe voor het gebruik van het rapport in strijd met afspraken daarover tussen verweerder en de accountant. Anders dan de raad is het hof van oordeel dat verweerder de naam van zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar aan klagers moet verstrekken. Art. 6:24 Verordening op de advocatuur (Voda) bepaalt dat de advocaat adequaat is verzekerd ter zake van het risico van zijn beroepsaansprakelijkheid (lid 1) en dat hij de verzekering aangaat met een verzekeraar van wie aannemelijk is dat deze voldoet aan redelijkerwijs te stellen eisen van solvabiliteit (lid 4). Doel van deze bepaling is dat aan het publiek tot op zekere hoogte waarborg moet worden geboden dat iedere advocaat voldoende verhaal biedt in geval van schade door een beroepsfout. Om invulling te geven aan deze waarborgfunctie die naar het oordeel van het hof niet alleen beperkt is tot de cliënt van een advocaat, het gaat immers om het publiek, dient een advocaat in beginsel desgevraagd aan een benadeelde die gegevens te verstrekken die het een benadeelde mogelijk maken om in contact te treden met de verzekeraar over de kwestie waarvan de benadeelde meent dat hij een claim op de advocaat heeft. Volstaan kan worden met het verstrekken van een afschrift van de melding van de aansprakelijkstelling aan de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar, wat impliceert dat de benadeelde bekend wordt met de gegevens van de verzekeraar. Uit het oogpunt van transparantie en integriteit kan dit ook van de advocaat worden verlangd. Nu verweerder dit heeft geweigerd, is de klacht gegrond. In zoverre vernietigt het hof de beslissing van de raad en legt een waarschuwing op. Overigens bekrachtiging. Proceskostenveroordeling.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1889
- Pagina: 1890
- Pagina: 1891
- ...
- Pagina: 4517
- Volgende pagina zoekresultaten