Zoekresultaten 18891-18900 van de 45150 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:84 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-064

    Voorzittersbeslissing. Klacht van derde tegen advocaat. Klager heeft geen persoonlijk belang voor zover de klacht ziet op uitlatingen van verweerder richting de deken in een kwestie tussen verweerder en een andere advocaat. In zoverre is klager niet-ontvankelijk. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:61 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170327

    Verweerder beschouwde klaagster als zijn cliënte samen met haar echtgenoot met wie hij de echtscheiding heeft besproken. Verweerder is jegens klaagster tekortgeschoten in het verstrekken van informatie over de gevolgen van de bepalingen uit het convenant, nu hij haar slechts éénmaal heeft gesproken bij de ondertekening van het convenant. Berisping. Proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:55 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170248

    De voorzitter van de raad heeft de klacht van klager kennelijk ongegrond verklaard. Het verzet van klager tegen die beslissing is door de raad ongegrond verklaard. Klager heeft hoger beroep ingesteld tegen die beslissing van de raad. De voorzitter van het hof heeft het hoger beroep afgewezen op grond van art. 46 h lid 7 Advocatenwet. Tegen die beslissing heeft klager verzet ingesteld. Het hof verklaart het verzet ongegrond: klager heeft geen gronden gesteld die aanleiding kunnen geven tot doorbreking van het appelverbod.

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:85 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-063

    Voorzittersbeslissing. Klacht van derde tegen advocaat. Klager heeft geen persoonlijk belang voor zover de klacht ziet op uitlatingen van verweerster richting de deken in een kwestie tussen verweerster en een andere advocaat. In zoverre is klager niet-ontvankelijk. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:62 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170295

    Klacht tegen advocaat wederpartij in vervolg op berichten in de media, ongegrond. Verweerder mocht, nu zijn cliënt reeds aangifte van diefstal had gedaan en klager met de betreffende paarden was weggereden, de media inschakelen om de paarden op te sporen. Gebruikte bewoordingen gelet op de hectiek van het moment niet onnodig grievend.

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:56 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170338

    Grotendeels gegronde klacht tegen eigen advocaat. Verweerder heeft niet (financieel) integer gehandeld door niet te beschikken over een deugdelijke klachtenregeling, klachten niet door te leiden aan zijn klachtenfunctionaris, na te laten klager adequaat te adviseren over zijn rechtspositie en procesrisico’s en klager onvoldoende te informeren over de mogelijkheid van gefinancierde rechtsbijstand. Verweerder heeft bovendien niet deskundig gehandeld door getuigenverhoren onvoldoende met klager voor te bereiden, na te laten op grond van het BBA de vernietiging van de opzegging in te roepen en na te laten zich op het standpunt te stellen dat de juiste opzegtermijn in acht genomen had moeten worden. Het hoger beroep beperkt zich tot de door de raad opgelegde maatregel van voorwaardelijke schorsing voor de duur van één maand. Het verwijtbare handelen betreft geen incidentele schending maar een veelomvattende ernstige schending van kernwaarden van de advocatuur. De omstandigheid dat verweerder niet eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld, maakt dat volstaan kan worden met een voorwaardelijke schorsing. Uitsluitend omdat de periode van een maand geen standaard afgebakend aantal dagen kent, wordt de uitspraak van de raad in zoverre vernietigd en wordt aan verweerder een voorwaardelijke schorsing opgelegd voor de duur van vier weken. Bekrachtiging voor het overige. Proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:86 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-1063

    Voorzittersbeslissing: advocaat wederpartij; de voorzitter is van oordeel dat niet is gebleken dat verweerder tijdens zijn pleidooi of in zijn pleitnota onwaarheden heeft geschreven of heeft geuit. Verweerder mocht afgaan op informatie van cliënte en op basis daarvan het partijdige standpunt innemen als door hem is gedaan onder meer over de gang van zaken bij de notaris. De klacht is dan ook kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:63 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170043

    Tussen klaagster en verweerder is onenigheid ontstaan over de verdeling van de door klaagster als opvolgend advocaat van verweerder ontvangen vergoeding voor de toevoeging. Klaagster heeft een eigen belang bij haar klacht en is daarom ontvankelijk. Anders dan de raad, acht het hof de klacht - inhoudende dat verweerder werkzaamheden heeft opgevoerd die niet voor verrekening in aanmerking komen, dat hij klaagster op het verkeerde been heeft gezet door een onjuiste urenspecificatie toe te zenden en hij niet nauwgezet heeft gehandeld - ongegrond. Het is niet de taak van het hof om een oordeel te geven over het geschil tussen klaagster en verweerder. De tuchtrechter beoordeelt immers niet of de ene partij nog een bedrag verschuldigd is aan de andere partij, maar of verweerder met betrekking tot de financiële afwikkeling van de toevoeging een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Daarvan is het hof niet gebleken. Vernietiging.

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:87 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-744

    Klacht over eigen advocaat; Niet gebleken is dat verweerster in strijd met de afspraak een concept verweerschrift te laat aan klaagster heeft gestuurd. Ten aanzien van de klacht over de kwaliteit van de werkzaamheden, zoals de gestelde taal-en spelfouten en de bezwaren tegen de opzet en opbouw van het concept, is de raad van oordeel dat deze bezwaren niet zodanig zijn dat het concept als beneden de maat moet worden gekwalificeerd. Ten aanzien van het verwijt dat de kantoorgenoot/jurist van verweerster het telefoongesprek tussen klaagster en verweerster heeft kunnen volgen, oordeelt de raad dat zulks niet tuchtrechtelijk verwijtbaar is omdat ook de kantoorgenoot een geheimhoudingsplicht heeft en verweerster verantwoordelijk is voor het handelen van deze kantoorgenoot. De klacht is in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:81 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-061

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen voormalig advocaat wederpartij kennelijk ongegrond. Dat verweerster niet heeft gereageerd en de verzochte informatie niet heeft verschaft is niet tuchtrechtelijk laakbaar, onder meer omdat klager deze informatie op een andere wijze had kunnen ontvangen en verweerster de zaak inmiddels had overgedragen. Rechtsgebied: civiel overig.