Zoekresultaten 12871-12880 van de 43384 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:196 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/200

    Klaagster verwijt verweerster, huisarts, dat zij geen dan wel onjuiste zorg verleend. Zo zou verweerster (onder meer) ten onrechte geen spoedvisite in verband met heftige buikklachten bij klaagster hebben afgelegd, haar ten onrechte niet heeft doorverwezen toen klaagster kampte met lichtsensaties in haar ogen, zonder klaagster toestemming het CIZ heeft gevraagd om een uitbreiding van de zorgindicatie en ten onrechte klaagster wil doorverwijzen naar het geriatrieteam. Klaagster is het vertrouwen verloren in verweerster en is nu aangewezen op de SEH of de HAP wanneer de collega van verweerster niet aanwezig is in de praktijk. Verweerster voert verweer. Naar het oordeel van het college is de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2019:48 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1904

    Medisch dossier van klager is na beëindiging praktijk van huisarts niet terechtgekomen bij diens praktijkopvolger, ook niet bij de nieuwe huisarts van klager, en dus niet correct overgedragen conform de KNMG-richtlijn. Verweerder heeft hiervoor geen verklaring gegeven, geen poging gedaan het dossier te (helpen) reconstrueren, klager met een kluitje in het riet gestuurd en zich niet toetsbaar opgesteld. Belangen klager ernstig verwaarloosd. Klacht gegrond, berisping.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:256 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.060

    Verweerder, fysiotherapeut, is eigenaar van een fysiotherapiepraktijk met drie vestigingen. Klaagster werd door een andere in de praktijk werkzame fysiotherapeut behandeld met de methode genaamd ‘Muscle activation’. Deze andere fysiotherapeut heeft op enig moment de arbeidsovereenkomst met verweerder opgezegd. Onderdeel van die arbeidsovereenkomst was een concurrentie- en relatiebeding voor de periode van twee ja na het beëindigen van de arbeidsovereenkomst. Klaagster verwijt verweerder dat hij in strijd met het belang van een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg heeft gehandeld, door vast te houden aan het concurrentiebeding met zijn voormalige werknemer. Zij stelt dat de vrije keuze van zorgverlener voor haar in het geding is gekomen nu zij niet meer behandeld kan worden door de voormalige werknemer van verweerder. Het Regionaal Tuchtcollege heeft deze klacht afgewezen. Klaagster heeft voorts geklaagd over het feit dat verweerder eventuele hervatting van de behandeling afhankelijk heeft gesteld van het intrekken van de tuchtklacht. Ook dat klachtonderdeel is door het Regionaal Tuchtcollege afgewezen. Klaagster heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld. De fysiotherapeut heeft incidenteel beroep ingesteld tegen de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege voor zover klaagster ontvankelijk is verklaard in haar klacht. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het incidenteel beroep en verklaart de klacht van klaagster met betrekking tot het vasthouden aan het concurrentie- en relatiebeding alsnog gegrond, maar legt aan de fysiotherapeut op dat punt geen maatregel op. Een niet door het Regionaal Tuchtcollege behandeld klachtonderdeel inzake een tussen partijen gevoerd telefoongesprek wordt door het Centraal Tuchtcollege afgewezen. Het klachtonderdeel betreffende het afhankelijk stellen van verdere behandeling van het intrekken van de tuchtklacht wordt gegrond verklaard. Ter zake wordt aan verweerder een waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2019:49 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1990

    Klacht van echtgenote van overleden patiënt tegen huisarts betreft (avond)visite vanuit huisartsenpost. Het college acht aannemelijk dat in aanwezigheid verweerder de gemeten temperatuur 30.2 graden Celsius is geweest. Alleen al daarom, maar zeker in combinatie met het (afwijkend) klinisch beeld, had verweerder patiënt naar ziekenhuis moeten insturen. Mede gelet op wisseling van dienst op huisartsenpost kort na de visite van verweerder is ook het noteren van een onjuiste temperatuur (36 graden) in het medisch dossier onzorgvuldig en tuchtrechtelijk verwijtbaar. Verweerder heeft zich niet toetsbaar opgesteld. Klacht gegrond, berisping.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:257 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.072

    Klacht tegen huisarts. De kinderen van klager zijn op enig moment onder toezicht gesteld en uit huis geplaatst. Klager verwijt verweerder dat hij nalatig is geweest met betrekking tot het weghalen van de kinderen van klager en geen aangifte heeft gedaan van valsheid in geschrifte en van het feit dat kinderen van klager door derden zijn misbruikt. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:156 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-577

    Verzet is ongegrond. Of verweerder een betalingstoezegging heeft gedaan, is een civiel geschil; geen tuchtrechtelijke procedure.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2019:25 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2018/51

    Dierenarts wordt verweten verwijtbaar te hebben gehandeld ten aanzien van de invulling en afgifte van een dierenpaspoort. Gegrond. Mede gelet op eerder opgelegde tuchtrechtelijke maatregelen, volgt geldboete van € 500,= waarvan de helft voorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2019:26 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2018/77

    Dierenarts wordt verweten dat hij bij de keuring van een paard een OCD-fragment ter hoogte van het kogelgewricht rechtsvoor, alsook artrose en een oogaandoening niet heeft opgemerkt c.q. niet heeft gemeld en het paard ten onrechte klinisch en röntgenologisch geschikt heeft bevonden voor de (dressuur)sport, zonder enige bemerking in het keuringsrapport. Deels gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2019:27 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2018/16

    Vijf bij dezelfde kliniek werkzame dierenartsen wordt verweten dat zij veterinair nalatig hebben gehandeld doordat met betrekking tot de kreupelheidsklachten van een hond een onjuiste (waarschijnlijkheids)diagnose is gesteld en tot een onjuiste behandeling is geadviseerd. Ten aanzien van twee van de vijf dierenartsen gegrond. Volgt berisping en waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2019:22 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2018/58

    Klacht van BFT in verband met schending informatieplicht, niet helder offreren, onvolledige urenadministratie, onzorgvuldig handelen bij de beoordeling van wilsbekwaamheid, onvoldoende dossiervorming en onvoldoende voortvarend handelen. Klacht gegrond. Mede in verband met het tuchtrechtelijk verleden van de notaris legt de kamer een geldboete op van € 7.500,- met openbaarmaking van de opgelegde maatregel en veroordeling in de proceskosten.