Zoekresultaten 21591-21600 van de 45231 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSGR:2016:283 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-007/DH/RO b
- Datum publicatie: 15-05-2017
- Datum uitspraak: 05-12-2016
- ECLI:NL:TADRSGR:2016:283
Beslissing op verzet. Verweerder heeft uitdrukkelijk en gemotiveerd het standpunt betrokken dat geen sprake was van (een schijn van) belangenverstrengeling. Klaagster heeft concrete bewijslevering achterwege gelaten. Haar belofte om op eerste verzoek van de raad alsnog met stukken te zullen komen maakt dit niet anders. Het is immers niet aan de raad om bewijs te vergaren. Het is de eigen verantwoordelijkheid van klaagster om door haar betrokken stellingen met bewijs te schragen. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2016:162 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 706.2016
- Datum publicatie: 15-05-2017
- Datum uitspraak: 04-08-2016
- ECLI:NL:TGDKG:2016:162
Verzoek tot wraking. Verzoek niet-ontvankelijk verklaard vanwege het feit dat de tuchtrechter geen zaak van verzoeker in behandeling heeft.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2017:55 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 16196a
- Datum publicatie: 15-05-2017
- Datum uitspraak: 15-05-2017
- ECLI:NL:TGZREIN:2017:55
Klager verwijt verweerder, psychiater, dat hij heeft laten gebeuren dat er een vriendschappelijke en persoonlijke relatie ontstond tussen klager en verweerder en dat deze relatie veel te ver ging. Tevens verwijt klager verweerder dat hij de behandelingsrelatie plotseling heeft beëindigd waardoor klager zich aan zijn lot overgelaten voelde. Klacht gegrond, berisping.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2016:284 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-007/DH/RO c
- Datum publicatie: 15-05-2017
- Datum uitspraak: 05-12-2016
- ECLI:NL:TADRSGR:2016:284
Beslissing op verzet. Verweerder heeft uitdrukkelijk en gemotiveerd het standpunt betrokken dat geen sprake was van (een schijn van) belangenverstrengeling. Klaagster heeft concrete bewijslevering achterwege gelaten. Haar belofte om op eerste verzoek van de raad alsnog met stukken te zullen komen maakt dit niet anders. Het is immers niet aan de raad om bewijs te vergaren. Het is de eigen verantwoordelijkheid van klaagster om door haar betrokken stellingen met bewijs te schragen. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2017:56 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 16196b
- Datum publicatie: 15-05-2017
- Datum uitspraak: 15-05-2017
- ECLI:NL:TGZREIN:2017:56
Klager verwijt verweerder, psychotherapeut , dat hij heeft laten gebeuren dat er een vriendschappelijke en persoonlijke relatie ontstond tussen klager en verweerder en dat deze relatie veel te ver ging. Tevens verwijt klager verweerder dat hij de behandelingsrelatie plotseling heeft beëindigd waardoor klager zich aan zijn lot overgelaten voelde. Klacht gegrond, berisping.
-
ECLI:NL:TGDKG:2017:42 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/607725 DW RK/16/456
- Datum publicatie: 15-05-2017
- Datum uitspraak: 25-04-2017
- ECLI:NL:TGDKG:2017:42
Verzoek tot wraking. Verzoek afgewezen. Het verzoek en de aanvullende gronden leveren, op zichzelf beschouwd noch in onderling verband bezien, een grond op voor de stelling dat de plaatsvervangend-voorzitter jegens verzoeker een vooringenomenheid koestert of dat de dienaangaande bij hem bestaande vrees subjectief dan wel objectief gerechtvaardigd is.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2016:285 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-007/DH/RO d
- Datum publicatie: 15-05-2017
- Datum uitspraak: 05-12-2016
- ECLI:NL:TADRSGR:2016:285
Beslissing op verzet. Verweerster heeft uitdrukkelijk en gemotiveerd het standpunt betrokken dat geen sprake was van (een schijn van) belangenverstrengeling. Klaagster heeft concrete bewijslevering achterwege gelaten. Haar belofte om op eerste verzoek van de raad alsnog met stukken te zullen komen maakt dit niet anders. Het is immers niet aan de raad om bewijs te vergaren. Het is de eigen verantwoordelijkheid van klaagster om door haar betrokken stellingen met bewijs te schragen. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2017:43 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/611223 DW RK/16/700
- Datum publicatie: 15-05-2017
- Datum uitspraak: 25-04-2017
- ECLI:NL:TGDKG:2017:43
Verzoek tot wraking. Verzoek niet-ontvankelijk verklaard omdat de rechter niet bij de behandeling van het door klager indiende verzet betrokken was. Onderscheid tussen klacht ingediend in het kader van het tuchtrecht en een klacht van organisatorische aard ingediend in het kader van het klachtrecht.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:84 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 219/2016
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 12-05-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:84
Fysiotherapeute heeft geneeskundige behandelingsovereenkomst gesloten en vervolgens weer beëindigd voordat de behandeling was begonnen. Op grond van artikel 460 WGBO kan de hulpverlener de behandelingsovereenkomst niet opzeggen, behoudens gewichtige redenen. In richtlijn V.06 “Niet aangaan of beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst” van de KNMG is uitgewerkt wat onder gewichtige redenen kan worden verstaan. Ter zitting heeft verweerster aangevoerd dat zij bij eerdere behandelingen niet alleen slechte ervaringen had met het betaalgedrag van deze patiënt, maar dat zij zich tijdens die eerdere behandelingen, die plaatsvonden bij patiënt thuis in aanwezigheid van klager, ook geïntimideerd voelde. Patiënt en klager waren zeer dwingend in hun eisen. Verweerster heeft dit als zeer onprettig ervaren en het heeft afbreuk gedaan aan de vertrouwensrelatie die zij met de patiënt onderhoudt. Deze gebeurtenissen, in combinatie met het eerdere betaalgedrag van de patiënt, kwalificeren als gewichtige redenen als bedoeld in artikel 460 WGBO. Hoewel het beëindigen van de geneeskundige behandelingsovereenkomst op deze korte termijn ongelukkig is te noemen, is geen sprake van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. In dat verband is van belang dat verweerster zich er van had vergewist dat er geen sprake was van medisch noodzakelijke hulp, dat zij had uitgezocht dat de patiënt al onder behandeling was van een collega en dat tussen de praktijk van die collega en de praktijk van verweerster de afspraak bestond dat zij patiënten terug verwijzen naar de praktijk waar zij in behandeling zijn. Vast staat verder dat patiënt diezelfde middag nog is behandeld door de collega van verweerster. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:81 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170008
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 08-05-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:81
Tav ko 1: Naar het oordeel van het hof doet het er voor de beoordeling van het aan verweerder gemaakte verwijt niet toe of klaagster al dan niet bij het intakegesprek ten kantore van verweerder aanwezig was en of verweerder ervan mocht uitgaan dat klaagster verlangde dat hij voor haar zou optreden. Het kwalijke van zijn behandeling van de zaak zit daarin dat verweerder bij aanvaarding van de opdracht zich niet heeft vergewist van de identiteit van de klaagster als cliënt en vervolgens in geen enkel stadium van zijn bijstand aan klaagster persoonlijk met haar overleg heeft gevoerd over haar bijzondere positie in het geschil, waar zij immers een handtekening had gezet onder een in het Nederlands gestelde akte, waarschijnlijk zonder besef van de inhoud daarvan en de mogelijke consequenties en dat verweerder blijkbaar in het geheel geen oog heeft gehad voor de allerminst denkbeeldige mogelijkheid dat verweerster een wezenlijk tegengesteld belang zou kunnen hebben met zijn vaste cliënt B, op wiens instigatie klaagster de overeenkomst had mede-ondertekend. Tav ko 2: Verweerder erkent in zijn appelmemorie dat hij het voor klaagster ongunstige vonnis van de rechtbank niet met klaagster heeft besproken. Verweerder voert in dit verband aan dat alle contacten via B liepen waarmee hij al jaren een zakelijke relatie had en van wie hij vernam dat hij en klaagster ervan afzagen appel in te stellen. Dit betoog neemt volgens het hof niet weg dat het uiterst laakbaar is dat verweerder geen overleg heeft gevoerd met klaagster en haar bijzondere, van die van zijn vaste cliënt B mogelijk afwijkende, positie in de hele affaire niet met haar heeft besproken en haar niet persoonlijk heeft geadviseerd over de kans om, al dan niet bijgestaan door een andere advocaat, in hoger beroep een beter resultaat te bereiken. Volgt gegrondverklaring van de klacht en het hof acht de door de raad opgelegde maatregel van schrapping passend.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 2159
- Pagina: 2160
- Pagina: 2161
- ...
- Pagina: 4524
- Volgende pagina zoekresultaten