Zoekresultaten 21571-21580 van de 45244 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:142 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.367

    Klacht tegen arts werkzaam als vaste bedrijfsarts bij de werkgever van klager. In dat bedrijf wordt gewerkt met chemische stoffen. Verweerster heeft de door haar gesignaleerde onrust in de lakhal met de werkgever besproken en aan hem gemeld dat er mensen waren met mogelijk werkgerelateerde luchtwegklachten. Klager heeft zich bij verweerster gemeld met dreigende werkgerelateerde overspannenheid en longklachten. Hij heeft zich niet ziek gemeld. Klager verwijt verweerster - kort gezegd - onzorgvuldig handelen, onvoldoende inzicht in en onderzoek naar de situatie op de werkvloer en gebrek aan onafhankelijkheid. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen en publicatie van de beslissing gelast. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:149 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.442

    Klacht tegen psychiater. De inmiddels overleden pleegvader van klager is vanwege depressiviteit en suïcidaliteit opgenomen geweest in een instelling voor ouderenpsychiatrie waar hij onder behandeling was van de psychiater. De relatie tussen klager en de pleegvader was complex. De psychiater heeft hiervan onder meer in het medisch dossier van de pleegvader verslag gedaan. Klager verwijt de psychiater dat hij in 2005 een grove beoordelingsfout heeft gemaakt en dat hij klager onheus heeft bejegend, onder meer door de wijze waarop hij klager heeft afgeschilderd in het medisch dossier. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager in de klacht deels niet-ontvankelijk verklaard en de klacht voor het overige afgewezen op grond dat de uitlatingen van de psychiater niet dusdanig onzorgvuldig waren dat de psychiater daarvan in tuchtrechtelijke zin een verwijt kan worden gemaakt. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:143 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.368

    Klacht tegen arts werkzaam als vaste bedrijfsarts bij de werkgever van klager. In dat bedrijf wordt gewerkt met chemische stoffen. Verweerster heeft de door haar gesignaleerde onrust in de lakhal met de werkgever besproken en aan hem gemeld dat er mensen waren met mogelijk werkgerelateerde luchtwegklachten. Klager heeft zich bij verweerster gemeld met luchtwegproblemen zoals benauwdheid en hoesten. Hij heeft zich niet ziek gemeld. Klager verwijt verweerster - kort gezegd - onzorgvuldig handelen, onvoldoende inzicht in en onderzoek naar de situatie op de werkvloer en gebrek aan onafhankelijkheid. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen en publicatie van de beslissing gelast. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:150 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.491

    Klacht tegen verzekeringsarts. Klager lijdt aan een autismespectrumstoornis. Klager heeft bij de gemeente een urgentieverklaring op zowel sociale als medische gronden aangevraagd. Alleen aanvragen die zijn ingedeeld in categorie 4 (een medische noodsituatie die binnen 3 maanden opgelost moet worden door te verhuizen naar een adequate woning) komen in aanmerking voor een medische urgentie. Klager is door de medisch adviseur van de gemeente ingedeeld in categorie 3 (problematiek waarvoor een medische noodzaak bestaat tot oplossing) waarna de aanvraag om een urgentieverklaring is afgewezen. Klager heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Verweerster (verzekeringsarts) heeft klager op haar spreekuur gezien en heeft een rapport ‘medisch oordeel bezwaarprocedure’ uitgebracht waarin zij eveneens tot categorie 3 concludeert. De klacht houdt in dat: 1. Verweerster niet objectief is; 2. Verweerster onkundig is op het gebied van autisme en over onvoldoende kennis beschikt over de gevolgen van haar advies aan de gemeente; 3. De prognose in het rapport van verweerster niet strookt met de daarin opgenomen bevindingen; 4. Verweerster onethisch is in haar aanname dat klager verantwoord zijn werk als chauffeur kan blijven uitoefenen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege neemt het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege over en verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:144 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.369

    Klacht tegen arts werkzaam als vaste bedrijfsarts bij de werkgever van klager. In dat bedrijf wordt gewerkt met chemische stoffen. Verweerster heeft de door haar gesignaleerde onrust in de lakhal met de werkgever besproken en aan hem gemeld dat er mensen waren met mogelijk werkgerelateerde luchtwegklachten. Klager heeft zich ziek gemeld vanwege longklachten, psychische klachten en ongeschiktheid voor fysiek zware werkzaamheden. Klager verwijt verweerster - kort gezegd - onzorgvuldig handelen, onvoldoende inzicht in en onderzoek naar de situatie op de werkvloer en gebrek aan onafhankelijkheid. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen en publicatie van de beslissing gelast. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:107 Raad van Discipline Amsterdam 16-923/A/A

    Ongegrond verzet

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:145 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.370

    Klacht tegen arts werkzaam als vaste bedrijfsarts bij de werkgever van klager. In dat bedrijf wordt gewerkt met chemische stoffen. Verweerster heeft de door haar gesignaleerde onrust in de lakhal met de werkgever besproken en aan hem gemeld dat er mensen waren met mogelijk werkgerelateerde luchtwegklachten. Klager heeft zich bij verweerster gemeld met knieklachten en psychische klachten. Hij heeft zich verschillende keren ziek gemeld. Klager verwijt verweerster - kort gezegd - onzorgvuldig handelen, onvoldoende inzicht in en onderzoek naar de situatie op de werkvloer en gebrek aan onafhankelijkheid. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen en publicatie van de beslissing gelast. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:108 Raad van Discipline Amsterdam 16-1170/A/NH

    Gegronde klacht over eigen advocaat. Verweerder heeft niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt door klager onjuist te adviseren en door de advocaat van de wederpartij, de rechtbank en het gerechtshof onjuist te informeren omtrent de achtergrond van een verzoek om uitstel. Berisping en proceskostenveroordeling

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:146 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.371 t/m c2016.375

    Klacht tegen bedrijfsarts, verbonden aan de arbo-dienst en supervisor van de arts die als vaste bedrijfsarts werkzaam is bij de werkgever van klagers. In dat bedrijf wordt gewerkt met chemische stoffen. Verweerder is bij de behandeling van een aantal klagers betrokken via collegiaal overleg, advisering en vakantie-waarneming van de vaste bedrijfsarts. Klagers verwijten verweerder - kort gezegd - onzorgvuldig handelen, onvoldoende inzicht in en onderzoek naar de situatie op de werkvloer en gebrek aan onafhankelijkheid. Aanvullend verwijten klagers verweerder dat hij met zijn kennis op toxicologisch gebied heeft nagelaten zijn verantwoordelijkheid jegens de vaste bedrijfsarts zorgvuldig en adequaat in te vullen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klagers.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:115 Raad van Discipline Amsterdam 17-054/A/A

    Ongegronde klacht advocaat wederpartij. Verweerster is namens haar cliënt geen nodeloze procedures tegen klaagster gestart. Er bestaat geen verplcihting om in hoger beroep nieuwe feiten of nieuwe argumenten aan te voeren. Voor zover de klacht ziet op het indienen van een verzoek tot wijziging van de alimentatie geldt dat er nieuwe feiten en omstandigheden waren. Dat die niet tot een aanpassing van de alimentatie hebben geleid, maakt niet dat het verzoek nodeloos was. Verweerster heeft evenmin stellingen ingenomen waarvan zij wist of kon weten dat zij onjuist waren. De gewraakte uitlatingen zagen deels op het onderwerp waarover partijen nu juist in geschil waren en voor het overige is niet komen vast te staan dat verweerster de uitlatingen heeft gedaan. Ten slotte is het aanvragen van toevoegingen teneinde verder te kunnen procederen niet tuchtrechtelijke verwijtbaar.