Zoekresultaten 21561-21570 van de 45244 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:155 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.456

    De behandeling van de zaak in beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen. Het Centraal Tuchtcollege voegt hier aan toe dat het handelen van de verpleegkundige ook niet valt onder de werking van de tweede tuchtnorm.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:81 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-154/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat kennelijk ongegrond. Het kan verweerder, gelet op de ontstane vertrouwensbreuk, niet worden verweten dat hij zich als advocaat van klager heeft onttrokken. Niet is gebleken dat verweerder klagers belangen heeft geschaad bij het beëindigen van zijn werkzaamheden.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:163 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-153/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat die de ex-partner van klager in verschillende procedures inzake de omgang tussen klager en zijn kinderen heeft bijgestaan. De advocaat heeft de belangen van haar cliënte behartigd binnen de grenzen van de haar - als advocaat van de wederpartij - toekomende vrijheid. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:82 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-155/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat kennelijk ongegrond. De klacht is deels onvoldoende onderbouwd en voor het overige gemotiveerd door verweerder weerlegd. Nu geen maatregel wordt opgelegd, komt de voorzitter aan de beoordeling van klagers verzoek tot schadevergoeding niet toe.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:151 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.320

    De cardioloog heeft op 15 september 2009 een hartcatheterisatie bij klager verricht Tijdens deze catheterisatie bleek sprake van een vernauwing van een groot coronairvat. De cardioloog heeft daarom aansluitend aan de hartcatheterisatie een stent bij klager geplaatst. Klager verwijt de cardioloog: 1. wangedrag tijdens de hartcatheterisatie; 2. dat hij klager onvoldoende heeft geobserveerd en 3. dat hij een stent heeft geplaatst, terwijl dit niet noodzakelijk was en hij daarvoor ook geen toestemming aan klager had gevraagd. Het Regionaal Tuchtcollege waarschuwt de cardioloog. Het Centraal Tuchtcollege is unaniem van oordeel dat een berisping op zijn plaats is, omdat geen informed consent heeft plaatsgevonden. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep en, opnieuw rechtdoende, berispt de cardioloog.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:152 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.321

    Bij klager is op 15 september 2008 direct aansluitend aan een hartkatheterisatie een stent geplaatst. De cardioloog is als Chef de Clinique van de afdeling cardiologie betrokken geweest bij de afhandeling van de klachten van klager over deze behandeling. Klager verwijt de cardioloog, voor zover in beroep van belang, dat: 1. hij in de brief van 20 oktober 2010 feiten heeft verdraaid door een ten onrechte gewijzigde tekst als origineel te hebben gepresenteerd; 2. dat hij een onjuiste enzymenwaarde heeft opgenomen in zijn brief aan de klachtencommissie van 20 oktober 2010; 3. dat hij welbewust onjuiste informatie aan de klachtenfunctionaris, de klachtencommissie, de juridische dienst van het UMCG, Centramed en klager heeft gegeven waarmee hij klager ernstige financiële en psychische schade heeft bezorgd en 4. dat onvoldoende terecht is gekomen van de door hem toegezegde nazorg. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachten, voor zover klager ontvankelijk is, afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:109 Raad van Discipline Amsterdam 16-1171/A/NH

    Klacht over eigen advocaat deels niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop en deels ongegrond. Niet is gebleken dat verweerder de zaken die hij voor klager behartigde heeft gefrustreerd of gesaboteerd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:147 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.376 t/m c2016.380

    Klacht tegen bedrijfsarts, verbonden aan de arbo-dienst en praktijkopleider van de arts die als vaste bedrijfsarts werkzaam is bij de werkgever van klagers. In dat bedrijf wordt gewerkt met chemische stoffen. Verweerster had tweewekelijks een evaluatiegesprek met de vaste bedrijfsarts en heeft spreekuren en overleggen waaronder kwartaalbesprekingen op MT-niveau bijgewoond. Verweerster is bij de behandeling van een aantal klagers betrokken via collegiaal overleg, advisering en vakantie-waarneming van de vaste bedrijfsarts. Klagers verwijten verweerster - kort gezegd - onzorgvuldig handelen, onvoldoende inzicht in en onderzoek naar de situatie op de werkvloer en gebrek aan onafhankelijkheid. Aanvullend houden klagers verweerster mede verantwoordelijk voor het handelen/nalaten van de vaste bedrijfsarts. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klagers.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:141 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.366

    Klacht tegen arts werkzaam als vaste bedrijfsarts bij de werkgever van klaagster. In dat bedrijf wordt gewerkt met chemische stoffen. Verweerster heeft de door haar gesignaleerde onrust in de lakhal met de werkgever besproken en aan hem gemeld dat er mensen waren met mogelijk werkgerelateerde luchtwegklachten. Klaagster heeft zich ziek gemeld in verband met longklachten. Zij verwijt verweerster - kort gezegd - onzorgvuldig handelen, onvoldoende inzicht in en onderzoek naar de situatie op de werkvloer en gebrek aan onafhankelijkheid. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen en publicatie van de beslissing gelast. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster en gelast eveneens publicatie van de beslissing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:148 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.381 t/m c2016.385

    Klacht tegen arts, directeur van de arbo-dienst die bedrijfsgeneeskundige diensten voor de werkgever van klagers verzorgt. Tussen verweerder en de bij de werkgever actieve (bedrijfs)artsen is een manager aangesteld die de operationele zaken rond de invulling van de contracten voor levering van bedrijfsgeneeskundige zorg regelt. Klagers houden verweerder mede verantwoordelijk voor hetgeen zij de (bedrijfs)artsen verwijten te weten: onzorgvuldig handelen, onvoldoende inzicht in en onderzoek naar de situatie op de werkvloer en gebrek aan onafhankelijkheid. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klagers niet-ontvankelijk verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klagers.