Zoekresultaten 19971-19980 van de 44966 resultaten

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:118 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 17132

    Klacht tegen chirurg over onkundige en niet correcte behandeling ongegrond. Restloos herstel na gecompliceerde polsfractuur niet zeker. Advies om te oefenen terecht gegeven. Verweerder was bereid tot verwijzing en heeft klaagster serieus genomen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:309 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.157

    Ne bis in idem. Anders dan klager stelt, betreft de onderhavige klacht hetzelfde feitencomplex als een eerder ter beoordeling voorgelegde klacht. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager terecht niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht. Verwerpt beroep.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:186 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-496/DB/ZWB

    Niet komen vast te staan dat verweerder klager op onbehoorlijke wijze heeft bejegend of zich onnodig grievend heeft uitgelaten tijdens een telefoongesprek dat begin 2016 plaatsvond. Verweerder heeft zich wel nodeloos grieven uitgetalen met de passage in een brief aan klager: “U wil alleen meewerken als uw zoon bij u komt wonen. Ik begrijp dat uw zoon wisselgeld is. Maar is dat, wat uw kind voor u betekent? Gebruikt u hem daarvoor? Is hij niet meer waard?” Klacht deels gegrond, deels ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:171 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-697

    Voorzittersbeslissing: klacht tegen voormalig deken. Voorzitter oordeelt dat een deken ook na indiening van klacht tegen hem de klachten tegen de beklaagde advocaten mag blijven behandelen. Gevolg van het wettelijk systeem. Doorverwijzing naar andere deken staat volledig ter vrije beoordeling van de deken zelf. In deze klachtzaken heeft verweerder vanaf de indiening van de klacht tegen hem, vanaf 3 augustus 2016, de afhandeling van de klachten van klager aan zijn toenmalig waarnemend deken overgedragen. Daarmee is verweerder aan de wens van klager tegemoet gekomen. Dat de naam van verweerder onder het dekenstandpunt van de waarnemend deken is gezet, is een administratieve omissie gebleken. Alleen dat is niet voldoende om daaruit af te leiden dat verweerder het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:310 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.303

    Klacht tegen verpleegkundige. Klaagster is in 2006 en 2015 gedwongen opgenomen geweest in een psychiatrisch centrum waar verweerster als sociaal psychiatrisch verpleegkundige werkzaam is. Tevens is verweerster lid van een FACT-team. De klacht betreft de gedwongen opnamen van klaagster en die van haar partner en een kennis. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard in de klacht over de opname in 2006 vanwege verjaring en ten aanzien van de klacht over de opname van haar partner en een kennis omdat klaagster bij deze zorg geen rechtstreeks belanghebbende is. Voor het overige heeft het Regionaal Tuchtcollege de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:159 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-138

    Ongegronde klacht tegen een gynaecoloog. De gynaecoloog heeft de keuze voor een uitwendige versie in de verloskamer in plaats van een inwendige versie op de operatiekamer weloverwogen gemaakt. Het College acht het niet beëindigen van de oxytocinetoediening voorafgaand aan de uitwendige versie niet juist, maar in de gegeven omstandigheden niet tuchtrechtelijk verwijtbaar, nu sprake was van goede hartactie en er geen weeënactiviteit was, de uterus soepel voelde en de oxytocine na de versie weer nodig was. Het College onderschrijft dat het stopzetten en afkoppelen van de pomp voor oxytocinetoediening een door de verpleging te verrichten routinematige handeling is. Evenmin is gebleken dat de gynaecoloog informatie heeft verzwegen. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2017:33 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2017/116

    Klacht tegen chirurg. Klaagster is de dochter van een overleden patiënte. Verweerder heeft bij patiënte een totale maagresectie uitgevoerd, omdat bij haar een diffuus maagcarcinoom was geconstateerd. Enkele dagen na de operatie kreeg patiënte last van diarree gevolgd door andere lichamelijke klachten. Uiteindelijk werd patiënte ruim een week na de operatie met spoed opnieuw geopereerd wegens nierfalen. Tijdens deze operatie werd een darmischemie bij patiënte vastgesteld. Aan de gevolgen hiervan is zij enkele uren later overleden. Klaagster verwijt verweerder dat hij niet voorafgaand aan de operatie met patiënte en klaagster heeft gesproken. Daarnaast verwijt klaagster verweerder dat hij na het overlijden van patiënte niet gesproken heeft met klaagster. Voorts verwijt zij verweerder dat hij de maagresectie niet goed heeft uitgevoerd en dat daardoor de darmischemie is ontstaan. Tot slot verwijt klaagster verweerder dat hij onvoldoende onderzoek heeft verricht naar de maagresectie bij patiënte, waardoor er te laat is ingegrepen. Het college is van oordeel dat de verwijten, alles overziend, niet terecht zijn. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:127 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/001VP

    Dochter klaagt namens vader een mantelzorger aan die zonder toestemming gegevens heeft doorgestuurd naar zorgaanbieders. Ook is het zorgplan niet goed bijgehouden door verweerster. Ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:211 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-096/DH/DH

    Verzet. Klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden. Geen gronden voor het verzet aangevoerd. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2017:35 Kamer voor het notariaat Amsterdam 629993/NT 17-49 O

    De notaris mocht terecht veronderstellen dat werd geleverd hetgeen was overeengekomen en dat klager zelf, al dan niet met behulp van de makelaar (die tevens administratief beheerder was van de VvE), ervoor diende te zorgen dat het feitelijk gebruik van zijn tuin in overeenstemming zou worden gebracht met de juridische situatie, hetgeen zou betekenen dat de overige bewoners niet meer via zijn tuin de bestaande in- en uitgang naar de openbare weg konden gebruiken. Geen sprake van belangenverstrengeling: dat de notaris projectnotaris was wil nog niet zeggen dat hij geen oog heeft gehad voor de belangen van klager. Bij een project als het onderhavige is het nu eenmaal (uit oogpunt van efficiëntie) gebruikelijk om alle leveringen van de woningen bij één notaris onder te brengen. Wel acht de kamer klachtwaardig dat de notaris niet tijdig heeft gereageerd op telefonische en digitale vragen van klager, hetgeen hij ook heeft erkend. De kamer legt de notaris daarvoor geen maatregel op, omdat klager het (eerdere) aanbod van de notaris heeft afgeslagen om aan de verkoper, dan wel aan de leden van de VvE de juridische situatie toe te lichten.