Zoekresultaten 3851-3860 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2022:268 Raad van Discipline Amsterdam 22-177/A/A 22-463/A/A 22-464/A/A 22-524/A/A

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2022:262 Raad van Discipline Amsterdam 22-624/A/A

    Raadsbeslissing. Gedeeltelijk gegronde klacht over de kwaliteit van dienstverlening van de eigen advocaat. Verweerster heeft op het vlak van de schriftelijke vastlegging van haar communicatie met klager over essentiële zaken niet gehandeld met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelend advocaat in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht. Aangezien de raad is gebleken dat het werk van verweerster verder voldoet aan datgene wat van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht, ziet de raad af van het opleggen van een maatregel.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2022:269 Raad van Discipline Amsterdam 22-542/A/NH

    Deels gegrond verzet. De verwijzing in de voorzittersbeslissing naar artikel 434a Rv is niet juist omdat daarin geen grondslag staat voor een eventueel bevelschrift c.q. gehoudenheid tot betaling van nadere kosten. Het verzet is daarom gegrond. De klacht is evenwel ongegrond nu verweerder niet zonder grondslag om betaling van de executiekosten heeft verzocht.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2022:192 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/3993

    Gegronde klacht tegen een internist ouderengeneeskunde. Klager was als beleidsadviseur werkzaam in het ziekenhuis waar verweerster werkzaam is als internist ouderengeneeskunde. Klager is in 2020 tweemaal als patiënt op de SEH van het ziekenhuis behandeld. In 2021 heeft het ziekenhuis een ontbindingsverzoek met betrekking tot de arbeidsovereenkomst van klager bij de rechtbank ingediend. Daarbij heeft het ziekenhuis informatie ingebracht met betrekking tot de behandelingen van klager op de SEH. Gebleken is dat onder andere verweerster inzage heeft gehad in het dossier van klager. Klager verwijt verweerster, met wie klager geen behandelrelatie had, dat zij zonder toestemming zijn medisch dossier heeft ingezien. Verweerster heeft op beide behandeldata het overzichtsscherm van de SEH geopend (waarop beperkte (medische) informatie van de patiënt te zien is), en heeft vervolgens ‘doorgeklikt’ op de naam van klager (waarmee het overzichtsscherm van het EPD wordt geopend met veel meer actuele informatie). Verweerster was op die dagen belast met de COVID-19 zorg voor de geriatrische patiënten. Zij heeft verklaard dat zij EPD’s van patiënten op de SEH heeft geopend om te inventariseren hoeveel patiënten mogelijk naar de afdeling geriatrie zouden worden verwezen. Naar het oordeel van het college was het openen van het overzichtsscherm van de SEH gerechtvaardigd. Er zou immers sprake zijn sprake is van een mogelijk toekomstige behandelrelatie met deze patiënten en raadpleging is in het belang van goede zorg en de organisatie daarvan. Het vervolgens – tot twee keer toe - doorklikken op de naam van klager was niet gerechtvaardigd. Verweerster had immers op basis van de informatie op het overzichtsscherm van de SEH kunnen vaststellen dat klager niet zou worden doorverwezen naar haar afdeling en dat met klager niet een behandelrelatie zou ontstaan. Klacht gegrond. Waarschuwing. Publicatie.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2022:263 Raad van Discipline Amsterdam 22-585/A/A

    Raadsbeslissing. Ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Er bestaat voor verweerder als advocaat van de wederpartij geen verplichting om klagers te informeren dat het jegens hen aangekondigde kort geding geen doorgang zal vinden. Ook overigens is niet gebleken dat verweerder bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de grenzen van de vrijheid die hem als advocaat wederpartij toekomt heeft overschreden.

  • ECLI:NL:TAHVD:2022:173 Hof van Discipline 's Gravenhage 190158H

    Herziening. Het herzieningsverzoek is niet binnen een redelijke termijn gedaan. Het verzoek dateert van meer dan een jaar na het arrest waarop verzoeker zich beroept. Motiveringsklachten leveren geen schending van een fundamenteel rechtsbeginsel op. Het hof verklaart verzoeker niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2022:270 Raad van Discipline Amsterdam 22-622/A/NH

    Raadsbeslissing. Betreft een klacht van een moeder over de advocaat die haar minderjarige dochter (destijds 16 jaar oud) zonder haar toestemming (en zonder toestemming van de vader) als advocaat heeft bijgestaan. De raad oordeelt dat op het moment dat de minderjarige naar aanleiding van de e-mail van de gezinsvoogd bij verweerster aanklopte voor rechtshulp, verweerster die hulp in de concrete omstandigheden van het geval ook zonder toestemming van de ouders mocht verlenen. Niet alleen rechtvaardigen de concrete dreiging met de gesloten plaatsing die van de e-mail uitging en de paniek hierover bij de minderjarige het handelen van verweerster, maar ook valt uit het IVRK een rechtvaardiging voor verweersters handelen af te leiden. Op grond van het IVRK moeten kinderen namelijk vertegenwoordigd kunnen worden door een advocaat ook zonder dat hun ouders daarmee instemmen. Uitgangspunt in het IVRK is immers dat kinderen zelfstandig subjecten zijn van rechten. Zouden zij alleen vertegenwoordigd kunnen worden door een advocaat indien hun ouders daarmee instemmen, dan zou dat tot gevolg hebben dat zij wanneer ouders niet instemmen met de vertegenwoordiging (en de te volgen stappen) geen aanspraak meer kunnen maken op vertegenwoordiging. Nu juist in jeugdbeschermingszaken de belangen van ouders en kinderen vaak niet overeenkomen, zou dat problematisch zijn. Verweerster heeft dan ook niet onbetamelijk gehandeld jegens klaagster door de minderjarige rechtshulp te verlenen zonder toestemming van klaagster (of van de vader). Verder oordeelt de raad dat hoewel verweerster gelet op de uitspraak van het Hof van Discipline van 21 september 2020 (ECLI:NL:TAHVD:2020:197) ten opzichte van klaagster de advocaat van de wederpartij is, zij niet de vrijheden geniet die gebruikelijk zijn voor een advocaat van de wederpartij. Aan een advocaat die een minderjarige bijstaat in een kwestie waarin diens belangen tegenstrijdig zijn aan die van een of beide ouders, komt minder vrijheid toe met betrekking tot de wijze waarop hij of zij een zaak behandelt en met de keuzes waar de advocaat bij de behandeling van de zaak voor kan komen te staan dan in het algemeen het geval is. Die vrijheid wordt niet alleen begrensd door de eisen die aan de advocaat als opdrachtnemer in de uitvoering van de opdracht mogen worden gesteld en die met zich brengen dat zijn of haar werk dient te voldoen aan datgene wat binnen de beroepsgroep als professionele standaard geldt, maar vergt een extra zorgvuldigheid jegens alle betrokken familieleden en/of eventuele gezinsvoogd. De raad is van oordeel dat verweerster niet heeft laten zien dat zij zich bewust was van die extra zorgvuldigheid die van haar werd verwacht. Verweerster heeft zich bediend van een deskundigenadvies dat uitsluitend tot stand gekomen is op basis van de door de minderjarige weergegeven feiten, en waarvoor ook verder door de deskundige amper de tijd is genomen. Daarnaast heeft verweerster zich afstandelijk, zakelijk en niet-coöperatief jegens klaagster opgesteld, terwijl klaagster juist contact zocht met verweerster. In zoverre heeft verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Aan verweerster is een waarschuwing met kostenveroordeling opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2022:264 Raad van Discipline Amsterdam 22-492/A/A

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2022:47 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/406963 / KL RK 22-94

    BFT constateert herhaald puntentekort permanente educatie. Vast staat dat het puntentekort over de tijdvakken 2016 - 2017 en 2018 - 2019 tijdig is ingehaald en dat na het tijdvak 2020 - 2021 per saldo een tekort van twee opleidingspunten bestaat. De notaris erkent de achterstand, klacht derhalve gegrond. Er wordt geen maatregel opgelegd want de notaris heeft aangegeven dat zij het belang van de permanente educatie volledig onderschrijft en dat zij door een ongelukkige samenloop van ter zitting toegelichte omstandigheden het aantal vereiste opleidingspunten niet heeft behaald en dat zij de ontbrekende twee punten alsnog zal gaan behalen in het lopende tijdvak. 

  • ECLI:NL:TADRAMS:2022:265 Raad van Discipline Amsterdam 22-702/A/A

    Klacht van advocaat over advocaat wederpartij deels gegrond. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door uitlatingen aan de voorzieningenrechter te doen over de inhoud van confraternele schikkingsonderhandelingen. Nu het gaat om een zeer beperkte schending van gedragsregel 27 ziet de raad aanleiding om af te zien van het opleggen van een maatregel.