Zoekresultaten 19801-19810 van de 42634 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:34 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 246/2015

      Klacht tegen huisarts. Patiënt bij wie recent de ziekte van Parkinson was gediagnosticeerd, meldde zich met (opnieuw optredende) benauwdheidsklachten bij de huisarts. Na onderzoek werden antibiotica voorgeschreven, met een spirometrie (longfunctieonderzoek) over 2-3 weken. Een maand later vond het longfunctieonderzoek bij de praktijkondersteuner plaats. De huisarts accordeerde het beleid te starten met luchtwegverwijders en controle over een maand, zo nodig eerder, met dan eventuele verwijzing naar de longarts. Korte tijd later werd patiënt, na spoedconsult bij de huisartsenpost (tijdens vakantie van de huisarts), opgenomen op de CCU. Patiënt overleed enkele dagen later. Bij obductie bleek sprake te zijn van cryptogene longfibrose, met sterk afwijkende longen. Klacht over diagnostiek en behandeling is ongegrond ten aanzien van het eerste consult maar gegrond ten aanzien het beleid naar aanleiding van het longfunctieonderzoek. Hoewel bij de spirometrie niet het in de standaard voorgeschreven aantal geslaagde blaaspogingen was gehaald, leverde het onderzoek (waaronder het resultaat van de correct uitgevoerde poging) wel sterke aanwijzingen op voor een zeer ernstige restrictie van de vitale longcapaciteit van patiënt. De huisarts had patiënt onder deze omstandigheden zelf op (zeer) korte termijn moeten zien. Vervolgens had overleg moeten plaatsvinden met de longarts met de vraag op welke termijn deze patiënt zou moeten zien (conform de NHG-Standaard COPD). In zoverre is sprake van een beoordelingsfout. Daarnaast zijn er bejegeningsklachten, die gegrond zijn voor zover het de op diverse punten tekortschietende communicatie met de echtgenote van patiënt betreft. De huisarts heeft daarbij onvoldoende zelfinzicht ten aanzien van zijn medisch inhoudelijk handelen getoond. Berisping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:18 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160111

    Verweerder reageerde niet of niet voldoende inhoudelijk op vragen die klaagster en haar echtgenoot stelden. Uit het dossier is af te leiden dat verweerder het inwinnen van medische informatie ten behoeve van de zaak aan de echtgenoot van klaagster heeft overgelaten. Verweerder heeft deze informatie vervolgens (zoals blijkt uit de door verweerder ingediende processtukken) niet ingebracht in de procedure, en evenmin schriftelijk vastgelegd dat en waarom hij deze informatie niet zou gebruiken. Verweerder heeft drie maal bevestigd dat hij om een herbeoordeling van klaagster zou verzoeken, maar een dergelijk verzoek is door verweerder niet gedaan. Door de handelwijze van verweerder is er bij de zitting niet getolkt voor klaagster. Klaagster is daardoor de kans ontnomen om het hare over de zaak tijdens de zitting aan de rechtbank kenbaar te maken. Al met al komt het hof tot de conclusie dat verweerder de zaak van klaagster niet met de vereiste zorgvuldigheid heeft behandeld. Het hof acht, gelet op de ernst van de verweten gedragingen en het tuchtrechtelijk verleden van verweerder, de maatregel van berisping passend en geboden.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:19 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160196

    De stellingen van verweerder zijn niet onnodig grievend, nu die functioneel waren in het desbetreffende geschil, noch heeft verweerder een tuchtrechtelijk verwijtbaar onjuiste mededeling gedaan. De beslissing van de raad wordt - voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen - bekrachtigd. 

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:20 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160270

    Art. 13 Aw De termijn voor het instellen van cassatie tegen het arrest van het gerechtshof Den Haag van 13 juli 2016 en de vervolgens door de Hoge Raad verleende termijn van twee weken om een door een advocaat ondertekend verzoekschrift in te dienen zijn thans verstreken. Dit brengt met zich dat het beklag van klager moet worden afgewezen. Klagers doel, een rechtsmiddel instellen tegen de uitspraak van het gerechtshof, kan immers niet meer worden bereikt zodat aanwijzing van een advocaat voor dat doel zinloos is geworden. Daarbij heeft het hof ten overvloede opgemerkt dat de stukken zoals ter kennis zijn gebracht aan het hof niet leiden tot andere gevolgtrekkingen dan die in de bestreden beslissingen van de deken zijn weergegeven. De deken heeft de verzoeken van de klager naar het oordeel van het hof op juiste gronden afgewezen. Volgt ongegrondverklaring van het beklag.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:21 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160195

    Verweerder treft een ernstig tuchtrechtelijk verwijt, nu hij in strijd met de uitdrukkelijke wens van zijn cliënt en zonder dat met hem te bespreken geen stukken heeft overgelegd bij het Gerechtshof. Aan klager is daarmee tenminste de kans ontnomen om in één keer “schoon schip” te maken en voor klager acceptabele aanslagen opgelegd te krijgen. Daarnaast is verweerder zijn toezegging om voor klager de ambtshalve herziening verder af te handelen niet nagekomen. Volgt verzwaring van de opgelegde maatregel: schorsing van twee maanden, waarvan een maand voorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:24 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1678

      Psychiater wordt verweten dat hij misbruik heeft gemaakt van de kwetsbaarheid van klaagster, de behandeling vroegtijdig en op grond van formele redenen heeft beëindigd, haar op onzorgvuldige wijze en zonder haar instemming naar een andere afdeling heeft verwezen en bovendien eenzijdig en onvolledig over haar heeft gerapporteerd. De stellingen van klaagster zijn niet onderbouwd. Verweerder heeft gemotiveerd aangegeven welke stappen hij gezet heeft en welke mogelijkheden hij heeft onderzocht. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:32 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 125/2016

      klacht tegen huisarts. Gemiste diagnose peri(myo)carditis. Geen tuchtrechtelijk verwijt.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:25 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1611b

      Klaagster verwijt psychiater dat zij de inhoud van de zorgmelding bij Veilig Thuis niet met klaagster heeft besproken en dat de zorgmelding  onwaarheden en onzorgvuldigheden bevat. Psychiater erkent dat zij de voor haar geldende Meldcode niet heeft nageleefd. Niet kan worden vastgesteld dat de inhoud van het dossier onjuist was. Gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing en publicatie.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:33 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 126/2016

      klacht tegen huisarts. Gemiste diagnose peri(myo)carditis. Geen tuchtrechtelijk verwijt.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:14 Raad van Discipline Amsterdam 16-491/A/A

    Klacht over eigen advocaat. Verweerder heeft het retentierecht op zorgvuldige wijze ingeroepen door zich in eerste instantie tot de deken te wenden en een zeer redelijk betalingsvoorstel te doen. De raad gaat ervan uit dat klager beschikt over een kopie van het dossier. De raad is niet gebleken dat er termijnen zijn verstreken of dat klager rechtstreeks in zijn verdediging is geschaad. Klacht ongegrond.