Zoekresultaten 19691-19700 van de 42634 resultaten

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:13 Accountantskamer Zwolle 16/1328 Wtra AK

      Betrokkene heeft voor zijn broer de aangifte inkomstenbelasting gedaan. Daarbij is betrokkene uitgegaan van de bedragen die zijn broer heeft opgegeven. Betrokkenen heeft niet om een toelichting gevraagd en zich derhalve evenmin een oordeel gevormd over de juistheid van de bedragen. Betrokkene was ervan op de hoogte dat de door hem opgestelde stukken zouden worden ingebracht in een gerechtelijke procedure over de door zijn broer te betalen alimentatie. Betrokkene heeft gehandeld in strijd met de fundamentele beginselen van integriteit, objectiviteit, en vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Maatregel van berisping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:30 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-016/DB/OB

     Niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door van zijn cliënt verkregen stukken te overleggen. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:257 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-593/DH/DH

    Klager verwijt verweerder dat hij het indienen van een klacht heeft gebruikt als oneigenlijk drukmiddel teneinde klager en/of diens gemachtigde ervan te weerhouden een civiele procedure te starten jegens de cliënten van verweerder. Volgens hen heeft tussen verweerder en de gemachtigde van klager een mailwisseling plaatsgevonden waarin verweerder dreigde met het indienen van een klacht. Verweerder heeft betwist dat hij een dergelijk e-mailbericht heeft gezonden en deze correspondentie bevindt zich niet in het dossier, zodat de raad de juistheid van de stellingen van klager en zijn gemachtigde niet kan vaststellen. De raad is van oordeel dat klager zijn klacht niet, althans onvoldoende heeft onderbouwd, zodat de klacht feitelijke grondslag mist. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:258 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-097/DH/DH

    Klacht over advocaat wederpartij. De advocaat heeft in een door haar opgestelde dagvaarding een gekleurde versie van de feiten gegeven en daarin geen melding gemaakt van een tussen partijen gesloten vaststellingsovereenkomst. De raad is van oordeel dat verweerster de rechter daarmee onjuist dan wel onvolledig heeft geïnformeerd en acht dit tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:28 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-837/DB/ZWB

    Klager verwijt verweerder op te hebben getreden voor de stichting zonder dat klager, in zijn hoedanigheid van voorzitter van die stichting, daarvoor toestemming heeft gegeven. Voorts verwijt klager verweerder overtreding van de VAFI en WWFT. Verweerder heeft voor zijn werkzaamheden opdracht gekregen van de secretaris/penningmeester en een ander bestuurslid. Volgens de registers van de Kamer van Koophandel waren de betreffende bestuurders echter niet alleen en zelfstandig bevoegd en had dus ook de voorzitter toestemming moeten geven. Klacht gedeeltelijk gegrond; geen maatregel.  

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:29 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-050/DB/LI

    het enkele feit dat een partij met een hem onwelgevallige procesbeslissing wordt geconfronteerd geenszins blijkt dat de voorzitter en de leden van het college dat de beslissing nam, vooringenomen zouden zijn. Verzoek tot wraking afgewezen

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:254 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-171/DH/RO

    Beslissing op verzet. Naar het oordeel van de raad heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden met toepassing van artikel 46j Advocatenwet kennelijk niet-ontvankelijk bevonden. Klager heeft in zijn verzetschrift een nieuwe klacht tegen verweerder ingediend. Klachten tegen een advocaat moeten echter worden ingediend op de in artikel 46c Advocatenwet bepaalde wijze. Dit betekent dat in verzet geen nieuwe klachten aan de raad ter beoordeling kunnen worden voorgelegd. De raad zal de door klager in verzet geformuleerde nieuwe klacht tegen verweerder dan ook buiten beschouwing laten. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:248 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-591/DH/RO c

    voorzittersbeslissing; klacht ingediend door klager namens vvebestuur; later heeft klager zich op het standpunt gesteld dat hij de klaacht als vvebestuurder pro se heeft ingediend; in die hoedanigheid is hij ontvankelijk; klacht kennelijk ongegrond; zie ook 16-591DH/RO b

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:71 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.291

      De klacht heeft betrekking op de behandeling van de broer van klager, hierna patiënt, overleden in 2012. Verweerder is als uroloog betrokken geweest bij de behandeling van patiënt. Klager verwijt verweerder kort gezegd dat hij: 1) heeft geweigerd een afschrift van het volledige patiëntendossier van patiënt te verstrekken, nu de verslaglegging van de talrijke bezoeken van klager met patiënt aan de SEH vóór 2012 ontbreekt, en 2) medisch nalatig heeft gehandeld doordat hij op dan wel vanaf 25 januari 2012 geen preventief onderzoek heeft ingesteld om de diagnose kanker uit te sluiten. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:65 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.117

      Patiënte (de moeder van klager), die onder andere leed aan dementie, type alzheimer, is op 26 oktober 2014 met pneumonie opgenomen in het ziekenhuis. Bij die opname was door de dienstdoende arts gezien de conditie van de patiënte een niet-escalerend beleid afgesproken. Patiënte zou niet gereanimeerd worden en niet naar de intensive care worden overgeplaatst. In de ochtend van 27 oktober 2014 is patiënte door de behandeld medisch specialisten aan de arts overdragen. Klager verwijt de arts – verkort weergegeven – dat hij patiënte niet de vereiste zorg heeft geboden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.