Zoekresultaten 19631-19640 van de 42643 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:54 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 034/2016

      Klacht tegen arts, zijnde eigenaar en directeur van de organisatie die door de werkgever is ingeschakeld om te adviseren over de re-integratie van klager. Verweerder was zelf niet als bedrijfsarts bij de verzuimbegeleiding van klager betrokken, maar is naar aanleiding van klachten tegen twee bedrijfsartsen van zijn organisatie bij de situatie van klager betrokken geraakt. Onvoldoende duidelijk is dat verweerder, zoals hij heeft gesteld, uitsluitend in zijn hoedanigheid van directeur/eigenaar is opgetreden. Gelet op de vastgestelde feiten is bij klager de indruk gewekt dat verweerder zich ook als arts met de verzuimbegeleiding van klager inliet. Van handelen uitsluitend in het kader van (formele) klachten behandeling was geen sprake. Klager kan daarom worden ontvangen in zijn klacht. Inhoudelijk ziet het college echter niet in dat verweerder met zijn optreden in enig opzicht tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.  

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:55 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 035-2016

      Klacht tegen bedrijfsarts. Klager kwam bij bedrijfsarts op spreekuur in verband met uit te brengen advies over re-integratie van klager, mede naar aanleiding van een deskundigenoordeel van het UWV. De bedrijfsarts rapporteerde aan de werkgever dat het gesprek dusdanig was verlopen dat zij niet in staat was advies te geven. Zij adviseerde de werkgever de bejegening van haar en haar collega’s met klager te bespreken. Het college is niet gebleken dat de bedrijfsarts onvoldoende professioneel met de opstelling van klager is omgegaan. Het college acht navolgbaar dat de bedrijfsarts tot de conclusie kwam dat zij niet in staat was het gevraagde advies te geven. Voor zover klager zich op het standpunt stelt dat verweerster op basis van de beschikbare informatie zonder meer had moeten vaststellen dat hij een burn-out (en beroepsziekte) had en dit aan de werkgever had moeten rapporteren, kan hij daarin niet worden gevolgd. Het behoorde tot de verantwoordelijkheid van de bedrijfsarts om zich een eigen oordeel te vormen over de mogelijkheden en beperkingen van klager in relatie tot zijn werksituatie (zoals ook in de LESA-richtlijnen is vermeld). De beschikbare gegevens behoefden voor de bedrijfsarts niet zonder meer te betekenen dat zij van de diagnose burn-out (en van een beroepsziekte) diende uit te gaan. Wel mocht van haar worden verwacht dat zij, met inachtneming van deze gegevens, op deskundige wijze onderzocht wat de medische situatie van klager was en welke mogelijkheden tot re-integratie er waren. Door de beschreven gang van zaken is het echter niet tot een toereikend onderzoek op dit punt gekomen. De bedrijfsarts is niet buiten de grenzen van een redelijk bekwame beroeps­uitoefening getreden door bij deze stand van zaken te rapporteren zoals zij heeft gedaan. De bedrijfsarts heeft verder de NVAB Leidraad bedrijfsarts en privacy nageleefd, door hierover in neutrale termen aan de werkgever te rapporteren. Klacht over beschuldiging van seksuele intimidatie is ongegrond. Duidelijk is wel dat de inhoud van de rapportage voor klager als een verrassing kwam. Het was beter geweest als de bedrijfsarts met klager had gecommuniceerd wat zij zou rapporteren en wat klager zou kunnen doen om alsnog een inhoudelijk advies mogelijk te maken. Dat de bedrijfsarts dat niet heeft gedaan, acht het college echter onvoldoende om haar een tuchtrechtelijk verwijt te maken. Klacht afgewezen.  

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:15 Accountantskamer Zwolle 16/2213 Wtra AK

      Geschil voortvloeiende uit overdracht van een deel van een accountantspraktijk aan een administratiekantoor. De overdragende accountant moet daarbij eerlijk en oprecht optreden. Ruime uitleg van artikel 3, tweede lid VGBA. Klacht in casu ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:16 Accountantskamer Zwolle 16/1239 Wtra AK

      Accountant legt rapport van een andere accountant zonder toestemming over in een procedure bij het CBb. Dat is in strijd met het beginsel van integriteit. Accountant schrijft daarna brief aan het CBb waarin hij verzoekt een eerdere brief van zijn advocaat aan het CBb (die daarin het hiervoor bedoelde rapport terugtrekt uit de procedure bij het CBb) als niet verzonden te beschouwen. Het schrijven van deze brief is gebeurd met de kennelijke bedoeling het CBb ertoe te bewegen de brief van de advocaat te negeren. Daarom is ook het sturen van deze brief aan het CBb in strijd met het beginsel van integriteit. Beide handelingen zijn ook in strijd met het beginsel van professionaliteit. Accountant handelt ten derde male in strijd met beginsel van integriteit doordat hij in een e-mailbericht aan een klant geen melding maakt van het feit dat een door hem afgegeven inbrengverklaring (die in het e-mailbericht wordt gehandhaafd) ter discussie staat in een klachtprocedure bij de Ack. Definitieve doorhaling voor zes maanden.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:43 Raad van Discipline Amsterdam 17-037/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij. De voorzitter is niet in staat om vast te stellen of klaagsters agressief en onheus zijn behandeld. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:17 Accountantskamer Zwolle 16/2454 Wtra AK

      Tuchtrechtelijke norm voor de accountant die als bindend adviseur optreedt. Voor het tuchtrecht heeft evenals in het civiele recht te gelden dat de positie die een bindend adviseur-accountant dient in te nemen met zich brengt dat aan deze de benodigde beoordelingsruimte dient toe te komen bij de (wijze van) invulling en uitvoering van de opdracht. Het fundamentele beginsel van objectiviteit vergt van een accountant die als bindend adviseur optreedt, dat de accountant onafhankelijk en onpartijdig optreedt in de zin zoals deze begrippen moeten worden verstaan op grond van de jurisprudentie van de civiele rechter.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:44 Raad van Discipline Amsterdam 17-035/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klager kennelijk niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van belang.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:266 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-745/DH/RO

    voorzittersbeslissing; in een eerdere klachtprocedure heeft verweerder jegens klager niet de grenzen overschreden van hetgeen als acceptabel professioneel gedrag kan worden beschouwd

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:18 Accountantskamer Zwolle 15/2252 Wtra AK

    Klager (belegger in commanditaire vennootschappen die eigenaar zijn van vakantieparken met huisjes die verhuurd worden) klaagt dat controlerend accountant geen goedkeurende verklaring had mogen afgeven bij jaarrekeningen omdat er onder de post debiteuren niet bestaande vorderingen op de huurder zijn opgenomen. De Accountantskamer stelt vast dat betrokkene gezien de controle-informatie waarover hij beschikte de verwerking van het in 2014 voor het eerste halfjaar van 2015 aan de huurder in rekening gebrachte bedrag, het daarvan in 2014 ontvangen bedrag en het daarvan in 2015 nog te betalen bedrag in de jaarrekening over 2014 als niet onaanvaardbaar heeft mogen beschouwen, aangezien met deze verwerking geen onjuist beeld wordt gegeven van de verrichte en nog te verrichten prestaties op grond van de huurovereenkomst en aangezien van deze wijze van verwerking geen invloed uitgaat op het vermogen en het resultaat van de commanditaire vennootschap. Klacht ongegrond.    

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:45 Raad van Discipline Amsterdam 17-159/A/A

    Advocaat in voorlopige hechtenis. Deken verzoekt schorsing ogv 60b of 60ab. Schorsing toegewezen ogv 60ab lid 2 voor duur hechtenis.