Zoekresultaten 19601-19610 van de 42643 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:80 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.322

      Klacht tegen orthopedisch chirurg. Na een val is klaagster overgebracht naar het ziekenhuis. Daar is een CT-scan gemaakt waaruit geen recente fractuur bleek, waarna klaagster een gipskoker heeft gekregen. De orthopedisch chirurg heeft klaagster daarna twee maal op consult gezien. Hij is uitgegaan van de mogelijkheid van een door het ambulancepersoneel gereponeerde patella-luxatie en heeft, na een periode van twee weken gipskoker, een beleid van mobilisatie ingezet en aan klaagster een brace werd voorgeschreven. Daarna volgde fysiotherapie en revalidatie. De klacht van klaagster houdt samengevat in dat de orthopedisch chirurg onzorgvuldig heeft gehandeld ten aanzien van de behandeling van de knieblessure van klaagster. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:74 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.447

      Klacht tegen een verzekeringsarts. Klager verwijt de verzekeringsarts (samengevat) dat hij de medische geschiedenis van klager niet goed bestudeerd heeft. De verzekeringsarts heeft alle stukken ontvangen en desondanks in zijn haalbaarheidsadvies geconcludeerd dat er geen sprake was van een inadequate behandeling van de blaasklachten van klager. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat het Regionaal Tuchtcollege klagers klacht terecht als zijnde ongegrond heeft afgewezen. Het CTG verenigt zich met de overwegingen van het RTG en maakt deze tot de zijne. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:20 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/166P

      Verweerder heeft klager jarenlang behandeld als psychiater / psychotherapeut en ook medicatie aan klager voorgeschreven (o.a. antidepressiva). Klager verwijt verweerder dat de consulten uiteindelijk nog maar sporadisch plaatsvonden en dat ze op een gegeven moment zelfs geen contact meer hadden (afgezien van enkele telefonische gesprekjes), terwijl verweerder klager nog wel medicatie voorschreef. In 2011 ontving klager opeens geen recepten meer en hoorde hij niets meer van verweerder. Klager vind dat verweerder hem onverantwoord lang dezelfde medicatie heeft voorgeschreven en nauwelijks heeft geprobeerd klager met psychotherapie te behandelen. Uiteindelijk aan verweerder hem aan zijn lot overgelaten, aldus klager. Verweerder voert verweer. Deels gegrond, berisping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:33 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160295

    Beklag ex artikel 13 Advocatenwet. Klager verzoekt om aanwijzing van een advocaat voor zijn strafzaak in hoger beroep. Anders dan de deken tot uitgangspunt neemt is aanwijzing van een advocaat in een strafzaak niet uitgesloten. Indien rechtsbijstand door een advocaat niet is voorgeschreven, maar rechtsbijstand wel is toegelaten en alleen door een advocaat kan worden verleend, moet de deken een verzoek om aanwijzing van een advocaat in beginsel honoreren. Het hof ziet aanleiding de verdere beoordeling van het beklag aan te houden teneinde te bezien of - in overleg met klager en de Raad voor Rechtsbijstand - een advocaat kan worden aangewezen/toegevoegd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:49 Raad van Discipline Amsterdam 16-973/A/A

    De raad acht het voldoende aannemelijk dat verweerder aan het begin van het telefoongesprek niet aan klaagster heeft meegedeeld dat zijn kantoorgenote ook meeluisterde. Klacht gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:35 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-098a

    Ongegronde klacht tegen een arts. De arts heeft patiënte na een val gezien op de spoedpoli. De arts kan niet verweten worden dat zij de resultaten van het bloedonderzoek heeft gemist, nu bloedafname voorafgaand aan radiologisch onderzoek niet wordt genoemd in het vigerende protocol ‘collumfractuur’ en zij op grond daarvan niet hoefde te verwachten dat een verpleegkundige buiten de arts-assistent om zelfstandig bloedonderzoek in gang had gezet en hierover niet had gecommuniceerd. Bovendien kwam patiënte na een val op de spoedpoli om breuken uit te sluiten. Dat geen verder onderzoek door de arts is gedaan is niet verwijtbaar. Klacht afgewezen.  

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:81 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.306

      Klacht tegen een verzekeringsarts. Klager verwijt de verzekeringsarts dat zij haar beroepsgeheim heeft geschonden door 1) klager te verzoeken een machtiging af te geven 2) de door haar collega opgestelde rapportage nogmaals naar de Gemeente te sturen 3) zich in haar rapportages richting de Gemeente niet te distantiëren van de door haar collega opgestelde rapportage. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. H et Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat het Regionaal Tuchtcollege klagers klacht terecht als zijnde ongegrond heeft afgewezen. Het CTG verenigt zich met de overwegingen van het RTG en maakt deze tot de zijne. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:75 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.294

      Klacht tegen gynaecoloog. Klaagster is bekend met het aangeboren MRKH syndroom. Verweerster doet onderzoek naar dit syndroom en aan klaagster is per post een uitnodiging voor deelname aan het onderzoek toegezonden. Klaagster verwijt verweerster dat zij deze uitnodiging ongevraagd heeft ontvangen en heeft die als ongewenst, intimiderend en als een ongewenste inbreuk op haar privacy ervaren. Bovendien was de enveloppe waarin de uitnodiging zat, niet goed dichtgeplakt. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klaagster in haar klacht niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep van klaagster wordt door het Centraal Tuchtcollege verworpen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:21 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/403P

    Klaagster verwijt verweerster onprofessioneel gedrag. Klaagster en haar ex-echtgenoot zijn verwikkeld in een echtscheidingsprocedure. De ex-echtgenoot van klaagster is bij verweerster onder behandeling. Verweerster heeft ten behoeve van de ex-echtgenoot een verklaring opgesteld die in de echtscheidingsprocedure is ingebracht. Ook heeft verweerster aan de ex-echtgenoot een geldbedrag geleend.  Verweerster voert verweer.  Deels gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:271 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-873/DH/RO

    voorzittersbeslissing; advocaat acht de vordering (smartengeld) van klager kansloos