Zoekresultaten 19391-19400 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:42 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 66/13

    Verzet tegen voorzittersbeslissing. Het verzet is te laat ingediend. Het verzet is niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:63 Raad van Discipline Amsterdam 160286

    De raad heeft klager in een verzoek tot wraking niet-ontvankelijk verklaard. Klager heeft tegen deze beslissing hoger beroep ingesteld. Tegen een beslissing op een verzoek tot wraking staat echter geen rechtsmiddel open (ex artikel 56 lid 6 Advocatenwet juncto artikel 518 lid 3 Wetboek van Strafvordering). Voorts heeft klager hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de raad op het door hem ingestelde verzet tegen de voorzittersbeslissing van 1 mei 2016. Op grond van artikel 46h lid 4 van de Advocatenwet staat tegen een beslissing van de raad van discipline waarbij het verzet tegen een beslissing van de (plaatsvervangend) voorzitter van die raad ongegrond of niet-ontvankelijk wordt verklaard, geen rechtsmiddel open. Het beroep van klager op doorbreking van de appelverboden slaagt niet, nu al hetgeen klager ter onderbouwing van het hoger beroep heeft aangevoerd geen schending van enig fundamenteel rechtsbeginsel oplevert. Volgt verwerping van het hoger beroep.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:48 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160333W

    Het verzoek tot wraking van het gehele hof door verzoeker acht het hof niet-ontvankelijk, omdat wraking van het gehele Hof van Discipline niet mogelijk is. Het hof verwijst naar het arrest van de Hoge Raad van 18 december 1998 en de uitspraken van het hof van 7 maart 2016 (HvD, 150058 en 150061). Over het verzoek tot wraking van de kamer die op 6 maart 2017 zitting had, overweegt het hof dat van bezwaren tegen een of meerdere leden van de kamer die enige steun zou kunnen bieden voor een veronderstelde afwezigheid van onpartijdigheid niet is gebleken. Het hof is dan ook van oordeel dat de indiening van de beide wrakingsverzoeken geen ander doel dient dan verstoring van de procesgang en derhalve moet worden beschouwd als misbruik van het recht op wraking, zodat er ook geen grond is om een nieuwe wrakingskamer voor de beoordeling van zijn verzoek tot wraking van de kamer van 6 maart 2017 samen te stellen. Het hof acht verzoeker dan ook niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking van de kamer die zitting had op 6 maart 2017 en bepaalt tevens dat een volgend verzoek tot wraking - op grond van art. 56 lid 6 Aw. juncto art. 515 lid 4 Sv. - niet in behandeling zal worden genomen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:108 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.311

      Klacht tegen neurochirurg. Bij het opereren van een tienjarige patiënt, is tijdens een hersenoperatie een pattie in de operatieholte achtergebleven. Verweerder (neurochirurg) was de operateur. De klacht  betreft de sluitingsfase van de operatie en de sign-out. Het ziekenhuis waar verweerder werkzaam is heeft het voorval gemeld aan de Inspectie, waarna de Inspectie een onderzoek heeft ingesteld en vervolgens een tuchtklacht heeft ingediend. Volgens de Inspectie heeft de neurochirurg onzorgvuldig gehandeld door in strijd met de toepasselijke protocollen en richtlijnen 1) toe te laten dat van vier patties de draad werd afgeknipt, en 2) de huidlaag te sluiten terwijl hem was aangegeven dat het aantal patties niet compleet was en door patiënt niet op de OK te houden voor het maken van een röntgenfoto totdat er duidelijkheid bestond over het aantal gevonden patties. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat de neurochirurg niet geheel heeft gehandeld zoals van hem had mogen worden verwacht op grond van de professionele standaard, maar gelet op de zeer bijzondere omstandigheden van dit geval acht het Centraal Tuchtcollege het niet naleven van het ziekenhuisprotocol door de neurochirurg niet zodanig zwaarwegend dat hem daarvan een tuchtrechtelijk verwijt moet worden gemaakt.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:37 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-776

    De advocaat van de wederpartij heeft in een alimentatiegeschil naar het oordeel van de raad geen instructie van het gerechtshof genegeerd. Onjuiste uitleg instructie. Beslag onder klager is snel opgeheven, zonder extra benadeling van klager. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:18 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-034

    Klacht tussen advocaten onderling in vreemdelingenzaak. Klager verwijt verweerder het aftroggelen van een zaak in asielzoekerscentrum Ter Apel en oncollegiaal gedrag. Klachten ongegrond. Niet is komen vast te staan dat verweerder in een gesprek met de cliënten van klaagster (die hem aanspraken omdat zij hem in privé kenden) heeft geprobeerd de zaak over te nemen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:53 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-745/DH/RO

    Beslissing op verzet. Voorzitter heeft de juiste maatstaf toegepast. Over handelen waarover eerder al door de Raad en het Hof van Discipline is geoordeeld, kan niet nogmaals geklaagd worden. Aan de huidige klachten wordt hetzelfde feitencomplex ten grondslag gelegd. Geen nieuwe feiten gesteld of gebleken. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:311 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-107

    De raad stelt voor op dat in eerdere uitspraken aan klager en verweerder een gelijkwaardig tuchtrechtelijk verwijt is gemaakt over door hen bedachte dubieuze constructie tot samenwerking als patroon en stagiair-ondernemer. Beiden gehandeld i.s.m. kernwaarde integriteit. dat de patroon / verweerder hierbij een wezenlijke andere rol heeft gespeeld is de raad niet gebleken. Afdwingen van nakoming van de afspraken is civielrechtelijk geschil. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:299 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-450

    Voorzittersbeslissing; klacht over optreden deken; kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:39 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 16214a

      Tandarts. Klacht: a.       parodontitis onvoldoende behandeld. Gegrond. DPSI 3-. Niet conform protocol “Parodontale diagnostiek en behandeling” gehandeld. Afwijken protocol en reden daarvan niet in het dossier genoteerd. b.      te lang gewacht met doorverwijzen naar specialist. Ongegrond. Tandarts mocht klaagster zelf behandelen. Tijdig verwezen. Waarschuwing.