Zoekresultaten 19381-19390 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:39 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-1107

    Voorzittersbeslissing: klacht over optreden advocaat wederpartij in familiezaken. De voorzitter oordeelt de klacht kennelijk ongegrond, omdat de advocaat binnen de grenzen van de hem toekomende vrijheid om namens zijn cliënte op te treden, is gebleven.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:45 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160285

    Klager heeft allereerst aangevoerd dat de raad niet heeft geoordeeld ten aanzien van de klacht dat verweerster het vonnis d.d. 3 december 2015 zonder voorafgaande aankondiging heeft laten betekenen. Deze grief slaagt, maar kan niet leiden tot een ander oordeel. Verweerster heeft ter zitting namelijk nader gemotiveerd waarom zij, gezien de specifieke omstandigheden van het geval, welbewust een betalingsverzoek achterwege heeft gelaten en zonder voorafgaande aankondiging is overgegaan tot betekening van het vonnis. Klager heeft deze omstandigheden vervolgens niet weersproken. Het hof is van oordeel dat te dien aanzien niet is gebleken van enig tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van de zijde van verweerster. Dit onderdeel van de klacht is dan ook ongegrond. Ten aanzien van de overige grieven heeft het onderzoek in hoger beroep niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die zijn vervat in de beslissing van de raad. Volgt bekrachtiging van de beslissing van de raad.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:40 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-367 16-368

    Klacht van cliënte en dekenbezwaar. Verweerder heeft nagelaten om een echtscheidingsprocedure aanhangig te maken ondanks herhaalde verzoeken van zijn cliënte en heeft bovendien in strijd met de waarheid aan de cliënte meegedeeld dat hij dat wel had gedaan. Verweerder is ernstig tekort geschoten in de dienstverlening. Dekenbezwaar. Door het ernstige tekortschieten in de dienstverlening jegens de cliënte door hiervoor genoemd handelen, is het vertrouwen in de advocatuur geschaad. Klacht en dekenbezwaar gegrond. Maatregel: beide zaken, in samenhang met 2 andere zaken, doen de raad besluiten de maatregel van schrapping op te leggen. Ook art. 48 lid 10 Advocatenwet wordt toegepast. Tevens wordt tenuitvoerlegging bevolen van eerdere voorwaardelijke schorsing van 6 weken.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:46 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160241

    Dat de klacht slechts sloeg op het meewerken met de advocaat van verweerder aan een één-tweetje en niet op het feit dat verweerder heeft geciteerd uit confraternele correspondentie, blijkt geenszins uit de klachtomschrijving. De klacht heeft blijkens de klachtbrief uitdrukkelijk tevens betrekking op het citeren door verweerder uit de brief van mr. H. De raad heeft de grondslag van de klacht naar oordeel van het hof dus niet gewijzigd. Dit onderdeel van het hoger beroep faalt.   Gelet op de feiten en omstandigheden kon verweerder ter comparitie zich er niet op beroepen dat hij slechts als privé persoon, namelijk “met zijn burgerpet op”, tijdens de comparitie optrad. Feitelijk is hij onmiskenbaar ook als advocaat opgetreden, waarbij hij de voor advocaten geldende regels in acht diende te nemen. Als advocaat wordt verweerder geacht de gedragsregels te kennen. Door desalniettemin te citeren uit confraternele correspondentie heeft hij – zoals de raad heeft overwogen – de waarborg die de gedragsregels beogen te bieden, met voeten getreden. Onjuist is de stelling van verweerder dat hij daarmee monddood is gemaakt en dat er geen sprake meer is van equality of arms. Uit niets is gebleken dat verweerder ter comparitie op enigerlei wijze in zijn verdediging is geschaad. Het enige wat verweerder niet was toegestaan was citeren uit confraternele correspondentie. Volgt bekrachtiging van de uitspraak van de raad.  

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:106 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.192

      Klacht tegen een revalidatiearts. De klacht luidt in de kern dat de deskundigenrapportage van de revalidatiearts niet voldoet aan de richtlijnen waaraan deze rapportage behoort te voldoen. Het rapport staat vol met feitelijke onjuistheden en voldoet niet aan de eis van toetsbaarheid en consistentie, aldus de klacht. Klaagster verwijt de revalidatiearts verder dat hij weigert de door klaagster gewenste wijzigingen door te voeren in de rapportage. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep en acht het handelen van de revalidatie-arts op geen enkel punt tuchtrechtelijk verwijtbaar.

  • ECLI:NL:TADRARL:2013:95 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 54/13

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen deken in die hoedanigheid. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:41 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 54/13

    Verzet tegen voorzittersbeslissing. Niet gebleken is dat de voorzitter heeft verzuimd relevante feiten te betrekken bij zijn oordeel. De voorzitter heeft de juiste maatstaf toegepast. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:47 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160240

    Tav ko a: Alle omstandigheden van het geval en zelfs de – het hof neemt aan: dringende – belangen van verweerders cliënten leveren onvoldoende rechtvaardiging op voor het doen ontstaan van een situatie waarin klagers een kortgedingdagvaarding betekend kregen zonder dat zij van verweerder als behandelend advocaat een redelijke termijn hadden gekregen om in overleg buiten rechte tot een oplossing van de problemen te komen. Tav ko c: Het hof acht verweerders stelling voldoende aannemelijk dat hij feitelijk niet de mogelijkheid heeft gehad de gewraakte voorlezing uit de confraternele correspondentie te voorkomen, voordat deze door de comparitierechter werd beëindigd. Het hof neemt hierbij mede in aanmerking dat volgens de desbetreffende, in appel onbestreden beslissing van de raad niet is gebleken van een zogenoemd “een-tweetje”, erin bestaande dat verweerder al voorafgaande aan de zitting met zijn cliënt zou hebben afgesproken dat laatstgenoemde ter zitting uit de confraternele correspondentie zou gaan citeren. Het hof acht daarom, anders dan de raad, klachtonderdeel c in zijn geheel ongegrond. Tav ko d: De geldende hoofdregel is dat de advocaat zich niet rechtstreeks met zijn wederpartij verstaat als die door een advocaat wordt bijgestaan. Verweerder had hetzelfde resultaat bereikt door te volstaan met verzending van de gewraakte brief aan de hem bekende advocaat van klagers. Er is geen grond om aan te nemen dat de in de brief gedane aanzegging jegens klagers geldigheid zou missen doordat die brief alleen naar de advocaat en niet aan klagers zelf zou zijn verzonden.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:107 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.283

      Klacht tegen orthopedisch chirurg. Klaagster verwijt de orthopedisch chirurg grove nalatigheid en onzorgvuldigheid bij het opstellen van een rapportage naar aanleiding van een deskundigenonderzoek naar het causaal verband tussen het klaagster overkomen ongeval en haar gezondheidsklachten. Het principaal beroep van klaagster richt zich uitsluitend tegen de rechtsoverwegingen van de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege die hebben geleid tot gegrondverklaring van haar klachten, zodat klaagster niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het principaal beroep. De orthopedisch chirurg heeft incidenteel beroep ingesteld. Het feit dat klaagster niet-ontvankelijk is in het principaal beroep staat er niet aan in de weg de orthopedisch chirurg te ontvangen in het incidenteel beroep, nu hij na ontvangst van het beroepschrift van klaagster in de gelegenheid is gesteld een verweerschrift in te dienen en uit artikel 3, onder d, e, en f, van het Reglement van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg voortvloeit dat dan tevens incidenteel beroep kan worden ingesteld. Het Centraal Tuchtcollege is met het Regionaal Tuchtcollege van oordeel dat het rapport van de orthopedisch chirurg onjuistheden en inconsistenties bevat, maar nuanceert enkele van de door het Regionaal Tuchtcollege genoemde voorbeelden hiervan. Voorts is het Centraal Tuchtcollege van oordeel dat het Regionaal Tuchtcollege de grenzen van een marginale toetsing heeft overschreden door aan te geven welke conclusie de orthopedisch chirurg had moeten trekken. Het incidenteel beroep wordt verworpen en de maatregel van waarschuwing blijft gehandhaafd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2013:96 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 66/13

    Voorzittersbeslissing. Klacht over optreden van eigen advocaat en betreft de kwaliteit van de dienstverlening en de wijze van belangenbehartiging. Klacht is kennelijk ongegrond.