Zoekresultaten 1981-1990 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:243 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-877/AL/MN

    Naar het oordeel van de raad heeft verweerster gedragsregel 18 geschonden en tevens in strijd gehandeld met de kernwaarde (financiële) integriteit. Verweerster heeft verzaakt om voorafgaand aan het aannemen van de opdracht zelf te onderzoeken of klaagster voor gesubsidieerde rechtshulp in aanmerking kwam maar is daarbij afgegaan op de achteraf foute informatie van klaagster. Dat klaagster uitdrukkelijk afstand van haar recht op gesubsidieerde rechtshulp heeft gedaan is de raad uit de stukken niet gebleken. Ook is verweerster in haar zorgplicht tekortgeschoten door niet voldoende bij klaagster door te vragen en dat schriftelijk te bevestigen wat klaagster precies wilde met de omgangsregeling. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:113 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-295/DB/ZWB

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. Verweerder mocht de herhaalde verzoeken om financiële gegevens op te vragen bij de (advocaat van de) vrouw niet naast zich neerleggen. Dat klager zich aanvankelijk tot verweerder had gewend met het verzoek om hem bij te staan in het kader van het voeren van verweer tegen het door de vrouw ingediende verzoek tot wijziging van de zorg- en contactregeling maakt dit niet anders. De reikwijdte van de opdracht is lopende verweerders bijstand gewijzigd. In zoverre gegrond. De klacht dat de in de klachtenregeling genoemde klachtfunctionaris, mr. S, niet in de gelegenheid was om de klacht te onderzoeken, zodat een kantoorgenoot van verweerder de klacht heeft onderzocht, is ongegrond. Het gegrond bevonden tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen heeft betrekking op de kernwaarde deskundigheid. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:180 Raad van Discipline Amsterdam 23-477/A/NH

    Voorzittersbeslissing; klacht over de kwaliteit van dienstverlening van de eigen advocaat in beide onderdelen kennelijk ongegrond. Verweerder kan tuchtrechtelijk niets worden verweten. Verweerder heeft zijn advies aan klager van een goede en deugdelijke onderbouwing voorzien en hij heeft daarbij ook (meermaals) duidelijk aan klager te kennen gegeven waarom het uitbrengen van een dagvaarding niet zinvol zou zijn. Verweerder heeft de wens van klager op dit punt dan ook wel degelijk gehoord, maar hij heeft hier met redenen van afgezien en dit ook zo aan klager laten weten. Ook blijkt uit niets dat verweerder de belangen van A zou hebben behartigd in plaats van die van klager.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:181 Raad van Discipline Amsterdam 23-555/A/A

    Voorzittersbeslissing; Klacht gedeeltelijk niet-ontvankelijk, omdat de klacht in zoverre te laat is ingediend en gedeeltelijk kennelijk ongegrond omdat de klacht overigens onvoldoende onderbouwd is.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:182 Raad van Discipline Amsterdam 23-265/A/A

    Raadsbeslissing; (bijna volledig) gegronde klacht over de dienstverlening van de eigen advocaat. De raad is van oordeel dat verweerder niet met de zorgvuldigheid heeft gehandeld die van een redelijk bekwame en redelijk handelend advocaat in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht. De raad rekent het verweerder ernstig aan dat hij geen opdrachtbevestiging met plan van aanpak naar klager heeft gestuurd en heeft nagelaten belangrijke afspraken en termijnen schriftelijk aan klager te bevestigen. Klager wist hierdoor niet dat de mondelinge behandeling op korte termijn zou plaatsvinden en heeft zich niet goed op zijn zaak kunnen voorbereiden. Verweerder heeft bovendien het verweerschrift zonder dit vooraf ter goedkeuring aan klager voor te leggen bij de rechtbank ingediend. Al deze gedragingen getuigen naar het oordeel van de raad van een gebrek aan zorg en inzet voor klagers zaak. De raad heeft niet kunnen vaststellen dat verweerder zich de ernst van de gemaakte verwijten besefte. Verweerder betoogde dat hij een goed resultaat voor klager heeft behaald, zonder (zichtbaar) op zijn eigen gedrag te reflecteren. De raad ziet in deze omstandigheden aanleiding om verweerder de maatregel op te leggen van een voorwaardelijke schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van vier weken en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:183 Raad van Discipline Amsterdam 23-443/A/A

    Voorzittersbeslissing; klacht over de advocaat wederpartij. Klachtonderdeel a) niet-ontvankelijk vanwege overschrijding van de vervaltermijn van drie jaar zoals neergelegd in artikel 46g lid 1 onder a Advocatenwet. Klachtonderdeel b) kennelijk ongegrond. Uit de handelswijze van verweerder blijkt niet dat hij klaagster onder druk zou hebben gezet, dan wel andere handelingen zou hebben waardoor hij de belangen van klaagster onnodig en zonder redelijk doel zou hebben geschaad.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:177 Raad van Discipline Amsterdam 23-599/A/A

    Raadsbeslissing; Verzoek opheffing schorsing op grond van 60b Advocatenwet toegewezen. De financiële problematiek die in het verleden heeft geleid tot schorsing doet zich niet meer voor.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:110 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-199/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. Verweerder heeft over deze voor klager belangrijke kwestie onvoldoende duidelijk met hem gecommuniceerd en heeft niet gehandeld met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht. Gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:214 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5354

    Deels niet-ontvankelijke en deels ongegronde klacht tegen een gz-psycholoog. Klager heeft op basis van een tbs-maatregel in een forensisch psychiatrisch centrum verbleven. Hij verwijt verweerster dat hij door haar toedoen van zijn vrijheid is beroofd en dat zij niet juist heeft gehandeld in zijn behandeltraject. Klager is niet-ontvankelijk in zijn eerste klachtonderdeel, omdat verweerster voor een gedeelte niet persoonlijk betrokken is geweest als hoofdbehandelaar van klager. De handelwijze van verweerster met betrekking tot het beëindigen van het verlof betreft haar inschatting dat de incidenten en signalen aan de zijde van klager een overtreding inhielden van de voor klager geldende verlofregels, die waren ingegeven door het veiligheidsbelang, gegeven de gezondheidstoestand van klager. Deze handelwijze ziet dus niét op het bevorderen, bewaken, dan wel beoordelen van die gezondheidstoestand. De klacht is voor het overige ongegrond verklaard. Het college is van oordeel dat verweerster gedurende het behandeltraject is gebleven binnen de daarvoor en tijde van het handelen geldende kaders en zij zorgvuldig heeft gehandeld jegens klager.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:241 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-900/AL/GLD

    Verweerder heeft erkend dat hij is tekortgeschoten in zijn communicatie met klagers door meermalen niet op hun verzoeken te reageren. Dit terwijl hij wist dat klager om medische redenen juist behoefte had aan duidelijkheid. Dit verwijt is gegrond. De raad is uit de stukken gebleken dat verweerder klagers in de tijd voldoende heeft meegenomen in zijn plan van aanpak en zijn gewijzigde juridische standpunt in hun zaak. Na ontvangst van de reactie van de verzekeraar stond het verweerder vrij, en was hij daartoe naar het oordeel van de raad als deskundig advocaat ook gehouden, om zijn eerder ingenomen juridische standpunt over de hoogte van de schade aan te passen aan het in zijn optiek juridisch meest haalbare standpunt voor klagers. Verweerder heeft ook duidelijk aan klagers uitgelegd waarom hij zijn juridische standpunt handhaafde. Verweerder heeft daarbij gehandeld met voldoende zorg voor de belangen van klagers. Waarschuwing.