Zoekresultaten 2161-2170 van de 42624 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:199 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-734/AL/MN

    Klacht tegen advocaat wederpartij door de voorzitter kennelijk ongegrond verklaard. Verzet ongegrond.  

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:148 Raad van Discipline Amsterdam 23-206/A/A 23-207/A/A 23-208/A/A

    Raadsbeslissing; klachten in drie samenhangende zaken. De klacht over verweerders 1 en 2, die luidt dat zij tuchtrechtelijk verwijtbaar hebben gehandeld door A als meerderheidsaandeelhouder van Simetra en Simetra als vennootschap bijstand te verlenen in een juridisch geschil tegen Nortra, die minderheidsaandeelhouder is van Simetra, is niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van een rechtstreeks eigen belang bij Nortra. In gedragsregel 15 is - kort gezegd - bepaald dat een advocaat in het algemeen niet mag optreden tegen een (voormalig) cliënt van hem of van een kantoorgenoot, omdat dit kan leiden tot belangenverstrengeling. Dit betekent dat een mogelijke belangenverstrengeling uitsluitend relevant kan zijn in de verhouding tussen de cliënten van verweerders 1 en 2 onderling. Nortra is geen (voormalig) cliënte van verweerders 1 en 2, zodat haar belangen niet worden beschermd door gedragsregel 15. Hoewel het hof in zijn beslissing van 31 januari 2022 (ECLI:NL:TAHVD:2022:16) heeft geoordeeld dat een advocaat zich ook rekenschap moet geven van de belangen van andere betrokkenen, ook als die niet een (voormalig) cliënt zijn, geldt dit naar het oordeel van de raad niet voor de minderheidsaandeelhouder in een vennootschapsrechtelijk geschil als het onderhavige. Wanneer de minderheidsaandeelhouder het niet eens is met de koers of besluitvorming van de vennootschap staan hiervoor andere wegen open om hiertegen te ageren. De minderheidsaandeelhouder kan via het vennootschapsrecht maatregelen treffen, hetgeen Nortra in het onderhavige geval ook heeft gedaan. De raad beslist hiermee in lijn met de beslissing van de raad van 9 januari 2023 (ECLI:NL:TADRAMS:2023:3). De klacht van verweerders 1 en 2 - hierna klagers - over de gemachtigde van Nortra, hierna verweerder 3, is in alle onderdelen gegrond. De raad rekent het verweerder 3 ernstig aan dat hij zich tot tweemaal toe, en ondanks dat hij is verzocht dit niet te doen, in strijd met gedragsregel 25 lid 1 rechtstreeks tot de wederpartij heeft gewend, terwijl hij wist dat deze door advocaten (klagers) werden bijgestaan. Daarnaast heeft verweerder 3 klagers zonder dat daarmee een rechtens te respecteren belang gediend was persoonlijk aansprakelijk gesteld, hen onderdeel gemaakt van het conflict van hun cliënten en hiermee het conflict onnodig verder gepolariseerd. Daarmee heeft verweerder 3 in strijd gehandeld met de gedragsregels 24 en 5. Dit heeft de raad gebracht tot de conclusie dat verweerder 3 de grenzen van de vrijheid van de advocaat-wederpartij ernstig heeft overschreden en hiermee tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Gelet op de ernst en de aard van dit tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen en zijn gebrek aan ter zitting getoond inzicht in de onjuistheid van zijn handelen, acht de raad, ondanks het blanco tuchtrechtelijk verleden van verweerder 3, de maatregel van een berisping met kostenveroordeling passend en geboden.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:205 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-876/AL/MN

    Raadsbeslissing. De raad heeft vastgesteld dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld doordat hij zijn vordering op zijn voormalige cliënt heeft verhaald op het moment dat die cliënt in de schuldsanering zat. Gelet op onder meer de beperkte ernst van dit feit en de omstandigheid dat verweerder in ruim 40 jaar advocatuur niet eerder door de tuchtrechter is veroordeeld en hij bovendien geen advocaat meer is, zal de raad volstaan met de gegrondverklaring van de klacht en bepalen dat er geen maatregel wordt opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:149 Raad van Discipline Amsterdam 23-455/A/A

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over verweerder in zijn hoedanigheid van lid van raad van de orde van advocaten. Niet gebleken is dat verweerder zich bij de vervulling van die functie zodanig heeft gedragen dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur is geschaad.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:200 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-742/AL/MN

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Toevoegingsperikelen. Volgens vaste jurisprudentie van het Hof van Discipline ligt het belang om in aanmerking te komen voor door de overheid gefinancierde rechtshulp bij de aanvrager, in dit geval de cliënte van verweerster. Geen rechtstreeks belang klager. Niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:201 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-902/AL/GLD

    Partijen zijn het er over eens dat de advocaat-stagiaire van verweerder de zaak feitelijk behandelde en dat verweerder daarbij alleen op de achtergrond betrokken was. Gelet hierop dient de kwaliteit van de dienstverlening van de advocaat-stagiaire en niet die van verweerder beoordeeld te worden. Klacht ten aanzien van verweerder om die reden (deels) ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:145 Raad van Discipline Amsterdam 23-222/A/A

    Raadsbeslissing; Ongegronde klacht over de eigen advocaat. Anders dan klager, is de raad niet van oordeel dat verweerster in de dienstverlening jegens klager juridisch ondermaats heeft gepresteerd. Evenmin ziet de raad grond om aan te nemen dat verweerster voor haar werkzaamheden excessief heeft gedeclareerd. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is dan ook geen sprake. De klachten van klager over verweerster zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:202 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-314/AL/OV

    Voorzittersbeslissing. Klacht over voormalig eigen advocaat. Kwaliteit dienstverlening in een geschil met de verhuurder van klager. Verweerder heeft klager diverse keren uitgelegd dat hij volgens geen juridische mogelijkheden ziet om met de door klager gewenste acties het resultaat te bereiken dat klager voor ogen heeft. Niet gebleken dat verweerder van zijn bijstand aan klager een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Klacht in beide onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:146 Raad van Discipline Amsterdam 23-321/A/A

    Raadsbeslissing; Ongegronde klacht over de eigen advocaat. De klacht van klager ziet op het niet-nakomen van gemaakte afspraken over proceskosten. Deze afspraken zijn door verweerder niet schriftelijk vastgesteld. Omdat de afspraken niet schriftelijk zijn vastgelegd, kan de raad niet nagaan wat die afspraken precies waren en dus ook geen oordeel geven over de vraag voor wiens rekening de proceskosten moeten komen. Het uitgangspunt is dat in het algemeen onduidelijkheid over gemaakte, niet schriftelijk vastgelegde afspraken voor risico van de advocaat komt. In dit geval geldt echter dat – nu klager uitdrukkelijk heeft gesteld dat zijn klacht niet het niet schriftelijk vastleggen van de afspraken behelst, maar slechts het niet-nakomen van de afspraken – niet kan worden vastgesteld dat het verwijt dat klager maakt aan verweerder gegrond is.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:203 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-272/AL/OV

    Verzetsbeslissing. Onbegrijpelijk verzetschrift. Daarin ontbreekt iedere samenhang en structuur. Ook de toelichting van klager ter zitting heeft de raad geen helderheid verschaft. Verzet ongegrond.