Zoekresultaten 13871-13880 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:85 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2018-309

    Gegronde klacht tegen een neuroloog. Door het niet voldoende uitvoeren van basisonderzoek (namelijk geen anamnese, lichamelijk onderzoek en een screenende cognitietest) is de neuroloog onzorgvuldig tot zijn diagnose gekomen en heeft hij geen inzicht gegeven in de wijze waarop hij tot deze diagnose is gekomen. Daarnaast heeft de neuroloog nagelaten eventuele medicatie met de familie van patiënt te bespreken alsook met de familie te bespreken wat mogelijke vervolgstappen zouden kunnen zijn. Klacht gegrond. Waarschuwing.  

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:47 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2018-256

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. De psychiater heeft zorgvuldig gehandeld nadat zij de melding kreeg dat klager bloed in zijn urine had aangetroffen. De lezingen lopen uiteen over hetgeen door klager en de psychiater is besproken op de patio, zodat niet kan worden vastgesteld dat de psychiater haar beroepsgeheim heeft geschonden. Klacht afgewezen.  

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:33 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/499

      Klaagster verwijt verweerder dat hij keer op keer geen actie heeft ondernomen, ondanks dat klaagster hartpatiënt was en zij zich steeds zieker ging voelen met toenemende buikpijn. Er is volgens klaagster tijdens de opname teveel vocht toegediend. De dag na ontslag uit het ziekenhuis werd klaagster met spoed wederom opgenomen, er was sprake van hartfalen.      Ongegrond

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:86 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2018-312

    Ongegronde klacht tegen een internist. De internist is niet te traag en/of op onjuiste wijze tot haar diagnose gekomen, noch heeft zij symptomen van pijn en gewichtsverlies bij de echtgenote/moeder van klagers genegeerd en evenmin heeft zij te laat een academisch ziekenhuis ingeschakeld. Met de kennis van achteraf zijn zorgelijke signalen aan te wijzen, maar het doen of nalaten van de internist is tijdens haar behandelperiode niet onder de maat geweest. Klacht afgewezen.  

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:34 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/498

      Verweerder was de hoofdbehandelaar van klaagster. Klaagster verwijt hem dat zowel klaagster als haar familie gedurende de opname in het ziekenhuis geen persoonlijk contact met hem hebben gehad. Ondanks dat klaagster hartpatiënt was en zich steeds zieker ging voelen, is er volgens klaagster niet naar haar geluisterd. Er is tijdens de opname teveel vocht toegediend. De dag na ontslag uit het ziekenhuis werd klaagster met spoed wederom opgenomen, er was sprake van hartfalen.   Ongegrond 

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:34 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 18-784/DB/ZWB

    Niet is gebleken dat de behandeling van het dossier door toedoen van verweerster onnodig heeft stilgelegen. Klaagster heeft niet aannemelijk gemaakt dat verweerster zich teveel heeft laten leiden door wat de wederpartij stelt. Niet is gebleken dat verweerster de voor de behandeling van klaagsters zaak benodigde kennis ontbeerde, noch dat zij bij de behandeling van klaagsters zaak steken heeft laten vallen. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:50 Raad van Discipline Amsterdam 18-658/A/A

    Ongegrond verzet

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:35 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 18-455/DB/ZWB

    Klager is niet bijgestaan door verweerder, maar door mrs. P en S, indertijd kantoorgenoten van verweerder. Verweerder is voor het optreden van zijn kantoorgenoten niet verantwoordelijk. Verweerder heeft namens het kantoor de openstaande declaratie geïncasseerd en daarbij niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Niet gebleken dat verweerder heeft geweigerd klagers dossier af te geven aan een opvolgend advocaat. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:51 Raad van Discipline Amsterdam 18-657/A/A

    Ongegrond verzet

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2019:52 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 238/2018

      Klacht van zus van een overleden patiënt. Patiënt verbleef op de (GRZ)afdeling waar verweerder tijdelijk als ANIOS tijdelijk in dienst was en als zodanig bij de behandeling van patiënt was betrokken. Hij stond onder supervisie van de specialist ouderengeneeskunde. Klaagster verwijt verweerder verwaarlozing van patiënt en het niet (tijdig) verwijzen naar het ziekenhuis. Klacht kennelijk ongegrond.