Zoekresultaten 13641-13650 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:54 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/500

    Klager verwijt verweerster dat zij een rapportage heeft opgesteld die feitelijk niet correct en misleidend is.   Kennelijk ongegrond

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:95 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.133

    Klacht tegen longarts. De klacht luidt als volgt. 1) Verweerder heeft het vertrouwen van klager geschaad doordat hij zijn e-mail aan klager mede (door middel van een CC) heeft gestuurd aan J van de CVZ en L van de F. 2) Verder heeft hij zijn beroepsgeheim geschonden door aan klager in deze e-mail een behandeladvies te geven, wat door middel van de CC ook aan J en L bekend is geworden. Hij adviseert klager de behandeling met The Vest te stoppen en brengt dus diens gezondheid in gevaar. Hij probeert klager de mond te snoeren. 3) Ten slotte luidt de klacht dat verweerder het werk en advies van een zorginstituut probeert te beïnvloeden, dat hij een onjuiste opvatting propageert ten aanzien van HFCWO en het geneesmiddel Orkambi en dat verweerder de CBO-consensus negeert. Het Regionaal Tuchtcollege heeft geoordeeld dat klager ontvankelijk is in zijn klacht tegen de longarts, nadat hij een eerder ingetrokken klacht opnieuw heeft ingediend. Er is geen sprake van misbruik van recht. De klacht dat de longarts zonder deugdelijke grond zich negatief uitlaat over The Vest, zich ten onrechte positief uitlaat over Orkambi en de CBO-consensus negeert, valt wel onder de tweede tuchtnorm, maar klager kan niet worden aangemerkt als rechtstreeks belanghebbende zoals bedoeld in artikel 65 lid 1 sub a Wet BIG. In een e-mail van de longarts aan klager, met in de CC twee andere partijen, is door verweerder geen medische, privacygevoelige kennis over klager verstrekt. Evenmin is het een behandeladvies in de zin van een op klagers persoon toegespitste aanbeveling van zijn arts. Het beroepsgeheim is hierdoor niet geschonden. Het versturen van de e-mail met in de CC twee andere partijen en het daardoor schaden van klager, valt niet onder de eerste of tweede tuchtnorm. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege, behoudens voor zover daarin is geoordeeld dat klager niet als rechtstreeks belanghebbende kan worden aangemerkt ten aanzien van zijn klacht dat de longarts zich zonder deugdelijke grond negatief uitlaat over The Vest. Het Centraal Tuchtcollege acht klager in zoverre wel ontvankelijk, maar wijst dit klachtonderdeel als ongegrond af.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:89 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.065

    Klacht tegen bedrijfsarts. Verweerster heeft klaagster naar aanleiding van een ziekmelding verband houdende met een liesoperatie onderzocht. Verweerster heeft bij die gelegenheid ook de enkel van klaagster onderzocht en geoordeeld dat klaagster volledig arbeidsgeschikt was. Enkele maanden later is middels een MRI-scan gebleken dat er problemen aan de enkel van klaagster waren en is klaagster na meerdere operaties arbeidsongeschikt geraakt. Klaagster verwijt verweerster dat zij de klachten van klaagster over haar enkel niet serieus heeft genomen en dat zij vervolgens de werkgever van klaagster onjuist en onvolledig heeft geïnformeerd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:55 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/461

      Klager verwijt de huisarts dat deze geen enkel verband heeft gezien tussen een bij klager uitgevoerde gastric bypass en de in de jaren erna toenemende maag/buikklachten en dumpingen. Voorts verwijt klager de huisarts dat hij klager niet meteen naar het juiste ziekenhuis heeft doorverwezen, eventueel ook met het oog op een 'undo-operatie'. Daarnaast verwijt klager de huisarts dat hij diverse verkeerde medicatie heeft voorgeschreven, niet heeft geluisterd naar (de klachten van) zijn patiënt, niet de moeite heeft genomen bij klager thuis langs te komen of telefonisch te informeren hoe het met klager gaat en is klager van mening dat hij ook onheus is bejegend door de assistentes in de huisartsenpraktijk.     klacht is ongegrond

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:83 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.531

    Klacht tegen psychiater. Over klager is na onderzoek in het PBC een Pro Justitia rapportage uitgebracht door een multidisciplinair team waarvan verweerder deel uitmaakte. Klager verwijt verweerder dat hij een foute diagnose heeft gesteld en heeft verklaard dat er van begin af aan overeenstemming bestond over de diagnose en voorts dat het inzage- en correctierecht niet goed is toegepast. Dat laatste onderdeel wordt door het Regionaal Tuchtcollege gegrond verklaard en aan verweerder wordt een waarschuwing opgelegd. Het principaal beroep van klager, gericht tegen de ongegrondverklaring van de eerste twee klachtonderdelen, wordt door het Centraal Tuchtcollege verworpen. Het incidenteel beroep van de psychiater, gericht tegen de gegrondverklaring van het derde klachtonderdeel, slaagt. Het Centraal Tuchtcollege acht de klacht in zijn geheel ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:96 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.244

    Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht tegen een uroloog afgewezen. Klager komt in beroep met een nieuw verwijt aan de uroloog. Het Centraal Tuchtcollege acht klager in zoverre niet-ontvankelijk in zijn beroep. Verder komt klager in beroep uitsluitend nog op tegen een bepaalde passage in de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege, waarin hij volgens hem tot leugenaar wordt bestempeld. Het Centraal Tuchtcollege volgt klager hierin niet en verwerpt het beroep voor het overige.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:56 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/460

      Klager verwijt de huisarts dat deze geen enkel verband heeft gezien tussen een bij klager uitgevoerde gastric bypass en de in de jaren erna toenemende maag/buikklachten en dumpingen. Voorts verwijt klager de huisarts dat hij klager niet naar het juiste ziekenhuis heeft doorverwezen en dat hij niet heeft geluisterd naar (de klachten van) zijn patiënt.     Klacht is ongegrond

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:90 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.217

    Na haar ziekmelding heeft klaagster zich op verzoek van haar werkgever op het spreekuur van de bedrijfsarts gemeld. Klaagster verwijt de bedrijfsarts dat hij zich heeft laten beïnvloeden door haar leidinggevende, dat hij zonder enig onderzoek een foute diagnose heeft gesteld en dat hij heeft geweigerd zijn advies in te trekken wetende dat dit advies negatieve gevolgen voor klaagster zal hebben. Daarnaast verwijt klaagster de bedrijfsarts dat hij haar tijdens het spreekuur niet de gelegenheid heeft geboden haar verhaal te doen. Het Regionaal Tuchtcollege wijst deze klachten af. De klacht dat de bedrijfsarts, ondanks herhaalde verzoeken hiertoe, heeft geweigerd tijdig het medisch dossier op te sturen wordt gegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt zowel het principaal beroep van klaagster tegen de afgewezen klachtonderdelen als het incidenteel beroep van de bedrijfsarts tegen het wel gegrond bevonden klachtonderdeel en de opgelegde waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:84 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.532

    Klacht tegen gz-psycholoog. Over klager is na onderzoek in het PBC een Pro Justitia rapportage uitgebracht door een multidisciplinair team waarvan verweerster deel uitmaakte. Klager verwijt verweerster dat zij een foute diagnose heeft gesteld en heeft verklaard dat er van begin af aan overeenstemming bestond over de diagnose en voorts dat het inzage- en correctierecht niet goed is toegepast. Dat laatste onderdeel wordt door het Regionaal Tuchtcollege gegrond verklaard en aan verweerster wordt een waarschuwing opgelegd. Het principaal beroep van klager, gericht tegen de ongegrondverklaring van de eerste twee klachtonderdelen, wordt door het Centraal Tuchtcollege verworpen. Het incidenteel beroep van de gz-psycholoog, gericht tegen de gegrondverklaring van het derde klachtonderdeel, slaagt. Het Centraal Tuchtcollege acht de klacht in zijn geheel ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:97 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.324

    Klacht tegen dienstdoende huisarts op de huisartsenpost. Klaagster is de echtgenote van patiënt die daags na zijn bezoek aan de huisartsenpost is overleden. Zij verwijt de huisarts dat hij onvoldoende onderzoek heeft gedaan, heeft verzuimd het dossier van patiënt te raadplegen en een verkeerde inschatting heeft gemaakt door patiënt niet naar de spoedeisende hulp te sturen . Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt deze beslissing.