Zoekresultaten 101-110 van de 172 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:72 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 15-338

    Klacht over privé optreden van verweerster is ongegrond. Wel werpt de raad de vraag op of het verstandig is dat verweerster als advocaat optreedt in een zaak waarin zij direct (als partij, kantoorhoudende nabij het perceel van klagers) en indirect (voor haar partner die partij is) een eigen belang heeft. Verweerster heeft gesteld dat de zaak te ingewikkeld is geworden om over te dragen en dat de kosten van rechtsbijstand daar ook een rol bij spelen. Een deel van de verwijten is echter juist terug te voeren op die vermenging van rollen (optreden al dan niet in toga, declareren voor bijstand aan partner, uitingen in de rechtszaal), terwijl verweerster niet of minder geremd wordt door kostenoverwegingen. Klacht over schenden van de geheimhoudingsplicht uit een mediationovereenkomst is ook ongegrond. De inhoud van de door verweerster in een procedure overgelegde e-mail van de mediators waarbij de mediaton door hen wordt bëeindigd valt zonder nadere onderbouwing niet onder de geheimhoudingsverplichting reeds gelet op het aantal geadresseerden en het onderwerp van deze e-mail. Blijkens de e-mail ging het daarbij niet alleen om de direct bij de mediation betrokken partijen, maar ook om een vertegenwoordiger van Das rechtsbijstand, waarvan in ieder geval vaststaat dat de geheimhoudingsverplichting op hem geen betrekking had.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:133 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150113

    Klacht witwassen door advocaat. Hof acht klager, anders dan de raad, wel ontvankelijk in zijn klacht. Klager heeft een eigen belang nu hij stelt dat hij zich gedrongen voelde mee te werken aan witwassen. Aan het bewijs van criminele activiteiten moeten hoge eisen worden gesteld. Klacht ongegrond wegens gebrek aan toereikend bewijs.

  • ECLI:NL:TACAKN:2016:49 Accountantskamer Zwolle 15/2122 Wtra AK

      Uit het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid vloeit voort dat een accountant die op basis van een persoonsgericht onderzoek een oordeel geeft over het door hem onderzochte handelen, dat oordeel hoort te verantwoorden door in het door hem te produceren rapport helder uiteen te zetten welk normatief kader hij heeft gehanteerd bij zijn beoordeling van dat handelen (zie in dit verband onder meer de uitspraak van het CBb van 12 april 2016: ECLI:NL:CBB:2016:98). Daarbij maakt het geen verschil of de accountant bij het verrichten van het onderzoek vooral of uitsluitend zijn vakbekwaamheid als accountant heeft aangewend. De eis die hiervoor wordt gesteld geldt dus ook bij een onderzoek als het onderhavige, waarbij betrokkene ook gebruik heeft gemaakt van zijn juridische ervaring en kennis. Betrokkene heeft dit verzuimd. Klacht in zoverre gegrond. Geen maatregel omdat oordelen niet op volstrekt onverdedigbare grondslag berusten en omdat geen nadeel is ondervonden van verzuim.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:41 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 15-487

    Klacht dat verweerster bij pleidooi aan de rechter feitelijke gegevens verstrekt waarvan zij wist dat deze onjuist waren alsmede fragmentarisch heeft geciteerd uit een brief van het Openbaar Ministerie op een wijze die er evident op was gericht de juiste feiten actief te verbloemen. Gegrond. Waarschuwing. Kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:120 Raad van Discipline Amsterdam 16-005/A/A

    Ongegrond verklaarde klacht over advocaat in zijn hoedanigheid van executeur testamentair.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:40 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 15-486

    Klacht dat verweerder als eindverantwoordelijk advocaat heeft toegelaten dat zijn kantoorgenote ter gelegenheid van pleidooi feitelijke gegevens heeft verstrekt waarvan zij wist dat deze onjuist waren. Ongegrond. Niet gebleken dat verweerder inhoudelijk bemoeienis heeft gehad als advocaat van klagers wederpartij, althans niet op een wijze die hem medeverantwoordelijk maakt voor de handelwijze van zijn kantoorgenote. Het enkele meelezen van stukken en mogelijk ook meedenken levert nog geen medeverantwoordelijkheid op.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2016:18 Kamer voor het notariaat Den Haag 15-74

      De klacht houdt in dat de notaris heeft gehandeld in strijd met zijn zorgplicht. Door mee te werken aan de levering op 10 juni 2015 van de aandelen aan [A] en [G] gelieerde rechtspersonen wist de notaris dat die levering een paulianeus karakter had. Bovendien wist de notaris, althans had hij behoren te weten dat door zijn handeling verhaal van klaagster zou worden gefrustreerd.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:30 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 120/2015

      Klacht tegen plastisch chirurg gegrond. Verweerder heeft het medisch dossier van klaagster aangevuld, in die zin dat hij aan de vermelde risico’s het risico van necrose heeft toegevoegd. Hij heeft dit gedaan zonder transparant te zijn over de aanleiding en de datum van de aanvulling. Door zijn handelwijze heeft verweerder de verdenking op zich geladen de informatie in het dossier in zijn voordeel te hebben willen aanpassen, om zodoende alsnog te kunnen aantonen dat hij voorafgaand aan de operatie heeft gewaarschuwd voor het risico op necrose. Hierdoor heeft verweerder afbreuk gedaan aan het vertrouwen dat patiënten in de volledige en waarheidsgetrouwe weergave van de gang van zaken in het dossier moeten kunnen hebben. Verder is sprake van een onvolledig operatieverslag, van een onzorgvuldige overdracht en van inadequate nazorg, regie en follow-up. Maatregel: voorwaardelijke schorsing van de inschrijving in het register van drie maanden met een proeftijd van een jaar.  

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:17 Raad van Discipline Amsterdam 15-222A 15-223A(d) 15-224A 15-225A(d) 15-226A 15-227A(d)

    Klacht van deken en BFT tegen verweerder sub 1 wegens het niet melden van een ongebruikelijke transactie in de zin van de Wwft gegrond; dezelfde klacht tegen zijn kantoorgenoten (verweerders sub 2 en 3) ongegrond omdat zij in deze zaak niet als “instelling” in de zin van de Wwft zijn aan te merken. BFT niet-ontvankelijk in klacht over zakelijke banden tussen verweerders en een cliënt. Dekenbezwaar over die zakelijke banden tegen verweerders sub 1 en sub 2 gegrond. Dekenbezwaar ongegrond voor zover het betreft handelen in strijd met artikel 9 lid 1 Vafi en Gedragsregel 28 . Voorwaardelijke schorsing (verweerder sub 1) en waarschuwing (verweerster sub 2). Proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:105 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2014/422

    Klagers zijn de kinderen en weduwe van een overleden patiënt die ivm buikklachten op de SEH-afdeling wordt opgenomen. Navelbreuk wordt geconstateerd. Na onderzoek wordt patiënt opgenomen op de afdeling chirurgie. In de loop van de volgende ochtend verslechtert situatie van patiënt ernstig. Bij CT-onderzoek wordt darmperforatie geconstateerd waarna patiënt wordt geopereerd. Postoperatief komt patiënt te overlijden. Klagers verwijten verweerder onder meer dat hij is tekortgeschoten in het waarborgen van een systeem van adequate dossiervorming, geen/onvoldoende verantwoordelijkheid heeft genomen voor verbetering van de patiëntenveiligheid in de regio, onvoldoende noodzakelijke maatregelen heeft genomen om in dit geval de patiënt veiligheid te waarborgen, heeft nagelaten tijdig maatregelen te nemen ter voorkoming van herhaling, niet zorgvuldig met nabestaanden is omgegaan, informatie aan derden heeft verstrekt en heeft nagelaten een calamiteitenmelding te doen. Ongerond/Afwijzing.