Zoekresultaten 14281-14300 van de 44971 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:262 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.011

    Klacht tegen psychotherapeut. Klager is gedurende drie maanden vrijwillig opgenomen geweest in een GGZ-instelling waar verweerder als psychotherapeut werkzaam was. Voorafgaand aan de opname heeft een collega van verweerder de intake gedaan. De klacht houdt onder meer in dat intake en behandeling niet overeenkwamen, klager niet gehoord of gezien is en diagnose en conclusie van het behandelresultaat niet juist waren. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:269 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.112

    Klacht tegen verpleegkundige. Klager was gedetineerd in een politiecel. Verweerder heeft hem toen in het kader van gestructureerde medicatieverstrekking in de cel medicijnen verstrekt. Deze medicijnen waren eerder aan klager voorgeschreven en door de apotheek klaargemaakt. Klager heeft een deel van de aangeboden medicijnen geweigerd en een ander deel wel ingenomen. Dit is het enige contact geweest tussen klager en verweerder. De klacht houdt in dat (i) verweerder zich ten onrechte heeft uitgegeven als arts, (ii) verweerder heeft geprobeerd klager te drogeren en (iii) verweerder ten onrechte de diagnose depressie heeft gesteld. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Klager komt in beroep op tegen het oordeel over de klachtonderdelen (i) en (ii). Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:223 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-176/DH/DH

    Verzet gegrond. Verweerder had op basis van de beschikbare gegevens kunnen zien dat de informatie van zijn cliënt niet volledig was. Verder heeft verweerder geld op zijn derdengeldrekening doorbetaald aan zijn cliënt, terwijl niet aan alle voorwaarden van de schikking was voldaan. Tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Geen maatregel, omdat klaagster in materiële zin haar doel heeft bereikt.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:263 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.035

    Klager meldde zich medio december in de tandartspraktijk van de tandarts met pijnklachten aan zijn kies. De secretaresse heeft (na overleg met de tandarts) de inschatting gemaakt dat het geen acute situatie was en een afspraak in januari aangeboden. De tandarts heeft twee dagen later met klager gebeld en klager heeft toen een wortelkanaalbehandeling bij een collega van de tandarts gekregen. Klager verwijt verweerder: 1. het niet erkennen van pijnklachten; 2. het weigeren van behandeling; 3. het weigeren klager te woord te staan; 4. gebrek aan professionaliteit; 5. langdurig verloop van de klachtafhandeling bij de KNMT; 6. het ongevraagd en zonder grondslag versturen van het medisch dossier aan derden. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klager niet ontvankelijk voor zover hij in beroep nieuwe klachten heeft ingediend en verwerpt het beroep voor het overige.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:224 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-936/DH/RO

    Verzet ongegrond. De voorzitter heeft de juiste maatstaf toegepast en het verzet heeft geen nieuwe gezichtspunten opgeleverd. Geen ruimte voor verder onderzoek naar de klacht.

  • ECLI:NL:TDIVBC:2019:5 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2019/01

    Paard. Het Veterinair Beroepscollege is met het Veterinair Tuchtcollege van oordeel dat de dierenarts toerekenbaar tekort is geschoten in de zorg voor de merrie door bij de behandeling van de merrie verschillende NSAID’s gecombineerd toe te passen en daarnaast bij de inzet van Quadrisol niet te voldoen aan de bij toepassing van de cascaderegeling geldende administratieve verplichtingen en informatieplicht ten opzichte van appellante als diereigenaar. Het Veterinair Beroepscollege ziet in wat in hoger beroep is aangevoerd geen aanleiding voor het opleggen van een zwaardere of andere maatregel dan die welke het Veterinair Tuchtcollege heeft opgelegd. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:192 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-089

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een orthopeed. Het College kan de orthopeed in zijn redenering volgen en acht het zorgvuldig dat hij klager naar de operateur heeft verwezen. De bewoordingen die daarbij zijn gebruikt kan het College niet nagaan. Er is terecht een consult bij de verzekeraar gedeclareerd. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:193 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-078b

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een orthopeed. Dat klager had verwacht dat de orthopeed de operateur zou zijn, kan niet aan beklaagde worden verweten. Beklaagde mocht ervan uit gaan dat klager voorafgaand aan de operatie schriftelijk op de hoogte zou worden gesteld van de naam van de operateur. Klager heeft ook toegegeven dat de orthopeed heeft gezegd dergelijke operaties niet meer uit te voeren. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:194 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-078a

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een orthopeed. Dat klager had verwacht dat de collega-orthopeed de operateur zou zijn, kan niet aan beklaagde worden verweten. Beklaagde mocht ervan uit gaan dat klager voorafgaand aan de operatie schriftelijk op de hoogte zou worden gesteld van de naam van de operateur. Klager heeft ook toegegeven dat de collega-orthopeed heeft gezegd dergelijke operaties niet meer uit te voeren. Het College heeft geen bedenkingen bij de uitvoering van de operatie. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:195 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-051

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een orthopeed. De operatie is onder röntgendoorlichting uitgevoerd om de optimale lengte van de schroef te bepalen. Uit de tijdens de operatie gemaakte beelden in het dossier blijkt dat tijdens de operatie geen sprake was van penetratie van het schroefeinde door het kraakbeen van de heupkop. De geplaatste schroef was niet te lang, ook al is nadien een foute positie van de schroef geconstateerd. Er is niet direct na de operatie een nieuwe röntgenfoto gemaakt, omdat geen twijfel bestond over de positie en de lengte van de schroef. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:196 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-006a

    Ongegronde klacht tegen een uroloog. Dat klager had aangegeven dat hij niet akkoord zou gaan met een arts-assistent als operateur, betekent niet dat de uroloog hieruit had kunnen en moeten begrijpen dat klager daarmee ook een beginnend uroloog bedoelde. De uroloog heeft geen zeggenschap in het bepalen van de persoon van de operateur van klager. Het is wenselijk dat de patiënt voorafgaand aan een operatie tijdig over de persoon van de operateur wordt ingelicht, dit kan in dit geval niet aan de uroloog worden verweten. Klacht is ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:190 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-006b

    Ongegronde klacht tegen een uroloog. Dat klager had aangegeven dat hij niet akkoord zou gaan met een arts-assistent als operateur, betekent niet dat de uroloog hieruit had kunnen en moeten begrijpen dat klager daarmee ook een haar als beginnend uroloog bedoelde. De uroloog heeft geen zeggenschap in het bepalen van de persoon van de operateur van klager. Zij was op dat moment bevoegd en bekwaam om de operatie uit te voeren. Niet is gebleken dat er fouten zijn gemaakt. Het is wenselijk dat de patiënt voorafgaand aan een operatie tijdig over de persoon van de operateur wordt ingelicht, dit kan in dit geval niet aan de uroloog worden verweten. Klacht is ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:191 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-095

    Ongegronde klacht tegen een huisarts. De keuze voor het voortzetten van het op de HAP ingezette beleid (namelijk onder meer het behandelen met antibioticum) is naar het oordeel van het College verdedigbaar. Er was nog geen sprake van zodanige signalen of alarmsymptomen dat aan sepsis moest worden gedacht. Ook kan niet worden vastgesteld dat de assistente van de huisarts ten onrechte in het dossier heeft genoteerd dat geen sprake was van zieker worden. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:217 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/171

    Na een spoedaanvraag via de huisarts voor een (derde) controle conult heeft verweerder - destijds AIOS Chirurgie - de moeder van klaagster (patiënte) gezien en onderzocht. Klaagster verwijt verweerder dat hij patiënte tijdens dit consult niet goed heeft onderzocht, ten onrechte geen echo van de buik heeft laten maken en patiënte ten onrechte terug naar huis heeft gestuurd. Twee maanden later is patiënte overleden. Verweerder heeft verweer gevoerd. Hij betreurt wel dat hij toen abusievelijk geen terugkoppeling aan de huisarts van patiënte heeft gegeven betreffende het consult. Ongegrond

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:218 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/111

    Klaagster verwijt de chirurg dat hij haar moeder (patiënte) niet goed heeft behandeld; de chirurg heeft de operatie niet goed uitgevoerd en ook tijdens de nacontroles heeft hij onjuist gehandeld. Een aantal maanden na de uitgevoerde operatie is patiënte overleden. De chirurg heeft verweer gevoerd. Er heeft zich tijdens de operatie weliswaar een onbedoelde complicatie voorgedaan, maar deze is snel adequaat behandeld. De chirurg heeft patiënte zelf nog twee keer voor controle op de poli gezien, daarna is hij met pensioen gegaan. Er was voor de chirurg tijdens de controles geen objectieve indicatie om beeldvorming te herhalen. Ongegrond

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:203 Raad van Discipline Amsterdam 19-626/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Niet gebleken dat verweerder essentiele informatie niet heeft verstrekt aan de voorzieningenrechter en/of de deurwaarder. Evenmin sprake van dwang, dwaling en/of bedrog en/of onrechtmatige druk.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:221 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/293

    De IGJ heeft een klacht ingediend tegen de psychiater vanwege zijn handelen in strijd met de zorg die hij als psychiater jegens meerdere patiënten had moeten betrachten. Zo wordt de pychiater verweten dat hij 1) voortdurend en meermalen geneesmiddelen in strijd met normen off-label heeft voorgeschreven; 2) op medisch inhoudelijk vlak tekort is geschoten in de zorg; 3) zich schuldig heeft gemaakt aan schending dossierplicht en dat hij 4) zich schuldig heeft gemaakt aan (seksueel) grensoverschrijdend handelen. De IGJ verwijt de psychiater voorts ondermeer dat hij zich niet transparant en toetsbaar heeft opgesteld. De IGJ verzoekt het college om de psychiater een passende maatregel op te leggen. De psychiater heeft voor aanvang van de zitting niet gereageerd op de klacht van de IGJ. Gegrond, maatregel

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:204 Raad van Discipline Amsterdam 19-632/A/A

    Klacht over advocaat wederpartij. De klacht is kennelijk ongegrond. Niet is gebleken dat verweerder feiten heeft geponeerd die onwaar zijn zodat geen sprake is van het poneren van feiten waarvan hij de onwaarheid kende of redelijkerwijs kon kennen. Ook is niet gebleken dat verweerder zich grievend, laat staan onnodig grievend, heeft uitgelaten. Tot slot is het feit dat verweerder zich na zoveel jaar vergist in een niet relevant detail niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2019:55 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 18129

    Bedrijfsarts, werkzaam als onderdeelsarts op de vliegbasis, wordt verweten dat hij ten onrechte een consult onder de ziektecode “Overige psychische stoornissen, Andere psychische stoornissen” aan klagers medisch dossier heeft toegevoegd, zijn beroepsgeheim heeft geschonden en zich nimmer voor zijn doen en laten heeft verantwoord. Het college oordeelt dat de arts ten onrechte een diagnose heeft toegevoegd aan klagers medisch dossier. Er had geen consult tussen klager en de onderdeelsarts plaatsgevonden. De arts had de aantekening in het medisch dossier zo moeten formuleren dat het voor opvolgende zorgverleners duidelijk was dat de informatie niet afkomstig was van klager maar van de commandant. Dat de onderdeelsarts juist had gekozen voor deze ziektecode is bovendien verwijtbaar en heeft grote gevolgen gehad voor klager. Schending beroepsgeheim is niet komen vast te staan. De onderdeelsarts heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar e-mails van klager over zijn medisch dossier onbeantwoord gelaten. Klager had recht op informatie. Gedeeltelijk gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:169 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190065

    Klacht over eigen advocaat. Verweerder heeft volgens klaagster te laat een verzoekschrift tot echtscheiding ingediend, waardoor klaagster financieel nadeel heeft geleden. Het hof merkt in het kader van de maatstaf mbt de professionele standaard op dat binnen de beroepsgroep geen breed gedragen, schriftelijk vastgelegde professionele standaarden zijn geformuleerd en het hof daarom zal toetsen of verweerster heeft gehandeld met de zorgvuldigheid zoals van een redelijk bekwame en redelijk handelend advocaat mag worden verwacht. Het hof kan bij gebrek aan een opdrachtbevestiging door verweerder niet vaststellen wat de aard en de omvang van de opdracht is geweest en wat zijn cliënt (klaagster) daarin wel en niet van hem mocht verwachten. Dit komt voor rekening en risico van verweerder. Ter zitting van het hof heeft verweerder erkend dat hij de fiscale consequenties niet aan klaagster heeft voorgehouden. Klacht gegrond. Waarschuwing.