Zoekresultaten 13621-13640 van de 44598 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:235 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/166

    Klaagster verwijt verweerster onder andere dat zij klaagster onvoldoende heeft verdoofd tijdens de keizersnede en haar pijn heeft gebagatalliseerd. Gegrond: berisping.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:161 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/667864 / DW RK 19/305

    Beslissing op verzet. De voorzitter heeft klager kennelijk niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht. De kamer is het niet met de voorzitter eens en verklaart het verzet gegrond. De kamer overweegt daartoe dat de klacht dat de gerechtsdeurwaarder heeft gelogen en de kamer heeft misleid, een zelfstandige klacht betreft. De beslissing van de voorzitter wordt vernietigd. De klacht wordt door de kamer ongegrond verklaard. De definitie van liegen houdt in het met opzet onwaarheden spreken. Dat is in dit geval niet gebleken.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:142 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/636337 / DW RK 17/984

    De gerechtsdeurwaarder wordt verweten dat hij zijn zorgplicht niet is nagekomen nu de oorspronkelijke hoofdsom door allerlei kosten zodanig is opgelopen dat het door de debiteur betaalde bedrag daar geheel aan is opgegaan. Kamer overweegt dat bij het uitvoeren van een opdracht als de onderhavige op een gerechtsdeurwaarder uitsluitend de verplichting rust zich in te spannen teneinde de incasso of de executie te doen slagen. De kamer is van oordeel dat de gerechtsdeurwaarder dat op dit punt geen sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen. De klacht wordt ongegrond verklaard. De klacht dat de gerechtsdeurwaarder niet heeft gereageerd op een brief van klager wordt gegrond verklaard. De gerechtsdeurwaarder wordt daarvoor de maatregel van waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:155 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/638593 DW RK 17/1130

    De gerechtsdeurwaarder wordt verweten dat hij ongespecificeerde informatiekosten vordert en onduidelijk communiceert. De kamer overweegt dat door verschillende kosten onder de noemer ‘informatiekosten’ te brengen, en daarover onduidelijk te communiceren, beide klachtonderdelen terecht zijn voorgesteld. Een klager die met kosten wordt geconfronteerd, moet op eenvoudige wijze kunnen nagaan of die kosten juist zijn. De klacht wordt gegrond verklaard, maar er wordt geen maatregel opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:237 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-249

    Beslissing op verzet. Verweerder is klachtenfunctionaris op zijn kantoor. In die hoedanigheid heeft hij zich niet dusdanig misdragen dat daardoor het vertrouwen in advocatuur is geschaad. Klager heeft zijn verwijten en zijn verzet niet (voldoende) onderbouwd. Het verzet is ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2019:30 Kamer voor het notariaat Den Haag 19-23

    Klaagster verwijt de notaris dat hij onvoldoende zorgvuldigheid heeft betracht ten aanzien van de beoordeling van de wilsbekwaamheid van vader bij het wijzigen van de volmacht.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:250 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-342

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij kennelijk ongegrond. Dat verweerder in de sommatiebrief heeft geschreven dat hij zich vrij acht zonder nadere waarschuwing rechtsmaatregelen tegen klaagster te treffen indien klaagster niet aan de sommatie voldoet en dat hij daarbij niet uitsluit dat hij zijn cliënte zal adviseren het faillissement van klaagster aan te vragen is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Verweerder mocht dit doen in het belang van zijn cliënte. Dat sprake is van misbruik van recht heeft klaagster onvoldoende onderbouwd. Dat verweerder niet bereid zou zijn een minnelijke regeling na te streven heeft klaagster onvoldoende onderbouwd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:244 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-152

    Klagers verwijten de advocaat van de wederpartij dat hij in een procedure bij de bestuursrechter onjuiste feiten heeft genoemd. Klacht kennelijk ongegrond. Klagers vragen in de tuchtprocedure om een hernieuwde beoordeling van hun stellingen zoals ingenomen in de bestuursrechtelijke procedure en de tuchtzaak heeft voor klagers tot doel “om de onderste steen boven te krijgen”. Dat kan echter niet het doel van een tuchtprocedure zijn. In de tuchtprocedure wordt de handelwijze van verweerder getoetst aan de hand van de daarvoor geldende tuchtnormen. Een oordeel over stellingen van klager in een gerechtelijke procedure was aan de bestuursrechter voorbehouden en daarover is onherroepelijk beslist.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:238 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-285

    Beslissing op verzet. Klagers hebben hun klacht te laat ingediend. Ook de uitzondering van artikel 46g, lid 2 is niet van toepassing. Er is bovendien niet gebleken van een verschoonbare termijnoverschrijding. Het verzet is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:232 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-908

    Klacht van cliënt tegen zijn advocaat dat hij in strijd met de wens van klager hoger beroep heeft ingesteld waardoor ISD-maatregel later is ingegaan en klager langer heeft vastgezeten. Klacht gegrond. Voordat hij overging tot instellen van hoger beroep, had advocaat zeker moeten stellen dat dit overeenkomstig de wens van zijn cliënt was, gelet op het feit dat hoger beroep in dit geval onmiddellijk gevolgen zou hebben voor klager. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:245 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-544

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. Klager heeft geen zelfstandig belang bij zijn klacht tegen het kantoor van verweerster. Niet gebleken van tuchtrechtelijk verwijtbaar gedrag van verweerster tijdens de waarneming van het dossier. Klacht gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk en voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:239 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-369

    Beslissing op verzet. Verweerder is als kwaliteitsmanager betrokken geweest bij de behandeling van een klacht tegen een kantoorgenoot. In die hoedanigheid heeft hij zich niet dusdanig misdragen dat daardoor het vertrouwen in advocatuur is geschaad. Klager heeft zijn verwijten en zijn verzet niet (voldoende) onderbouwd. Het verzet is ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:238 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/108

    Klager beoogt met zijn klacht dat de publicatie door verweerder (kinderarts) wordt ingetrokken. Klager verwijt de kinderarts dat hij 1) valsheid in geschrifte heeft gepleegd, 2) toestaat dat de studie niet getoetst en gecontroleerd werd door een Medisch Ethische Toetsing Commissie, 3) de toestemmingsformulieren pas heeft opgestuurd nadat al lichaamsmateriaal was afgenomen, 4) de Wet Medisch-wetenschappelijk Onderzoek bij Mensen op diverse punten heeft overtreden, 5) een niet onderbouwde en zeer waarschijnlijk foute diagnose heeft gesteld, 6) heeft toegestaan dat via een wetenschappelijke publicatie deze 'vermeende ziekte' wereldkundig werd gemaakt en geregistreerd is in een database, 7) het medisch beroepsgeheim en de privacywetgeving heeft geschonden en 8) heeft nagelaten de klinische kenmerken te valideren en te verifiëren. Verweerder heeft primair aangevoerd dat klager niet-ontvankelijk is in zijn klacht en heeft subsidiair verweer gevoerd. Het college heeft klager ontvankelijk verklaard en heeft de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:179 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-608/DB/OB

    Advocaat heeft in overleg met de cliënt pro forma een procedure bij de Raad van arbitrage voor de bouw ingediend en in kort geding gevorderd de VvE te veroordelen om op kosten van de VvE een opdracht te verstrekken tot het doen verrichten van nader deskundigenonderzoek ten aanzien van klachten betreffende geluidsoverlast. Niet gebleken van een onjuiste aanpak door de advocaat. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:233 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-949

    Klacht tegen advocaat van wederpartij over het feit dat hij in gesprek is gegaan met de door klaagster aangezegde getuigen voorafgaand aan het getuigenverhoor. Klacht gegrond. Advocaat heeft in strijd gehandeld met gedragsregel 16 (oud), die op dat moment nog van toepassing was. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:246 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-153

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Niet gebleken van een opzetje en evenmin gebleken dat verweerster onwaarheden heeft geuit.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:240 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-387

    Beslissing op verzet. Klacht over de advocaat van de wederpartij van klager. Verzet is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:234 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-033

    Klacht van cliënt jegens haar advocaat over onder meer het nalaten van het instellen van hoger beroep en een onjuiste communicatie daarover. Klacht is in zoverre gegrond. Advocaat is in ernstige mate tekortgeschoten in de zorg die zij voor haar cliënt had behoren te betrachten. Advocaat heeft reeds driemaal eerder voor soortgelijke gedragingen een maatregel opgelegd gekregen. Schorsing van 17 weken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:247 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-250

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Anders dan klager stelt, valt het verweerster niet tuchtrechtelijk te verwijten dat zij de door de vrouw opgestelde tijdslijn met daarin onder meer (delen van) e-mailberichten van klager aan de rechtbank heeft overgelegd. Zij heeft de juistheid van de inhoud van de tijdslijn voldoende geverifieerd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:241 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-486

    Klagers hebben verzet aangetekend tegen een beslissing van de voorzitter van de raad. De raad is van oordeel dat klagers in hun verzet niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard wegens overschrijding van de in de Advocatenwet in artikel 46h lid 1 genoemde termijn van 30 dagen voor het doen van verzet tegen een beslissing van de voorzitter van de raad zoals bedoeld in artikel 46 j lid 1 Advocatenwet. De voorzitter heeft zijn beslissing genomen op 29 augustus 2018. Op diezelfde datum is de beslissing aan klagers per aangetekende post verzonden. De termijn van 30 dagen gaat lopen de dag na de datum van verzending. Derhalve eindigde bedoelde termijn op 28 september 2018. Klagers hebben op 26 september 2018 per e-mail een verzetschrift ingediend. In dat verzetschrift is geen motivering opgenomen. Ondanks de waarschuwing van de griffie is het gemotiveerde verzetschrift pas op 10 oktober 2018 ontvangen op de griffie. Ter zitting heeft klager onder meer aangevoerd dat degene die klager behulpzaam was met het opstellen van stukken niet eerder tijd had voor het opstellen van een gemotiveerd verzetschrift. Dit levert naar het oordeel van de raad geen verschoonbare termijnoverschrijding op. Het verzet is daarom niet-ontvankelijk. Aan een inhoudelijke beoordeling van het verzet komt de raad dan ook niet toe.