Zoekresultaten 13221-13240 van de 44598 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:11 Raad van Discipline Amsterdam 19-558/A/A

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:5 Raad van Discipline Amsterdam 19-812/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat in verband met telefoongesprek tussen verweerster en mr. G over de overdracht van de zaak. Dat er tijdens dit telefoongesprek iets is gezegd waardoor sprake zou kunnen zijn van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen wordt betwist en is de voorzitter overigens ook niet gebleken. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:12 Raad van Discipline Amsterdam 19-509/A/A

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:6 Raad van Discipline Amsterdam 19-813/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2020:18 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.223

    Klacht tegen tandarts. Klager is als patiënt ingeschreven geweest bij de tandartspraktijk van de beklaagde tandarts. Beklaagde heeft bij klager een diagnostische kijkoperatie uitgevoerd vanwege klachten aan de elementen 16 en 17. Op enig moment is ook de nut en noodzaak van het plaatsen van een kroon op 26 en de facturering daarvan besproken. De klacht houdt in dat beklaagde de diagnostische kijkoperatie onjuist heeft uitgevoerd, de afspraak over de facturering van een nieuwe kroon op element 26 ontkent, pijnklachten bij klager heeft veroorzaakt door de door hem gemaakte brug, klager hangende de behandeling, uit zijn praktijk heeft uitgeschreven, klager ten onrechte verwijt dat hij de taal niet goed spreekt, klager ten onrechte verwijt agressief te zijn geweest en oneerlijk is geweest bij de geschillencommissie waardoor klager geen schadevergoeding is toegekend. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in al haar onderdelen afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2020:19 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.109

    Klacht tegen psychiater. Mevrouw X. en haar zoon zijn ieder afzonderlijk door hun huisarts naar de psychiater verwezen. Mevrouw X. heeft mede namens haar zoon tegen de psychiater een klacht ingediend. Toen mevrouw X. en haar zoon kwamen te overlijden, heeft klaagster (respectievelijk dochter en zus van betrokkenen) de klacht voortgezet. Klaagster verwijt de psychiater dat hij zonder gedegen onderbouwing mensen diagnosticeert en eerdere diagnoses, die grondig zijn gesteld door collega-artsen, zonder meer van tafel veegt, zonder met deze collega-artsen contact hierover op te willen nemen. In de kern verwijt klaagster de psychiater dat hij ten aanzien van haar moeder de diagnose autisme heeft verworpen en dat hij haar broer ten onrechte niet in aanmerking heeft laten komen voor elektroconvulsietherapie (ECT), omdat volgens hem de broer niet leed aan een zware depressie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gegrond verklaard en aan de psychiater de maatregel van berisping opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege en verklaart de klacht alsnog ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2020:5 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 130/2019

    Klacht tegen radioloog over beoordeling CT-abdomen. Op de CT-scan waren geen zichtbare aanwijzingen voor een ruptuur. Het zichtbare vocht was reden tot zorg maar kon goed passen bij contusioneel jejunumletsel. De verslaglegging van de bevindingen was voldoende. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2020:20 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.045

    Klacht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd tegen een huisarts. Patiënte heeft de huisarts gebeld omdat zij van haar alcoholgebruik af wilde, waarna de huisarts een huisbezoek bij patiënte heeft afgelegd. Dit is uitgelopen op seksueel contact met patiënte. Hiern heeft patiënte de politie ingeschakeld en meerdere malen met de praktijk van de huisarts gebeld. Tegen het advies van de zedenrecherche in heeft de huisarts de volgende dag wederom een huisbezoek aan patiënte gebracht. Bij dit gesprek was op verzoek van patiënte een wijkagent aanwezig. Naar aanleiding van een melding van het Openbaar Ministerie is de Inspectie een onderzoek gestart. De Inspectie verwijt de huisarts: 1) dat hij in strijd met de KNMG ‘Gedragsregels voor artsen’ seksueel contact heeft gehad met een aan zijn zorgen toevertrouwde kwetsbare patiënte in haar eigen huis, en 2) dat hij, door patiënte de volgende dag opnieuw thuis te bezoeken, in strijd heeft gehandeld met diezelfde gedragsregels inhoudende dat een arts zich niet verder in de privésfeer van zijn patiënten begeeft dan noodzakelijk is in het kader van de hulpverlening. Het Regionaal Tuchtcollege heeft beide klachtonderdelen gegrond verklaard en aan de huisarts de maatregel van schorsing van de inschrijving in het BIG-register voor de duur van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren opgelegd. Het beroep van de arts richt zich tegen de gegrondverklaring van klachtonderdeel 2 en de zwaarte van de opgelegde maatregel. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep uitsluitend voor wat betreft de duur van de proeftijd, bepaalt deze op twee jaar en verwerpt het beroep voor het overige.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2020:6 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 129/2019

    Klacht tegen radioloog over beoordeling CT-abdomen. Ondanks het op – onder meer – letsel aan de (dunne) darm gerichte odnerzoek heeft de radioloog een duidelijk zichtbare lekkage van oraal contrastvloeistof en daarmee de jejunumruptuur gemist. Ook was een uitgebreidere verslaglegging van de bevindingen aan het jejunum aangewezen. Klacht op deze punten gegrond, voor het overige ongegrond. Volgt waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2020:14 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.192

    Klacht tegen gz-psycholoog. Verweerder en zijn mederapporteur (eveneens aangeklaagd), destijds beiden werkzaam bij het Pieter Baan Centrum, hebben in opdracht van de raadsheer-commissaris een onderzoek verricht naar de geestvermogens van klager. Klager verwijt verweerder dat hij een slechte rapportage heeft opgesteld, waarin hij in opdracht van het OM leugens heeft opgenomen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep tegen die beslissing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2020:10 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 067/2019

    Samenhangende klachten tegen chirurg (068/2019) en physician assistant (067/2019) betreffende de postoperatieve zorg voor klaagster na een video-assisted thoracopie waarbij een longkwab is verwijderd. De klachten betreffen de postoperatieve zorg en met name de postoperatieve opname op de verpleegafdeling, de postoperatieve pijnbestrijding en het onthouden van een behandeling met inhalatiesteroïden. De klachten kunnen niet slagen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2020:7 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 151/2019

    Essentie

  • ECLI:NL:TGZCTG:2020:15 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.191

    Klacht tegen psychiater. Verweerster en haar mederapporteur (eveneens aangeklaagd), destijds beiden werkzaam bij het Pieter Baan Centrum, hebben in opdracht van de raadsheer-commissaris een onderzoek verricht naar de geestvermogens van klager. Klager verwijt verweerster dat zij een slechte rapportage heeft opgesteld, waarin zij in opdracht van het OM leugens heeft opgenomen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep tegen die beslissing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2020:11 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 068/2019

    Samenhangende klachten tegen chirurg (068/2019) en physician assistant (067/2019) betreffende de postoperatieve zorg voor klaagster na een video-assisted thoracopie waarbij een longkwab is verwijderd. De klachten betreffen de postoperatieve zorg en met name de postoperatieve opname op de verpleegafdeling, de postoperatieve pijnbestrijding en het onthouden van een behandeling met inhalatiesteroïden. De klachten kunnen niet slagen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2020:14 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/206

    Zorgverzekeraar verwijt psychiater dat hij op grote schaal opzettelijk onjuist declareerde. Verweerder betwist de beschuldigingen. Gegrond doorhaling

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2020:8 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 127/2019

    Essentie

  • ECLI:NL:TGZCTG:2020:16 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.029

    Klacht tegen huisarts. Klager is in 2017 mishandeld. Daarbij is hij onder meer op zijn ogen en hoofd geslagen en/of geschopt. Klager is daarna op eigen gelegenheid naar de huisartsenpost gegaan. Verweerder, huisarts, heeft klager aldaar gezien. Klager verwijt verweerder kort gezegd dat hij onvoldoende onderzoek heeft verricht, onvoldoende zorg heeft verleend, en onjuist advies heeft gegeven. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2020:9 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 1991

    Klacht tegen een neuro-interventie-radioloog. Gebrekkige dossiervoering, verantwoordelijkheid interventie-radioloog, afwijking landelijke richtlijn, lokaal protocol

  • ECLI:NL:TGZCTG:2020:17 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.099

    Klacht tegen huisarts. In de medische voorgeschiedenis was er bij klaagster ruim tien jaar eerder sprake geweest van borstkanker. Klaagster verwijt verweerder thans dat hij bij haar tweemaal een verkeerde diagnose heeft gesteld terwijl er, naar later bleek, sprake was van uitgezaaide bot- en leverkanker. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2020:9 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/374

    Klaagster dient een klacht in tegen haar voormalig huisarts, onder meer inhoudende dat hij zonder toestemming informatie heeft verstrekt aan maatschappelijk werk en daardoor zijn beroepsgeheim heeft geschonden. Verweerder stelt dat hij op verzoek van klaagster contact heeft opgenomen en dat hem niet kan worden verweten dat hij zijn beroepsgeheim geschonden heeft. Het college verklaart de klacht ongegrond.