Zoekresultaten 13201-13220 van de 44598 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2020:15 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-144c

    Ongegronde klacht tegen een oogarts. Er zijn geen aanwijzingen dat er fouten zijn gemaakt in de uitvoering van de bovenooglidcorrecties bij klager. Dat een bloedvaatje aan het rechterooglid wat langer bleef bloeden, is vervelend, maar dit behoort tot de normale, te accepteren gang van zaken. Het operatieverslag en de specialistenbrief die beklaagde na de ingreep aan klagers huisarts heeft gestuurd, bevatten evenmin aanwijzingen voor een afwijkend verloop van de operatie. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2020:22 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-058b

    Tijdens de opname van klaagster op de longafdeling zijn de nodige onderzoeken gedaan en er was geen medische reden om klaagster langer opgenomen te houden totdat de nadere onderzoeken waren verricht. Daarom is klaagster ontslagen uit het ziekenhuis. Dat mogelijk niet (alleen) vanwege medische redenen de MRI-scan is aangevraagd, maakt niet dat beklaagde daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Een MRI ‘ter geruststelling’ kan ook medisch zinvol zijn. Omdat de beslissing om maatschappelijk werk in te schakelen niet door beklaagde is genomen, kan beklaagde hier niet verantwoordelijk voor worden gehouden. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2020:16 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-155c

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een klinisch verloskundige. Beklaagde had geen dienst tijdens gebeurtenissen waar de klacht betrekking op heeft. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2020:23 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-058c

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. Tijdens de opname van klaagster zijn de nodige onderzoeken verricht en waren er geen (medische) redenen om klaagster langer opgenomen te houden, omdat nader onderzoek poliklinisch kon worden voortgezet. Met betrekking tot de (subjectieve) weergave in de rapportage van hetgeen beklaagde heeft waargenomen heeft het College geen aanwijzingen gezien dat die omschrijving gevolgen heeft gehad voor de bejegening en behandeling van klaagster. Ten slotte was beklaagde niet op de hoogte van de eerdere klachtbrief en was zij verder niet meer betrokken bij klaagsters behandeling. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2020:17 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-184

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. In januari en februari 2013 bestond er, gelet op de klachten van klager, geen noodzaak tot verwijzing naar de longarts. Symptoombestrijding was aangewezen. Nadat klager met zijn fiets was gevallen, heeft beklaagde op 20 mei 2014 in redelijkheid tot het voorschrijven van pijnstilling kunnen besluiten. Toen 10 dagen later bleek dat klager forse klachten rond het bekken en onderrug had/bleef houden, heeft beklaagde voortvarend gehandeld door eerst foto’s te laten maken en op basis daarvan klager door te verwijzen naar de orthopeed. Nadat klager op 10 mei 2019 vertelde dat hij een half kopje bloed had opgegeven, heeft beklaagde juist gehandeld door bloed te laten prikken, een longfoto te laten maken en door te verwijzen naar de longarts. Er was er geen noodzaak om klager met spoed door te sturen naar de SEH. Ten slotte heeft beklaagde op goede gronden mogen aansturen (op termijn) op een beëindiging van de behandelrelatie wegens een gewichtige reden (ex artikel 7:460 BW). Bovendien is er geen aanwijzing dat beklaagde verdere hulp weigerde zolang klager nog geen andere huisarts had. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2020:24 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-177

    Deels gegronde klacht tegen een specialist ouderengeneeskunde. Patiënt leed aan dementie in een vergevorderd stadium. Beklaagde heeft op goede gronden besloten tot het stoppen met de Galantamine, nu patiënt niet langer voldeed aan de voorwaarden voor voorschrijving van het medicijn en hij steeds vaker op zijn medicijnen kauwde of deze uitspuugde. Beklaagde heeft zorgvuldig gehandeld door dit met klaagster te bespreken. Het College concludeert dat er bij patiënt geen sprake was van een slikprobleem in de zin van een spierprobleem. Van beklaagde had verwacht mogen worden dat zij, ondanks de verslechterde communicatie met klaagster, een manier had gevonden om – direct of indirect – met klaagster te overleggen over het voedingsbeleid. Bovendien had beklaagde zich meer moeten inspannen om aan klaagster een kopie van het volledige medisch dossier te verstrekken. Klacht gedeeltelijk gegrond verklaard. Geen maatregel opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2020:18 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-144a

    Ongegronde klacht tegen een oogarts. Beklaagde heeft in het medisch dossier genoteerd wat tijdens het consult is besproken. Tijdens de zitting is verder niet gebleken dat tijdens het consult nog andere onderzoeken zijn gedaan die niet of onvoldoende zijn besproken, noch dat door klager vragen zijn gesteld die door beklaagde niet adequaat zijn beantwoord. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:13 Raad van Discipline Amsterdam 19-626/A/A

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:7 Raad van Discipline Amsterdam 19-543/A/NH

    Ongegrond verzet

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:14 Raad van Discipline Amsterdam 19-664/A/A

    Gegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft met zijn brief aan de rechtbank, nadat een datum voor het vonnis was bepaald, tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Verweerder heeft zich in zijn brief niet beperkt tot het wijzen op fouten en/of omissies in het proces-verbaal. Verweerder heeft daarmee zijn bevoegdheid om te reageren op het proces-verbaal overschreden en hij behoefde daarom voor zijn brief de toestemming van klagers. Niet is in geschil dat klagers die toestemming niet hebben gegeven. Ook heeft verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door bij zijn reactie op het proces-verbaal zijn spreekaantekeningen aan de rechtbank over te leggen terwijl hij deze niet op de comparitie heeft voorgedragen. Waarschuwing en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:8 Raad van Discipline Amsterdam 19-814/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat deels niet-ontvankelijk wegens tijdsverloop en voor het overige kennelijk ongegrond. Naar het oordeel van de voorzitter is voldoende aannemelijk dat klaagster medio 2015 redelijkerwijs bekend is geworden met de laatste twee door verweerder aangevraagde toevoegingen. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2020:6 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 19105

    Klacht: klaagster, zorgverzekeraar, verwijt psychiater langdurig en structureel handelen in strijd met Wet BIG. Klaagster verwijt hem specifiek: 1) declareren van meer tijd voor zorg dan is of kan zijn verleend, 2) dat in 37 van de 100 gecontroleerde dossiers geen verwijzing aanwezig was. Desondanks is verweerder de behandeling gestart en heeft hij deze bij klaagster gedeclareerd. Verweerder: eerste klachtonderdeel niet betwist, tweede gedeeltelijk door alsnog overleggen verwijsbrieven. College: gegrond. Beide verwijten zijn komen vast te staan. Maatregel: misbruik gemeenschapsgeld en vertrouwen in beroepsgroep zeer ernstig geschaad. Normaal zou zwaarste of op één na zwaarste maatregel volgen, maar gezien omstandigheden géén maatregel opgelegd. Redenen: a) psychiater heeft geruime tijd onder supervisie gewerkt en is gecontroleerd door IGJ; geen onregelmatigheden geconstateerd, b) klaagster was al in 2013 op de hoogte van declaratiegedrag, c) de psychiater wordt tevens strafrechtelijk vervolgd én is er een civiele procedure aangespannen door klaagster om te komen tot terugvordering van hetgeen de psychiater volgens klaagster ten onrechte aan vergoedingen heeft ontvangen en d) hoewel sprake van zelfstandige klachtonderdelen, is er dusdanige samenhang met een eerdere tuchtklacht tegen de psychiater, dat dit destijds naar alle waarschijnlijkheid niet tot een andere maatregel had geleid.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:15 Raad van Discipline Amsterdam 19-705/A/A

    Klacht van advocaat over de advocaat van de wederpartij niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:9 Raad van Discipline Amsterdam 19-706/A/A

    Gegronde klacht van advocaat over de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft zich onnodig grievend over klager uitgelaten. Waarschuwing en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2020:7 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 18182

    Psychiater. Klaagster verwijt de psychiater: 1) niet adequaat handelen ten opzichte van haar zoon, 2) onvoldoende zorg, 3) voorschrijven teveel medicatie en 4) aan klaagster geen inzage geven in dossier van haar zoon. College: Volgens KNMG-richtlijn ‘Omgaan met medische gegevens’ mag een arts “toestemming veronderstellen als het gaat om een verzoek van een nabestaande die bij leven betrokken was bij de behandeling en de gesprekken met de hulpverlener.” Vast staat dat klaagster jarenlang nauw betrokken is geweest bij de behandeling van haar zoon. Psychiater had inzage moeten geven. Klachtonderdeel 4 gegrond. Overige klachtonderdelen ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:16 Raad van Discipline Amsterdam 19-569/A/NH

    Ongegrond verzet

  • ECLI:NL:TGZREIN:2020:8 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 18105c

    Verwijt aan arts(-assistent) dat hij patiënt niet adequaat heeft onderzocht en over onvolledige dossiervorming. Onvoldoende gelet op laboratoriumuitslagen en medicatie. Patiënt is ten onrechte uit het ziekenhuis ontslagen. Adequaat onderzoek en voldoende verslaglegging. Overleg met supervisor voor ontslag. Er was sprake van (dreigende) dehydratie. De arts-assistent had patiënt niet zonder duidelijk instructie naar huis mogen laten gaan. Deels gegrond, maar zonder oplegging maatregel vanwege voorafgaand overleg met supervisor die het besluit heeft genomen patiënt naar huis te laten gaan.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:10 Raad van Discipline Amsterdam 19-720/A/A

    Klacht over eigen advocaat, hoofdzakelijk in verband met werkzaamheden die door juridisch medewerker onder verantwoordelijkheid van verweerder zijn verricht. Verweerder heeft onvoldoende zorgvuldigheid betracht waardoor onduidelijkheid is ontstaan over de hoedanigheid waarin verweerders medewerker de werkzaamheden heeft verricht. Klacht deels gegrond, deels ongegrond. Waarschuwing en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2020:10 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 18105a

    Verwijt aan internist, hoofdbehandelaar en supervisor van arts-assistent, dat hij patiënt niet adequaat en niet zelf heeft onderzocht en over onvolledige dossiervorming. Onvoldoende gelet op laboratoriumuitslagen en medicatie. Patiënt is ten onrechte uit het ziekenhuis ontslagen. Voldoende onderzoek en verslaglegging door arts-assistent. Geen aanleiding dat de internist de patiënt zelf onderzocht. Er was sprake van (dreigende) dehydratie. De arts-assistent heeft mede onder verantwoordelijkheid van de internist gehandeld en overleg met hem gehad. Terecht verwijt aan internist dat de patiënt zonder behoorlijke instructie naar huis is gegaan. Deels gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2020:9 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 18105b

    Verwijt aan internist, supervisor, dat hij patiënt niet adequaat en niet zelf (lichamelijk) heeft onderzocht en geen goede differentiaaldiagnose heeft opgesteld. Onvoldoende gelet op laboratoriumuitslagen en medicatie. Alarmerend dat CRP-waarde in twee dagen tijd gestegen was van 31 naar 270 mg/L en leucocyten-gehalte in twee dagen tijd gezakt van 3.3 naar 0,7*109/L. Complex ziektebeeld. Bij aanwezige klinische parameters had de internist patiënt zelf moeten gaan zien. Differentiaaldiagnose was ontoereikend. Onvoldoende gevoel voor urgentie, incorrecte interpretatie van veranderde laboratoriumgegevens, progressief verslechterend klinisch beeld en inadequate communicatie (doorvragen) met de arts-assistent op de SEH. Berisping.