Zoekresultaten 21381-21400 van de 44930 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:73 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-245/DH/DH-a

    verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:69 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160250

    tav ko a Verweerder heeft kennelijk in overleg met zijn cliënten, de bewoners, de beleidslijn gekozen om niet (meer) in overleg te treden met klagers, maar de zaak in een procedure te laten beslechten. Voor die keuze heeft verweerder argumenten aangevoerd die voor hem en zijn cliënten van belang waren, zoals dat het geschil al jaren speelde en dat eerder overleg geëscaleerd was en niets had opgeleverd. Naar het oordeel van het hof stond die beleidslijn verweerder en zijn cliënten vrij, ongeacht of klagers de argumenten van verweerder deelden of niet. Verweerder was derhalve niet gehouden om (opnieuw) met klagers in overleg te treden. tav ko b Verweerder heeft het standpunt ingenomen dat hij, gelet op de nadelen (onder meer hoge kosten) die verbonden waren aan een arbitrale procedure, rekening is blijven houden met de mogelijkheid dat klaagster uiteindelijk toch in rechte geen beroep zou doen op onbevoegdheid van de burgerlijke rechter, mede gezien de in 2012 gevoerde vergelijkbare procedure voor de kantonrechter. Naar het oordeel van het hof stond dat verweerder, ondanks de brieven van mr. R van 6 en 10 maart 2015, vrij. Voorop staat dat verweerder, reeds met het oog op de kosten, mocht menen aldus in het belang van zijn cliënten te handelen. Met het doorzetten van de procedure zijn de belangen van klaagster niet nodeloos en ontoelaatbaar geschaad. Volgt bekrachtiging van de beslissing van de raad.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:71 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-180e

    Ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige heeft het verkeerde medicijn toegediend, maar zij mocht ervan uitgaan dat de medicatiecontrole door de andere verpleegkundigen juist was uitgevoerd. Dat later geen contact tussen klaagster en de verpleegkundige heeft plaatsgevonden heeft niet aan klaagster, maar ook niet aan verweerster gelegen. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:70 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160162

    Zaak 16-030B (tenuitvoerlegging) Ingevolge het bepaalde in artikel 48g van de Advocatenwet staat geen rechtsmiddel open tegen de beslissing tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke schorsing. Dat betekent dat verweerder niet ontvankelijk is in zijn hoger beroep tegen de beslissing tot tenuitvoerlegging. Zaken 16-030A, 16-155 en 16-352 Het hof concludeert, met de raad, dat alle bezwaren gegrond zijn. Verweerder onttrekt zich stelselmatig aan het toezicht van de deken, terwijl de vele tegen hem bij de deken ingediende klachten zeer ernstig zijn. Verweerder is al vele malen door de tuchtrechter veroordeeld, veelal voor vergelijkbaar tuchtrechtelijk verwijtbaar gedrag. Volgt bekrachtiging van de beslissing van de raad.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:45 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/215

    Klaagster verwijt verweerster dat zij tekort is geschoten in de supervisie van de chirurgen in opleiding. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:46 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/288

    Klaagster verwijt verweerster een onjuiste differentiaal diagnose te hebben gesteld. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:67 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-178a

    Gegronde klacht tegen een verpleegkundige. De (wijk)verpleegkundige had als zorgregisseur van de wondzorg aan klager de taak het overzicht te houden. Ten aanzien van het door de wondverpleegkundige gewijzigde beleid, namelijk de afbouw van de wondverzorging, was het aan de verpleegkundige om zich in het kader van haar coördinerende taak op de hoogte te stellen van het actuele beleid en van de afspraken tussen de wondverpleegkundige en klager, ook al leek het beleid op het eerste gezicht niet veranderd. Het was aan de verpleegkundige zich ervan te vergewissen dat klager de wond daadwerkelijk zelf kon verzorgen en dat een langzame afbouw niet nodig was. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:47 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/289

    Klaagster verwijt verweerster tekort te zijn geschoten in haar taak de kwaliteit van de zorgverlening te bewaken. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:68 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-180b

    Ongegronde klacht tegen een arts. Time-out procedure overeenkomstig het geldende protocol uitgevoerd. De arts mocht ervan uitgaan dat de dubbele medicatiecontrole door de twee verpleegkundigen juist was uitgevoerd alvorens de arts de opdracht gaf de medicatie toe te dienen. De arts heeft na ontdekking dat iets ernstig mis was gegaan (later bleek dat de verkeerde medicatie was toegediend) adequaat gehandeld. Dat later geen contact tussen klaagster en de arts heeft plaatsgevonden heeft niet aan klaagster maar ook niet aan verweerster gelegen. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:48 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/290

    Klaagster verwijt verweerder onvoldoende supervisie te hebben gehouden. Gegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:69 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-180c

    Gegronde klacht tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige heeft erkend dat zij het verkeerde medicijn heeft genomen en opgetrokken, waarna het onjuiste medicijn aan klaagster is toegediend. Dit had zij kunnen en moeten voorkomen. Dat later geen contact tussen klaagster en de verpleegkundige heeft plaatsgevonden heeft niet aan klaagster maar ook niet aan verweerster gelegen. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:96 Raad van Discipline Amsterdam 17-205/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:72 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-308/DH/DH

    Wraking; verzoek ongegrond verklaard, wrakingsverbod opgelegd in verband met eerder (afgewezen) wrakingsverzoek in dezelfde zaak (17-243/DH/DH).

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:90 Raad van Discipline Amsterdam 17-015/A/NH/D

    Dekenbezwaar. Verweerder heeft niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt door in privé een lening aan te gaan met een vennootschap waarvan de enig bestuurder en aandeelhouder dezelfde persoon is als de bestuurder van een stichting waarvoor hij als advocaat optreedt. Berisping en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:97 Raad van Discipline Amsterdam 17-208/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klager heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat verweerder tekort is geschoten in zijn advisering aan (de rechtsbijstandsverzekeraar van) klager. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:91 Raad van Discipline Amsterdam 16-1144/A/NH

    Deels gegronde klacht tegen eigen advocaat. Verweerder heeft vooraf en tijdens zijn dienstverlening ten behoeve van klaagster instructies ontvangen van de echtgenoot van klaagster zonder zich ervan te vergewissen of klaagster met die instructies akkoord was en zonder klaagster te informeren. Waarschuwing en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:98 Raad van Discipline Amsterdam 17-217/A/A

    Voorzittersbeslissing. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door het beslag niet op te laten heffen. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:71 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-259

    Een advocaat is gehouden op grond van art.7 van de Dienstenrichtlijn advocaten een opdrachtbevestiging te sturen aan de cliënt waaruit zijn voorwaarden en zijn tarief blijken. Ook op grond van Gedragsregel 26 lid 1 dient de advocaat de financiële consequenties van zijn opdracht met de cliënt te bespreken. Dat is in dit geval niet gebeurd. Het feit dat verweerder dat heeft verzuimd, waardoor klager meende dat het eerste gesprek gratis was, betekent niet dat de advocaat geen kosten in rekening mocht brengen. De klacht is gedeeltelijk gegrond, maar er wordt geen maatregel opgelegd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:29 Accountantskamer Zwolle 16/2362 Wtra AK

    Samenstelwerkzaamheden voor persoonlijke holdings van clienten en de samenwerkingsvennootschappen waarin de persoonlijke holdings een aandeel hadden. De samenwerking tussen de clienten eindigt. Het verwijt achteraf dat betrokkene een managementfee ten gunste van een persoonlijke holding in de jaarrekening van één van de samenwerkingsvennootschappen heeft verwerkt is ongegrond, omdat zulks gebaseerd is geweest op de door de clienten zelf aangedragen en door hen gevoerde financiële administratie, waaronder de desbetreffende facturen en betaalbewijzen, en er geen reden was voor betrokkene om aan deze gegevens te twijfelen. Betrokkene heeft terecht van een professioneel kritische houding doen blijken bij het verwerken in de balans van een rekening-courantvordering tussen de persoonlijke holdings van zijn clienten. Geen schending van objectiviteit.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:94 Raad van Discipline Amsterdam 17-203/A/A

    Voorzittersbeslissing. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door een dagvaarding uit te brengen. Klacht kennelijk ongegrond.