Zoekresultaten 21301-21320 van de 44930 resultaten
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:82 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160252
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 08-05-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:82
De raad heeft – kort samengevat – geoordeeld dat niet is gebleken dat verweerder ten aanzien van de in hoger beroep aan de orde zijnde klachtonderdelen ten opzichte van klaagster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De grieven die in het beroepschrift naar voren zijn gebracht en het onderzoek ter zitting, waarbij om een toelichting is gevraagd op de grieven ten aanzien van de afzonderlijke klachtonderdelen, hebben niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die zijn vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt. De grieven van klaagster tegen de beslissing van de raad worden dan ook verworpen en de beslissing van de raad wordt bekrachtigd.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:86 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 261/2016
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 12-05-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:86
Klacht tegen huisarts. De klacht betreft het niet nakomen van de toezegging van de tragist van de HAP om klager terug te bellen. Niet correct maar, gegeven de omstandigheden, niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:83 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160315
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 08-05-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:83
Klaagsters hebben ter zitting verklaard de intrekking van de klacht te handhaven. Verweerder heeft het hof verzocht de beslissing van de raad te vernietigen waartegen klaagsters zich niet hebben verzet. Met deze stand van zaken heeft verweerder verklaard geen voortzetting van de behandeling van de klacht te verlangen. Het hof ziet geen aanleiding de deken de gelegenheid te bieden tot het innemen van een standpunt ter zake van de beslissing tot voortzetting van de behandeling van de klacht. Uit de eerdere visie van de deken blijkt immers al dat de deken de klacht ongegrond acht. Op grond hiervan heeft het hof de beslissing van de raad vernietigd en verstaan dat op de klacht niet meer hoeft te worden beslist.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:77 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160309
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 08-05-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:77
Allereerst heeft verweerder gegriefd tegen r.o. 5.4 en 5.5 van de bestreden beslissing van de raad, waarin wordt overwogen dat de raad gebruik maakt van zijn bevoegdheid om de klacht ambtshalve aan te vullen ex artikel 46d, lid 9, Advocatenwet. Naar het oordeel van het hof is deze grief gegrond. Uit de stukken van de procedure bij de raad valt niet af te leiden dat verweerder in de gelegenheid is gesteld te reageren op de ambtshalve toegevoegde klacht, en het hof houdt het er dan ook voor dat verweerder, zoals hij stelt, eerst uit de bestreden beslissing heeft kunnen afleiden dat de raad de klacht ambtshalve heeft aangevuld. Aldus heeft de raad in strijd gehandeld met het fundamentele rechtsbeginsel van hoor en wederhoor. Het hof ziet aanleiding om ook het inhoudelijke oordeel van de raad met betrekking tot de ambtshalve aangevulde klacht, waartegen verweerders tweede grief gericht is, te toetsen. Naar het oordeel van het hof kan gezien de omstandigheden niet worden gezegd dat (de cliënte van) verweerder geen enkele aanleiding had om aan te dringen op een onderzoek. Het hof beseft terdege dat het voor klager hoogst onaangenaam was dat verweerder hem in verband bracht met een mogelijke belangenverstrengeling, maar wijst erop dat het tuchtrecht er niet toe dient om advocaten te corrigeren die een brief hebben verstuurd waarin een visie wordt ontvouwd waarmee de wederpartij van hun cliënt het volledig oneens is. Zelfs als later duidelijk wordt dat die visie onjuist was, is daarmee niet gegeven dat de advocaat zich niet heeft gedragen als een behoorlijk advocaat betaamt (vergelijk HvD 29 november 2010; ECLI:NL:TAHVD:2010:YA1372).
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:87 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 297/2016
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 12-05-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:87
Klacht tegen huisarts. De klacht betreft het niet nakomen van de toezegging van de tragist van de HAP om klager terug te bellen. Niet correct maar, gegeven de omstandigheden, niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:75 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-099/DH/RO
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 11-05-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:75
voorzittersbeslissing, klacht tegen advocaat wederpartij
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:78 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160310
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 08-05-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:78
In ko a verwijt klager verweerder in essentie dat verweerder niet, althans onvoldoende met klager heeft gecommuniceerd over de te volgen strategie in hoger beroep en in cassatie en dat verweerder zonder uitdrukkelijke machtiging van klager cassatieberoep heeft ingesteld en een kansloos cassatiemiddel heeft ingediend. Eerst vanaf augustus 2013 was verweerder bekend met een mailadres, waarop hij klager kon bereiken. Het hof is van oordeel dat verweerder vanaf dat moment per mail met klager had dienen te communiceren over de stand van zaken in de procedure in hoger beroep en de te volgen stappen en in te schatten kansen in de cassatieprocedure, waaronder de indiening van een cassatieschriftuur. Met betrekking tot het onderdeel van de klacht dat ziet op het zonder nadrukkelijke machtiging van klager instellen van een cassatieberoep stelt het hof vast dat klager volgens zijn verklaring op 8 november 2013 in kennis werd gesteld van het arrest van het hof. In het daarop volgende contact met verweerder heeft klager begrepen dat verweerder “het zou regelen”. Verweerder heeft dit naar het oordeel van het hof kunnen opvatten als een instructie tot het instellen van cassatieberoep. Tav ko c Met de raad is het hof van oordeel dat verweerder, door pas na anderhalve à tweeënhalve maand een melding te doen bij zijn beroepsaansprakelijkheids-verzekeraar, niet de voortvarendheid heeft betracht die van hem had mogen worden verwacht bij de melding aan zijn assuradeur.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:88 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 272/2016
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 12-05-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:88
klacht tegen verloskundige. Doorverwijzing naar ziekenhuis na klachten over buikpijn bij zwangerschap 18/4. Verweerster dacht primair aan nierproblemen. Klaagster bleek weeën te hebben en is vroegtijdig in het ziekenhuis bevallen. De afwezigheid van een blaasontsteking, de toenemende pijn over de dag, het feit dat klaagster tot driemaal de verloskundigenpraktijk had gebeld en de golfbeweging van de pijnintensiteit hadden ertoe moeten leiden dat verweerster de mogelijke oorzaken op haar vakgebied, de verloskunde, adequaat had onderzocht en bevestigd of verworpen. .
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:76 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-100/DH/RO
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 11-05-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:76
voorzittersbeslissing, klacht tegen de advocaat van de advocaat-wederpartij in de klachtzaak met nummer 17-099/DH/RO
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:79 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160146
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 08-05-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:79
De raad heeft - kort samengevat - geoordeeld dat verweerder ten aanzien van klager niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die zijn vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt. De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden dan ook verworpen en de beslissing van de raad wordt bekrachtigd.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:89 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 118/2016
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 12-05-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:89
Klacht tegen (beginnend) verloskundige. Klacht dat verweerster niet kenbaar heeft gemaakt dat zij niet bevoegd was echo’s te maken, dat zij tweemaal een echo verkeerd heeft beoordeeld en klaagster ten onrechte heeft laten weten dat zij nog zwanger was. Klacht in alle onderdelen gegrond. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:77 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-096/DH/DH
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 09-05-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:77
voorzittersbeslissing; klager verwijt verweerder dat hij onvoldoende heeft gedaan. klacht kennelijk ongegrond. klacht hangt samen met zaak 17-095/DH/DH
-
ECLI:NL:TNORARL:2017:12 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/313393/KL RK 16/153
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 01-05-2017
- ECLI:NL:TNORARL:2017:12
Klager verwijt de notaris onjuist te hebben gehandeld bij het opstellen en het afhandelen van het levenstestament van de vader van klager. De kamer komt tot het oordeel dat niet is gebleken dat de notaris onzorgvuldig te werk is gegaan en overweegt onder meer het volgende. Het is in eerste instantie aan de notaris om vast te stellen of een partij voldoende bekwaam is om de inhoud van een akte te begrijpen. Slechts als daarover bij hem gerede twijfel bestaat, zal de notaris verdere stappen, zoals genoemd in het Stappenplan, moeten overwegen. De notaris mocht gevolg geven aan het verzoek van een derde om een levenstestament voor vader op te maken. De notaris diende vervolgens wel na te gaan of het de wens van vader was om een levenstestament op te stellen en of vader daartoe in staat was. De notaris is tot de conclusie gekomen dat dit het geval was. Het levenstestament hield niet meer in dan het verlenen van een algemene volmacht tot behartiging van zakelijke belangen. Daarmee werd de feitelijke situatie schriftelijk vastgelegd en bestendigd voor het geval vader niet meer zelf zou kunnen handelen. Van beïnvloeding is niet gebleken.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:78 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-151/DH/RO
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 11-05-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:78
voorzittersbeslissing, klacht over onwelgevallig procesadvies kennelijk ongegrond
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:90 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 117/2016
- Datum publicatie: 12-05-2017
- Datum uitspraak: 12-05-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:90
Klacht tegen verloskundige. Klacht onder meer dat verweerster een waarneemster onbevoegd echo’s heeft laten uitvoeren. De waarneemster had een zeer beperkte minor ‘Echoscopie basis, liggingsbepaling’ gevolgd. Klacht in zoverre gegrond. Volgt een waarschuwing met publicatie.
-
ECLI:NL:TGDKG:2017:41 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 1218.2016
- Datum publicatie: 11-05-2017
- Datum uitspraak: 25-04-2017
- ECLI:NL:TGDKG:2017:41
De gerechtsdeurwaarder heeft de objectieve schijn van partijdigheid en/of afhankelijkheid ten aanzien van gekochte vorderingen gewekt. De Kamer acht dit voor een gerechtsdeurwaarder onwenselijk. De Kamer acht de klacht gegrond en legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:140 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.447
- Datum publicatie: 10-05-2017
- Datum uitspraak: 09-05-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:140
Klacht tegen een huisarts. De kern van het verwijt (ook in beroep) is dat de huisarts klager bot en/of onheus bejegend heeft, toen klager in de wachtruimte van diens praktijk zat omdat hij een vraag had aan een van de doktersassistentes. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege komt op grond van het schriftelijk en mondeling debat tijdens de terechtzitting in beroep omtrent het handelen van de huisarts tot dezelfde bevindingen als het Regionaal Tuchtcollege en neemt hetgeen het Regionaal Tuchtcollege onder ‘5. De beoordeling van de klacht’ heeft overwogen over de handelwijze van de huisarts hier over. Daarmee onderschrijft het Centraal Tuchtcollege het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat er geen aanwijzingen zijn voor enig tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen of nalaten van de huisarts. Het beroep wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2017:93 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-1058/DB/OB
- Datum publicatie: 10-05-2017
- Datum uitspraak: 08-05-2017
- ECLI:NL:TADRSHE:2017:93
Advocaat heeft gemotiveerd uitgelegd waarom de cliënt in een zaak wegens een zakelijk belang niet voor een toevoeging in aanmerking kwam. In een andere zaak is de toevoegingsaanvraag weliswaar even blijven liggen, maar heeft de behandeling van de zaak geen vertraging opgelopen, aangezien gedurende de toevoegingsaanvraag door de advocaat wel werkzaamheden zijn verricht. Gelet op de omvang en de complexiteit van het dossier geen sprake van dusdanig traag handelen, waarvan verweerder tuchtrechtelijk een verwijt dient te worden gemaakt. Dit geldt ook voor de termijn waarbinnen gereageerd is op de ingediende klacht. Klacht ongegrond
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:135 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.199 t/m C2016.235
- Datum publicatie: 10-05-2017
- Datum uitspraak: 09-05-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:135
Klacht tegen 37 huisartsen. Klager presenteert zich als initiator en woordvoerder van een burgerinitiatief dat zich verzet tegen sluiting van een dependance van een huisartsenpost in een gemeente (waar klager niet woonachtig is), waardoor de inwoners van die gemeente voor acute zorgvragen zijn aangewezen op een andere huisartsenpost (in de gemeente waar klager woont). Klager verwijt verweerders – kort gezegd – dat zij weigeren deel te nemen in een door klager voorgestane waarnemingsregeling. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht, primair omdat hij niet kan worden aangemerkt als rechtstreeks belanghebbende en subsidiair omdat er geen sprake is van schending van een tuchtnorm. Het Centraal Tuchtcollege volgt het college in eerste aanleg in het oordeel dat klager in casu niet als rechtstreeks belanghebbende kan worden aangemerkt en derhalve niet in zijn klacht kan worden ontvangen. Aan beantwoording van de vraag of de gemaakte verwijten onder een van de tuchtnormen van artikel 47 lid van de Wet BIG valt komt het Centraal Tuchtcollege daarmee niet toe. Het beroep van klager wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:136 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.300
- Datum publicatie: 10-05-2017
- Datum uitspraak: 09-05-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:136
Klager werd volgens het mutatierapport van de politie aangehouden omdat hij gevaarlijk rijgedrag had vertoond. Hij weigerde mee te werken aan een alcoholtest. Omdat klager zeer verward en mogelijk psychisch niet in orde overkwam is verweerder, forensisch arts, ingeschakeld. Klager is diabetespatiënt. De politie heeft het rijbewijs van klager ingevorderd. Met verwijzing naar het mutatierapport en de mededeling van de politie aan het CBR verwijt klager verweerder dat hij: 1) een uitspraak heeft gedaan over het innemen van klagers rijbewijs, 2) klager geen spreekkamer heeft aangeboden, 3) de politie heeft geïnformeerd over de suikerziekte, 4) niet heeft uitgelegd wat hij zou onderzoeken en rapporteren, 5) ten onrechte een verwijsbrief heeft geschreven, 6) klager geen afschrift van zijn dossier heeft gegeven, 7) geen onderzoek heeft gedaan, en 8) de huisarts heeft geïnformeerd terwijl klager dar niet mee akkoord was. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachtonderdelen 3 en 4 gegrond verklaard en de arts ter zake daarvan de maatregel van waarschuwing opgelegd. Voor het overige is de klacht afgewezen en is publicatie gelast van de beslissing na het onherroepelijk worden daarvan. Nadat de arts in beroep is gegaan van deze beslissing heeft het Centraal Tuchtcollege de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege vernietigd en de klacht ook in de onderdelen 3 en 4 als ongegrond afgewezen.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1065
- Pagina: 1066
- Pagina: 1067
- ...
- Pagina: 2247
- Volgende pagina zoekresultaten