Zoekresultaten 501-520 van de 1481 resultaten

  • ECLI:NL:TACAKN:2018:40 Accountantskamer Zwolle 17/1927 Wtra AK

    Betrokkene was (onbezoldigd) penningmeester van een stichting. Het uitoefenen van werkzaamheden als penningmeester valt onder het bereik van het begrip “ten aanzien van de uitoefening van zijn beroep” als bedoeld in artikel 42 Wab zodat betrokkene ten aanzien van deze werkzaamheden onderworpen is aan tuchtrechtspraak op grond van de Wet tuchtrechtspraak accountants. Betrokkene heeft naar aanleiding van een e-mail, waarvan hij (naar later bleek: ten onrechte) dacht dat deze van een bestuurslid van de stichting afkomstig was, geld van de stichting overgemaakt naar een buitenlandse bankrekening. Anders dan op grond van artikel 13, tweede lid VGBA van betrokkene verwacht mocht worden, heeft hij met deze handelwijze in de gegeven omstandigheden (o.m. een atypisch betalingsverzoek, een voor de stichting aanzienlijk bedrag en geen overleg binnen het bestuur noch een geaccordeerde factuur) niet nauwgezet gereageerd. Aldus heeft hij in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid gehandeld. Een accountant dient zich in het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep toetsbaar op te stellen en dient zich daarom te onthouden van het uitoefenen van druk om geen tuchtklacht tegen hem in te dienen. Betrokkene heeft vooraf ingestemd met een passage in een brief van zijn raadsvrouw, inhoudende dat betrokkene klaagster aansprakelijk houdt voor de eventuele schade die hij lijdt doorat klaagster een ongegronde klacht bij de Nba indient. Daarmee heeft hij gehandeld in strijd met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep (artikel 42 eerste lid sub b Wab). Maatregel: waarschuwing.

  • ECLI:NL:TACAKN:2018:38 Accountantskamer Zwolle 17/740 Wtra AK

    Klacht AFM tegen accountant FC Twente. De Ack is van oordeel dat betrokkene bij het afgeven van de goedkeurende verklaring bij de jaarrekening van FC Twente over het boekjaar 2012/2013 niet beschikte over voldoende en geschikte controle-informatie over de verwerking van de transactie (de boeking van 12 miljoen in de netto-omzet uit de overdracht van toekomstige TV-rechten aan een nog op te richten entiteit en de afboeking van schulden van € 12 miljoen als gevolg van de overdracht daarvan aan die entiteit) in die jaarrekening aanvaardbaar te achten. Bij het afgeven van de goedkeurende verklaring bij de jaarrekening van FC Twente over het boekjaar 2013/2014 heeft betrokkene geen toereikende controlewerkzaamheden uitgevoerd ten aanzien van de consolidatieplicht. Datzelfde geldt voor de controlewerkzaamheden met betrekking tot de in die jaarrekening doorgevoerde (gewijzigde) schatting van de restwaarde van het stadion van FC Twente. Klacht in alle onderdelen gegrond. Tijdelijke doorhaling van 1 maand.

  • ECLI:NL:TACAKN:2018:39 Accountantskamer Zwolle 16/2455 Wtra AK

    Ook bij advieswerkzaamheden kan vakbekwaamheid als accountant worden aangewend zodat daarbij sprake is van een professionele dienst als bedoeld in artikel 1 VGBA en op het handelen van de adviserende accountant de VGBA en alle fundamentele beginselen van toepassing zijn. Betrokkene had bij aanvang van de besprekingen in het kader van een aandelenovername tussen klagers als kopende partij en zijn cliënt als verkopende partij duidelijkheid moeten verschaffen over zijn positie en rol als adviseur van zijn cliënt bij die besprekingen. Verder had hij klagers moeten adviseren om zich door een deskundige te laten bijstaan. Betrokkene had moeten beseffen dat (aanzienlijke) privé-leningen aan zijn cliënt en de hoge, alsmaar oplopende vordering van zijn kantoor een bedreiging inhielden voor de naleving van het fundamentele beginsel van objectiviteit. Deze bedreiging heeft betrokkene echter, evenmin als de beoordeling en de maatregel, niet in zijn dossier vastgelegd. Door dit na te laten heeft hij het bepaalde in artikel 21, derde lid VGBA (en zodoende eveneens artikel 13, eerste lid VGBA) niet nageleefd. Door zijn werkzaamheden voor zijn cliënten vennootschappen voort te zetten, heeft betrokkene verder het fundamentele beginsel van objectiviteit daadwerkelijk geschonden. Maatregel: berisping. Daarbij is onder meer meegewogen dat betrokkene geen blijk heeft gegeven van enig inzicht in het verwijtbare karakter van zijn handelen.

  • ECLI:NL:TACAKN:2018:37 Accountantskamer Zwolle 17/1143 Wtra AK

    Door onvoldoende acht te slaan op de bedreigingen voor het zich houden aan de fundamentele beginselen in het kader van de onderhandelingen tussen zijn cliënten over de overname van de aandelen en de verslechterende verhoudingen tussen zijn cliënten, deze bedreigingen niet vast te leggen en geen afdoende maatregelen te treffen, maar daarentegen bij die onderhandelingen hoofdzakelijk de belangen van één cliënt te behartigen en op verzoek van diezelfde cliënt eenzijdig een verklaring op te stellen, wetende dat die in een civiele procedure tegen de andere cliënt (klaagster) zou worden gebruikt, heeft betrokkene niet alleen in strijd met de artikelen 21 en 22 van de VGBA, en daarmee met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid (artikel 13, tweede lid VGBA) gehandeld, maar ook in strijd met het fundamentele beginsel van objectiviteit. Maatregel: berisping.

  • ECLI:NL:TACAKN:2018:34 Accountantskamer Zwolle 17/1843 Wtra AK

    Van betrokkene wordt verlangd dat hij bevestigt dat tussen twee partijen die zijn opdrachtgevers zijn, een overeenkomst is gesloten. Betrokkene heeft daarna zijn lezing gegeven van wat er is besproken en gebeurd en een interpretatie daarvan gegeven. Volgens de klacht heeft betrokkene ten onrechte ontkend dat er een overeenkomst is gesloten. De klacht is ongegrond. Klagers hebben de lezing van wat er is besproken en gebeurd niet bestreden. Zij keren zich tegen de interpretatie daarvan. Van die interpretatie kan niet worden gezegd dat zij bewust of misleidend is. Van strijd met het fundamentele beginsel van objectiviteit is ook geen sprake. Dat zou pas het geval zijn als de interpretatie evident onverdedigbaar zou zijn.

  • ECLI:NL:TACAKN:2018:35 Accountantskamer Zwolle 17/2477 Wtra AK

    Opdracht van [B] om causale verband te onderzoeken tussen de (vermeende) betrokkenheid van [B] bij ontvreemding objecten en de schade van [X] ten gevolge van die ontvreemding. Rapport wordt ingebracht door [B] in schadestaatprocedure. Accountant moet ervoor waken dat opdracht helder is geformuleerd en dat het de objectieve waarheidsvinding door de rechter niet belemmerd. Dat kan gebeuren als de bevindingen een deugdelijke grondslag ontberen. De Accountantskamer stelt vast dat betrokkene bij het accepteren van de opdracht en het beantwoorden van de vragen heeft miskend dat in een eerdere procedure de betrokkenheid van [B] bij de ontvreemding bewezen was geacht, zodat het woord “vermeend” misplaatst was. Betrokkene heeft als bevinding opgetekend dat de door [X] geleden schade (aanzienlijk) naar beneden moet worden bijgesteld met de toevoeging dat het ontbreken van causaal verband niet kan worden vastgesteld. Daarom bedraagt de schade van [X] nihil, aldus betrokkene in het rapport. Deze laatste bevinding volgt niet uit de voorafgaande bevindingen, is niet onderbouwd en onbegrijpelijk. Rapport ontbeert in dit opzicht een deugdelijke grondslag. Berisping.

  • ECLI:NL:TACAKN:2018:36 Accountantskamer Zwolle 17/2054 WtraAK

    Beslaglegging in verband met vorderingen van meer van 40.000 euro onder opdrachtgevers van de cliënt voor een bedrag van ruim 14.000 euro. Betrokkene heeft gesteld dat hij alvorens over te gaan tot beslaglegging een afweging heeft gemaakt van de belangen die in het geding zijn, maar heeft die afweging niet overgelegd. Onder deze omstandigheden is de beslaglegging disproportioneel en dat leidt tot schending van het fundamentele beginsel van professionaliteit. Bovendien heeft betrokkene gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter heeft moeten begrijpen (welke opdrachtgevers van de cliënt hadden de grootste schulden), gebruikt bij de keuze onder welke opdrachtgevers van klaagsters hij beslag zou laten leggen. Daardoor heeft hij ook gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vertrouwelijkheid. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TACAKN:2018:30 Accountantskamer Zwolle 17/2423 Wtra AK

    Door geen zorgtoeslag aan te vragen voor zijn cliënt heeft betrokkene het fundamentele beginsel ‘vakbekwaamheid en zorgvuldigheid’ als bedoeld in artikel 2 onder d van de VGBA geschonden, zodat de klacht in zoverre gegrond wordt verklaard. In de specifieke omstandigheden van dit geval is naar het oordeel van de Accountantskamer echter sprake van een zodanig geringe (tuchtrechtelijke) verwijtbaarheid dat het opleggen van een maatregel niet aangewezen is.

  • ECLI:NL:TACAKN:2018:31 Accountantskamer Zwolle 17/1549 Wtra AK

    Op grond van het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid dient een accountant voordat hij een opdracht tot het samenstellen van jaarrekeningen opzegt of wijzigt, eerst zijn bevindingen aan zijn opdrachtgever te rapporteren en deze voldoende duidelijk mede te delen welke gevolgen hij daaraan overweegt te verbinden. Standaard 4410 (zoals destijds geldend) bevat in paragraaf 14,15 en 16 specifieke regels voor het teruggeven van een samenstellingsopdracht. Betrokkene stelt dat hij de opdracht heeft teruggegeven althans dat de opdracht is gewijzigd. De Ack laat in het midden of voor het teruggeven voldoende grond was. Zij volstaat met de vaststelling dat betrokkene niet de in standaard 4410 voorgeschreven stappen heeft gevolgd alvorens de opdracht terug te geven. Betrokkene heeft zijn opdrachtgever ook niet voldoende duidelijk meegedeeld dat diens weigering om nadere informatie te verschaffen voor hem aanleiding zou zijn de opdracht niet verder uit te voeren en terug te geven.

  • ECLI:NL:TACAKN:2018:32 Accountantskamer Zwolle 17/2127 Wtra AK

    Volgens vaste jurisprudentie van de Accountantskamer voor de toetsing van de uitkomst van werkzaamheden van deze aard dat de accountant, die weet dat zijn rapportage dient ter publiekelijke ondersteuning van een standpuntinname door zijn opdrachtgever in een gerechtelijke procedure, in elk geval ervoor dient zorg te dragen dat zijn rapportage de objectieve waarheidsvinding door de rechter niet belemmert. Van belemmering is sprake indien de inhoud van de rapportage, gelet op de voor de accountant beschikbare gegevens, onjuist of onvolledig is, indien de bevindingen of conclusies van het rapport een deugdelijke grondslag ontberen of indien het rapport ten onrechte geen duidelijke voorbehouden of beperkingen bevat. Een en ander vloeit voort uit het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. De accountantsmededelingen waarover wordt geklaagd zijn opgemaakt voor de echtscheidingsprocedure van de opdrachtgeefster en hebben betrekking op de opgave van de opdrachtgeefster van haar prive-uitgaven in een bepaalde periode. De eerste mededeling houdt in dat op grond van de verstrekte dagafschriften niet is gebleken dat er bankafschrijvingen hebben plaatsgevonden die geen betrekking hebben op de kosten van de huishouding van de opdrachtgeefster, de tweede dat op grond van de verstrekte dagafschriften niet is gebleken dat er bankafschrijvingen hebben plaatsgevonden die geen betrekking hebben op de uitgaven van haar huishouding. Betrokkene heeft zijn interpretatie van het begrip kosten van de huishouding en van het begrip uitgaven van de huishouding niet duidelijk gemaakt en ook niet toegelicht waarom hij in de tweede mededeling het begrip uitgaven van de huishouding heeft gehanteerd. Berisping.

  • ECLI:NL:TACAKN:2018:33 Accountantskamer Zwolle 17/2433 Wtra AK

    Klagers zijn ontslagen door hun werkgever en hebben nadien een vaststellingsovereenkomst gesloten waarbij hun arbeidsovereenkomsten met wederzijds goedvinden zijn beëindigd. Een aantal medewerkers heeft daarna kenbaar gemaakt dat ze zich zorgen maken over de bedrijfscultuur. Betrokkene krijgt daarna de opdracht een onderzoek in te stellen. Hij spreekt in het kader van een onderzoek met verscheidene medewerkers en heeft kennisgenomen van documenten. Hij adviseert om geen nader onderzoek te laten instellen. In het rapport worden de namen van klagers genoemd. De eerste klacht houdt in dat betrokkene niet had mogen weigeren hen inzage te geven in het rapport en de daaraan ten grondslag liggende documenten. Betrokkene heeft inzage geweigerd omdat hij met zijn opdrachtgever is overeengekomen dat zijn advies alleen de opdrachtgever zal worden verstrekt. De Ack is van oordeel dat de Wet bescherming persoonsgegevens (ervan uitgaande dat sprake is van verwerking van persoonsgegevens) noch een beroeps- of gedragsregel een grondslag biedt voor wat klagers verlangen. Daarbij is mede in aanmerking genomen dat de voorzieningenrechter eerder heeft geoordeeld dat klagers geen rechtmatig belang hebben bij het beschikken over de gevraagde stukken en dat niet uitgesloten kan worden dat de belangen van de gesprekspartners met wie geheimhouding is afgesproken, zwaarder dienen te wegen dan het belang van klagers. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2018:29 Accountantskamer Zwolle 17/2189 Wtra AK

    Voor een deel van de (fiscale) werkzaamheden waarop de klacht ziet is betrokkene niet tuchtrechtelijk verantwoordelijk te houden. De overige klachtonderdelen zijn gemotiveerd weersproken en daarna onvoldoende onderbouwd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2018:28 Accountantskamer Zwolle 17/918 t/m 17/926 Wtra AK

    Splitsing van klachtzaken.

  • ECLI:NL:TACAKN:2018:24 Accountantskamer Zwolle 17/1989 Wtra AK

    Toepassing driejaarstermijn art. 22 Wtra; klager niet ontvankelijk. Stuiting van deze termijn is niet mogelijk.

  • ECLI:NL:TACAKN:2018:25 Accountantskamer Zwolle 17/1263 Wtra AK

    De eventuele omstandigheid dat klager bij de onderhavige door hem aangespannen klachtprocedure (mogelijk) ook een belang heeft dat niet samenvalt met de doelstelling van de tuchtrechtspraak, betekent nog niet dat sprake is van misbruik van tuchtrecht. Klager heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat betrokkene valsheid in geschrifte heeft gepleegd. Evenmin is door klager aannemelijk gemaakt dat betrokkene bij genoemde verrichtingen anderszins in strijd met de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels heeft gehandeld. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2018:26 Accountantskamer Zwolle 17/1599 Wtra AK

    Betrokkene heeft, nadat een werkneemster van zijn cliënte hem had gemeld dat zij bij het indienen van haar aangifte inkomstenbelasting had ontdekt dat er ten onrechte loonheffingskorting was toegepast, bij de belastingdienst een correctie aangifte loonheffing ingediend. Hij heeft ook een gecorrigeerde jaaropgave vervaardigd en die als bijlage bij een brief aan de belastingdienst doen toekomen met het verzoek daarmee rekening te houden bij het beoordelen van de aangifte. Afzender van de brief is volgens de aanhef van de brief de werkneemster. De brief bevat ook een verzoek om uitstel van betaling van een eventueel opgelegde aanslag. Betrokkene heeft een en ander telefonisch uitgelegd aan de werkneemster. Het zonder volmacht sturen van deze brief en het niet ter kennisneming sturen van een afschrift van de brief aan de werkneemster is in strijd met de eisen die voortvloeien uit het beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Innemen standpunt over verschuldigdheid kosten advocaat werkneemster is niet in de strijd met de maatstaf die voor de beoordeling daarvan geldt. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TACAKN:2018:27 Accountantskamer Zwolle 17/1483 Wtra AK

    Beperkte tuchtrechtelijke aansprakelijkheid voor leidinggevende bij Belastingdienst (accountant in business) voor wat betreft niet-professionele diensten.

  • ECLI:NL:TACAKN:2018:22 Accountantskamer Zwolle 16/2542, 16/2543, 16/2544 en 16/2545 Wtra AK

    Klachten tegen onderzoek naar door klager en/of aan hem gelieerde rechtspersonen ontvangen vergoedingen met betrekking tot verrichte werkzaamheden ten behoeve van activiteiten die zijn gerelateerd aan door of via de gemeente (klagers werkgever) gefinancierde projecten en naar de rol van klager bij het aanwenden van middelen voor projecten die door de gemeente zijn gefinancierd onvoldoende onderbouwd en daarom ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2018:23 Accountantskamer Zwolle 17/839 Wtra AK

    Betrokkene is zakelijk gaan samenwerken met zijn cliënt terwijl hij de accountant bleef van de cliënt en diens vennootschappen. Betrokkene had daarom op grond van artikel 11 VGBA ervoor te waken dat zijn oordeel op ongepaste wijze zou worden beïnvloed. Op grond van de artikelen 20 tot en met 22 van de VGBA diende hij deze bedreiging te identificeren en te beoordelen en vervolgens toereikende maatregelen te treffen om de bedreiging weg te nemen of terug te brengen naar een aanvaardbaar niveau. Op grond van artikel 21 VBA had betrokkene ten slotte zijn conclusie over een en ander vast moeten leggen. Betrokkene heeft dit alles niet gedaan. Daarmee is sprake van schending van het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Maatregel: waarschuwing

  • ECLI:NL:TACAKN:2018:21 Accountantskamer Zwolle 17/1246 en 17/1247 Wtra AK

    Uiteenlopende klachten tegen samenstellend accountant ongegrond. Klachten over handelen als voorzitter van interne klachtencommissie ongegrond.