Zoekresultaten 14121-14140 van de 44846 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:223 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/179

    Klaagster is onder behandeling geweest van verweerder. Zij verwijt verweerder onder andere een onjuiste behandeling en grensoverschrijdend gedrag. Gegrond maatregel

  • ECLI:NL:TNORAMS:2019:15 Kamer voor het notariaat Amsterdam 659534/ NT 18-61

    De notaris heeft weliswaar in een gesprek met [B] de verkoopprijs van het woonhuis besproken, maar heeft in datzelfde gesprek – zo verklaarde de notaris ter zitting - niet naar de hoogte van de huursom gevraagd of naar de afspraken omtrent de (ver)huur geïnformeerd, zodat niet kon en kan worden vastgesteld in welke mate de toekomstige huurtermijnen van invloed waren op de hoogte van de koopprijs. De kamer overweegt verder dat de notaris vragen heeft gesteld aan de makelaar, maar dat zij daarbij niet voldoende heeft onderkend dat deze makelaar optrad voor de koper. Ter zitting heeft de notaris verklaard dat de makelaar een goede reputatie heeft en in het onderhavige geval niet partijdig heeft gehandeld. Daarbij heeft de notaris echter onvoldoende rekening gehouden met de omstandigheid dat [B] niet werd bijgestaan door een makelaar of gemachtigde bij de verkoop van haar woonhuis. Voorts is de brief van de makelaar van 12 september 2018, overgelegd als productie 15 bij het verweerschrift, waarin hij de notaris informeert over de waarde van het woonhuis, slechts in algemene bewoordingen gesteld. Daarin is niet specifiek ingegaan op de factoren die hebben geleid tot de totstandkoming van de koopprijs van het woonhuis. Ten slotte heeft de kamer geconstateerd dat in artikel 2 van de leveringsakte is vermeld dat het verkochte wordt aanvaard ‘vrij van huur of pacht’, hetgeen in strijd is met artikel 21 van de koopovereenkomst. De kamer is dan ook, gelet op het grote verschil in WOZ-waarde en de uiteindelijke koopprijs van het woonhuis, van oordeel dat de notaris niet zonder nader onderzoek had behoren over te gaan tot het passeren van de leveringsakte. De kamer acht daarom klachtonderdeel 3.1 in die zin gegrond dat de notaris op dit punt de belangen van [B] heeft veronachtzaamd en haar zorgplicht heeft geschonden.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:225 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/148

    Klager verwijt verweerster, huisarts, dat zij hem verkeerde medicatie heeft voorgeschreven. Verweerster heeft hem ten onrechte een antipsychoticum voorgeschreven, terwijl hij bij de huisarts kwam vanwege een herseninfarct en koolstofmonoxidevergiftiging. Bovendien heeft verweerster hem ten onrechte doorverwezen naar een psychiater terwijl hij geen psychiatrische hulp nodig had en tot slot heeft verweerster ten onrechte medische informatie uit het dossier van klager verwijderd dan wel onjuiste informatie in het dossier vermeld. Volgens klager mist in het dossier dat hij een herseninfarct heeft gehad. Verweerster voert verweer. Het college verklaart de klachten kennelijk ongegrond. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:219 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/132

    Klager verwijt verweerster een valse geneeskundige verklaring te hebben overgelegd aan een rechtbank. Ook wordt haar verweten zonder een diagnose te stellen of zonder testonderzoeken te hebben gedaan met opname te hebben gedreigd. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:185 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-827

    Verweerster (inmiddels ex-advocaat) heeft namens zichzelf en namens mede-omwonenden bezwaar gemaakt tegen de vergunningverlening aan klagers voor een feestlocatie in de buurt. Klachten over een formeel niet bestaand kantooradres van verweerster en het ontbreken van financiële afspraken met haar cliënten zijn niet-ontvankelijk wegens ontbreken van een eigen belang daarbij. Uit de zich in het dossier bevindende stukken blijkt naar het oordeel van de raad weliswaar dat partijen elkaar over en weer het leven zuur maken met alle (juridische) middelen die hen ter beschikking staan, dat klagers tegen verweerster meerdere klachten hebben ingediend en dat de onderlinge verstandhouding – mede daardoor – uiterst slecht is, maar naar het oordeel van de raad is niet voldoende vast komen te staan dat sprake is van zodanige gedragingen van verweerster dat zij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Klagers hebben hun verwijten daartoe onvoldoende geconcretiseerd en tegenover de gemotiveerde betwisting door verweerster ook onvoldoende onderbouwd. Klachten voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:222 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/198

    Verweerster is regievoerder van de dochter. Klaagster verwijt haar dat verweerster klaagster niet op de hoogte heeft gehouden van beslissingen over haar dochter en dat als gevolg van het handelen van verweerster de dochter het vertrouwen in haar moeder is kwijtgeraakt. Ongegrond

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:270 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.031

    Klacht tegen een huisarts. Klager verwijt de huisarts dat hij de patiënt (de vader van klager) niet heeft onderzocht, terwijl de patiënt na een hartaanval met intredend hartfalen en duidelijke symptomen daarvan voor een diagnose langskwam omdat hij zich heel ziek voelde en ook was. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gegrond en legt aan de huisarts een berisping op omdat deugdelijke verslaglegging ontbreekt en de huisarts de patiënt niet heeft opgevolgd, terwijl duidelijk was dat mogelijk sprake was van een ernstig ziektebeeld gezien de zorgwekkende toestand van patiënt. De huisarts komt in beroep. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het beroep gegrond. Het Centraal Tuchtcollege overweegt hiertoe dat niet is geklaagd over de dossiervorming, zodat hiervoor geen maatregel kan worden opgelegd. De huisarts had wel de ernstig zieke patiënt moeten opvolgen, zodat de huisarts op dit onderdeel een waarschuwing krijgt.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:164 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-429 DB/LI

    Tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door derdengelden die hij, nadat het loonbeslag conform zijn verzoek was opgeheven, door een administratieve fout op zijn derdengeldrekening had ontvangen, niet onverwijld terug te storten aan de wederpartij van zijn cliënt. Gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:264 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.070

    Klacht tegen huisarts. Klager verwijt verweerder dat hij tekort is geschoten in zijn zorgplicht jegens klagers van tafel en bed gescheiden echtgenote. Patiënte is zorgmijdend. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:212 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-288/DH/DH

    Verweerder heeft zich meermalen op zeer ongepaste wijze uitgelaten tegenover klager. Daarnaast heeft verweerder de zaak van klager onvoldoende voortvarend ter hand genomen. Hoewel verweerder zich reeds vrijwillig heeft laten schrappen van het tableau, staat dit niet aan oplegging van een door de raad op te leggen maatregel in de weg. Schorsing voor de duur van twee weken.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:225 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-935/DH/DH

    Verzet gegrond. Klacht over eigen advocaat gedeeltelijk gegrond. Door voor zijn werkzaamheden ook een factuur naar de wederpartij van klaagster te sturen en niet eerder dan 1 december 2017 te reageren op verzoeken van klaagster om de wederpartij aan te spreken op de zorgplicht heeft verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Maatregel van een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:271 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.064

    Klacht tegen bedrijfsarts. De bedrijfsarts heeft klager op verzoek van zijn werkgever twee keer op haar spreekuur gezien. Klager vond zichzelf niet ziek, de werkgever wel. Klager verwijt de bedrijfsarts dat zij doelbewust een foute diagnose (autisme, psychose, beperkt) heeft gesteld in het belang van een derde partij ter neutralisatie van klager die als klokkenluider optreedt, dat zij liegt over de gevoerde gesprekken die op audio zijn vastgelegd en dat de bedrijfsarts over onvoldoende materiekennis beschikt. Uit de opnamen blijkt dat de bedrijfsarts op de hoogte is van lastering door een derde partij en daar zelf aan deelneemt en deel van uitmaakt. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:224 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/226

    Klager verwijt verweerster, fysiotherapeut, handelingen te hebben verricht die volgens klager vermijdbaar waren en als erotisch (bedoeld) konden worden opgevalt. Tijdens de behandeling heeft verweerster klagers blote voet tegen haar borsten aangedruikt, waarbij zij een dun T-shirt droeg en geen BH (leek) te dragen. Verweerster betwist dat zij geen BH droeg fo dat sprake was van een te dun T-shirt dat als ongepaste bedrijfskleding kan worden beschouwd. Verweerster draagt altijd bedrijfskleding in de vorm van een t-shirst van het werk, soms gecombineerd met een bedrijfstrui. Verweerster betwist voorts dat de behandeling op enige andere wijze onprofessioneel is geweest of enige andere fysiotherapeutische beroepsnorm is geschonden. Naar het oordeel van het college biedt het dossier geen enkel aanknopingspunt dat sprake zou zijn geweest van een seksuele bijbedoeling bij het positioneren van de voet van klager. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:165 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-170/DB/LI

    Niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door in een sommatiebrief facturen te vermelden die klager op dat moment nog niet had ontvangen. Niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door zich wegens een verschil van inzicht over de aanpak van de zaak als advocaat te onttrekken. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:265 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.083

    Klacht tegen psychiater. De klacht van klager ziet op de behandeling van zijn overleden vader door de psychiater. Volgens het Regionaal Tuchtcollege is klager niet-ontvankelijk in zijn klacht. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager. Naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege dient bij het onderzoek of klager met het indienen van de klacht moet worden geacht de te veronderstellen of veronderstelde wil van de overleden vader uit te drukken aanknoping te worden gezocht bij artikel 7:465 lid 3 BW, dat in geval van wilsonbekwaamheid de levensgezel (bij voorrang boven bijvoorbeeld de ouders of kinderen) aanwijst als gesprekspartner van de arts inzake de geneeskundige behandeling. Uit de overgelegde stukken kan niet worden afgeleid dat de moeder van klager, de weduwe van de overleden vader, van klagers klacht op de hoogte is, dat zij deze ondersteunt en/of dat zij na het overlijden van haar echtgenoot de aan hem verleende zorg in twijfel heeft getrokken. Verder is niet gebleken dat de overleden vader zelf over de door de psychiater (in het verleden) verleende zorg ontevreden was en dat hij vóór zijn overlijden op enig moment een klacht heeft willen indienen ter zake van zijn behandeling, dan wel dat hij heeft ingestemd met het indienen van een klacht en/of aan klager een volmacht heeft verstrekt om namens hem de tuchtrechtprocedure te voeren. Het Centraal Tuchtcollege concludeert dat niet is gebleken dat klager de veronderstelde wil van de overleden vader uitdrukt, althans dat daaraan in ieder geval een dermate grote twijfel bestaat dat dit niet aannemelijk kan worden geacht. Klager kan dan ook niet worden aangemerkt als rechtstreeks belanghebbende in de zin van de Wet BIG. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager in zijn klacht terecht niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:259 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.176

    Klacht tegen tandarts. Klager heeft de fabrikant van medicatie tegen astma aansprakelijk gesteld voor de tandcariës die bij hem is ontstaan. Klager heeft de fabrikant toestemming gegeven om bij verweerder, behandelend tandarts van klager, medische gegevens op te vragen. Klager verwijt verweerder kort gezegd 1) het verstrekken van een onjuiste verklaring zonder zijn toestemming op basis van een onjuiste medische anamnese, 2) het zich onprofessioneel gedragen, 3) het afgeven van een ondeskundige verklaring en 4) het verzuimen om nader te informeren bij deskundigen alvorens een verklaring af te geven. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klachtonderdeel 1 gedeeltelijk gegrond verklaard – voor zover het betreft het geven van een verklaring zonder toestemming – en aan de arts de maatregel van waarschuwing opgelegd. Voor het overige is de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege bekrachtigt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege, onder verbetering van gronden.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:213 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-055/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:51 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/351541 KL RK 19-46

    De notaris heeft een substantiële hoeveelheid leveringsakten gepasseerd waarbij zijn kandidaat-notaris die de desbetreffende dossiers had voorbereid ook de verkrijgende partij was. De notaris heeft hiermee het gebod van onafhankelijkheid en onpartijdigheid miskend en tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Daarnaast heeft de notaris in een aantal ondernemingsrechtelijke dossiers heeft de notaris zijn onderzoeks-, informatie-, en Belehrungsverplichting geschonden. Vanwege bijkomende omstandigheden blijft maatregel beperkt tot schorsing gedurende een maand.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:226 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-251/DH/DH

    Verzet ongegrond. De voorzitter heeft de klacht in zijn beslissing juist weergegeven. De voorzitter heeft de juiste maatstaf toegepast. Er is geen ruimte voor verder onderzoek naar de klacht.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:272 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.215

    Klacht tegen verzekeringsarts. Klager lijdt aan nierfalen en heeft last van bloedarmoede. De verzekeringsarts brengt voor het Bureau Medische Advisering advies uit aan de IND in het kader van het verzoek van klager om een verblijfsvergunning. Klager verwijt de verzekeringsarts dat het advies onjuist, ondeskundig en onzorgvuldig tot stand is gekomen. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.