Zoekresultaten 13921-13940 van de 44841 resultaten
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:203 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190176
- Datum publicatie: 29-11-2019
- Datum uitspraak: 18-11-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:203
Art. 13-beklag. Klaagster heeft ondanks herhaalde verzoeken van de deken niet duidelijk gemaakt welke schade zij heeft geleden als gevolg van de onrechtmatige uitlating van de gemeente. Voor zover sprake is van immateriële schade heeft klaagster voor een vordering tot 10.000 euro geen advocaat nodig. Een vordering van een hoger bedrag heeft geen redelijke kans van slagen. Beklag ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:191 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190098
- Datum publicatie: 29-11-2019
- Datum uitspraak: 18-10-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:191
Klacht tegen advocaat wederpartij door raad deels gegrond verklaard met waarschuwing. Appel verweerster tegen (twee van de vier) gegrond verklaarde onderdelen. De klacht dat verweerster feitelijke gegevens heeft verstrekt, waarvan bekend zou moeten zijn dat die onjuist zijn, wordt niet-ontvankelijk verklaard, omdat klaagsters daarbij geen belang hebben. De beslissing van de raad wordt voor het overige bekrachtigd. De waarschuwing blijft, gelet op de uiteindelijk drie gegrond bevonden klachtonderdelen, gehandhaafd.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:185 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190105
- Datum publicatie: 29-11-2019
- Datum uitspraak: 18-10-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:185
Klacht tegen advocaat wederpartij door raad grotendeels gegrond verklaard met oplegging van een schorsing van 4 weken. De beslissing van de raad wordt bekrachtigd met dien verstande dat het hof een schorsing van 6 maanden oplegt. Verweerster is op grond van steeds dezelfde feiten nieuwe procedures blijven opstarten zonder oog voor eerdere beslissingen en rapportages, waaruit blijkt dat die feiten onvoldoende waren om het beweerdelijk misbruik van de kinderen aan te tonen en dat de strijd van haar cliënt schadelijk voor de kinderen was. Verweerster is voor dergelijk gedrag eerder op de vingers getikt.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:198 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190227
- Datum publicatie: 29-11-2019
- Datum uitspraak: 18-10-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:198
Beklag art. 13 Advocatenwet (aanwijzing advocaat). Klaagster heeft de deken verzocht om aanwijzing van een advocaat om een rechtsmiddel in te stellen tegen een beschikking van de rechtbank in een procedure tegen haar ex-echtgenoot, over het door haar verzochte gezamenlijk gezag over haar dochter. Het hof overweegt dat de deken dit verzoek terecht heeft afgewezen, omdat de beschikking van de rechtbank inmiddels onherroepelijk was geworden. Ten overvloede merkt het hof op dat de stukken zoals ter kennis zijn gebracht aan het hof niet leiden tot andere gevolgtrekkingen ten aanzien van de inhoudelijke beoordeling van het verzoek dan die in de bestreden beslissing van de deken zijn weergegeven. Beklagschrift is ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:192 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190095 en 190096
- Datum publicatie: 29-11-2019
- Datum uitspraak: 01-11-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:192
Appel tegen ongegrond/niet-ontvankelijk verklaard deel van klacht tegen advocaat wederpartij. Klaagster wel ontvankelijk in klacht over derdenbeslag, maar klacht ongegrond. Verder bekrachtiging beslissing raad. Geen proceskostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:186 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190038
- Datum publicatie: 29-11-2019
- Datum uitspraak: 18-10-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:186
Klacht tegen curator. Verweerster zou (als curator in het faillissement van klagers broer) zonder vooroverleg met de andere erfgenamen een verzoek tot benoeming van een vereffenaar hebben gedaan en zonder nadere informatie aan de overige erfgenamen de nalatenschap van de moeder van de erfgenamen beneficiair hebben aanvaard. Verweerster zou zich niet als een gelijkwaardige mede-erfgenaam hebben gedragen. Het hof kan klager niet volgen in zijn stelling dat verweerster onvoldoende (voortvarend) heeft meegewerkt aan de afwikkeling van de nalatenschap, gelet op de uiteenlopende belangen waarmee zij rekening moet houden. Gezien haar bijzondere positie ten opzichte van de mede-erfgenamen, waaronder klager, was het evenwel beter geweest indien verweerster na haar benoeming tot curator eerst een bespreking met hen had belegd om duidelijkheid te verschaffen over haar taak en rol ten opzichte van de overige erfgenamen en de nalatenschappen. Daarbij had zij tevens aan de mede-erfgenamen het verzoek tot vereffening en het voornemen om de nalatenschap beneficiar te aanvaarden kunnen aankondigen en uitleggen. Dat verweerster dit heeft nagelaten en pas later, na de behandeling van het verzoekschrift, heeft gepoogd tot een gesprek te komen, is echter niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Bekrachtiging beslissing van de raad, klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:199 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190161
- Datum publicatie: 29-11-2019
- Datum uitspraak: 18-11-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:199
Klacht tegen eigen advocaat. Verweerder zou, ondanks dat klaagster alle relevante en juiste informatie te voren bij hem had aangeleverd, het gerechtshof bij de comparitie van partijen onjuist dan wel onvolledig hebben geïnformeerd, op basis van welke verkeerde informatie klaagster vervolgens is veroordeeld. Het hof stelt vast dat verweerder ten tijde van de comparitie niet beschikte over enig schriftelijk bewijs ter zake van de stelling van klaagster. Hoewel verweerder bij klaagster om bewijs van haar stellingen had kunnen vragen, overweegt het hof dat van klaagster zelf had mogen worden verwacht dat zij verweerder concreet bewijs verstrekte. Nu klaagster dit heeft nagelaten, acht het hof de omstandigheid dat verweerder niet heeft doorgevraagd, hoewel het beter was geweest wanneer verweerder dat wel had gedaan, niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Ongegrond verklaring. Bekrachtiging beslissing van de raad, ten dele op andere gronden.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:193 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190116
- Datum publicatie: 29-11-2019
- Datum uitspraak: 01-11-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:193
Appel tegen ongegrond verklaarde klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerster is gebleven binnen de vrijheid die haar toekomt bij de behartiging van de belangen van haar cliënten. Het enkele uitnodigen - maar niet spreken - van een potentiële getuige niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Beslissing raad bekrachtigd.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:187 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190039
- Datum publicatie: 29-11-2019
- Datum uitspraak: 18-10-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:187
Klacht tegen advocaat die namens curator optrad en feitelijk als curator handelde. Verweerster zou, samen met haar kantoorgenote die curator was in het faillissement van klagers broer, zonder vooroverleg met de andere erfgenamen een verzoek tot benoeming van een vereffenaar hebben gedaan en zonder nadere informatie aan de overige erfgenamen de nalatenschap van de moeder van de erfgenamen beneficiair hebben aanvaard. Het hof kan klager niet volgen in zijn stelling dat verweerster in dit verband onvoldoende (voortvarend) heeft meegewerkt aan de afwikkeling van de nalatenschap, gelet op de uiteenlopende belangen waarmee de curator rekening moet houden. Gezien de bijzondere positie van de curator ten opzichte van de mede-erfgenamen, waaronder klager, was het evenwel beter geweest indien verweerster en haar kantoorgenote na de benoeming tot curator eerst een bespreking met hen hadden belegd om duidelijkheid te verschaffen over de taak en rol van de curator ten opzichte van de overige erfgenamen en de nalatenschappen. Daarbij hadden zij tevens aan de mede-erfgenamen het verzoek tot vereffening en het voornemen om de nalatenschap beneficiar te aanvaarden kunnen aankondigen en uitleggen. Dat verweerster en haar kantoorgenote dit hebben nagelaten en pas later, na de behandeling van het verzoekschrift, hebben gepoogd tot een gesprek te komen, is echter niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Bekrachtiging beslissing van de raad, klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:194 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190111D
- Datum publicatie: 29-11-2019
- Datum uitspraak: 01-11-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:194
Dekenbezwaar gegrond. Appel tegen opgelegde maatregel van onvoorwaardelijke schorsing 6 weken. Het hof verzwaart de opgelegde maatregel tot 24 weken schorsing, waarvan 12 voorwaardelijk, omdat verweerder het vertrouwen in de advocatuur ernstig heeft geschaad door informatie van zijn in beperkingen zittende cliënten door te geven.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:200 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190106
- Datum publicatie: 29-11-2019
- Datum uitspraak: 18-11-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:200
Klacht tegen eigen advocaat. Verweerder zou onder meer diverse handelingen hebben verricht in klagers zaak zonder dit van tevoren naar behoren met klager te hebben afgestemd. Bekrachtiging beslissing van de raad, klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:188 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190033
- Datum publicatie: 29-11-2019
- Datum uitspraak: 30-08-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:188
Verkorte bekrachtiging beslissing raad. Klacht over wijze van betaling griffierechtveroordeling door advocaat na tuchtrechtelijke procedure. Gelet op de beslissing van de raad van 17 januari 2017 (zaaknummer 16-832/A/A) en de beslissing van het hof van 10 juli 2017 (zaaknummer 170039) had klager recht op het griffierecht van in totaal € 100. Ondanks daartoe tot tweemaal te zijn aangemaand, heeft het meer dan zes weken geduurd vanaf de eerste aanmaning tot het moment van betaling door verweerder. Daarmee heeft verweerder te laat betaald. Dat verweerder in de betreffende periode mogelijk geheel of gedeeltelijk afwezig was wegens vakantie kan aan het voorgaande niet afdoen, nu van een advocaat mag worden verwacht dat hij tijdens zijn afwezigheid zorgt voor een adequate waarnemingsregeling. In de gegeven omstandigheden is de raad echter van oordeel dat dit klachtonderdeel van onvoldoende gewicht is. Daarvoor is in de eerste plaats van belang dat niet is gebleken van boos opzet aan de zijde van verweerder. Voorts heeft klager het bedrag, zij het met enige vertraging, van verweerder ontvangen. Daarom kan niet worden aangenomen dat klager door het handelen van verweerder in zijn belangen is geschaad. Klacht in zoverre afgewezen als zijnde van onvoldoende gewicht. Nu verweerder een en ander niet heeft betwist, zal de raad ervan uitgaan dat met het kenmerk “Jak. 1,26” in zijn brief aan klager van 3 oktober 2017 een verwijzing naar de tekst van Jakobus 1:26 van het Nieuwe Testament is bedoeld. De raad acht deze verwijzing in het kader van de historie tussen klager en verweerder weliswaar onverstandig en van weinig respect getuigen voor de mogelijke religieuze opvattingen van klager, maar oordeelt dat deze verwijzing niet als tuchtrechtelijk laakbaar is aan te merken. Klacht in zoverre ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2019:62 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 18149-1
- Datum publicatie: 28-11-2019
- Datum uitspraak: 28-11-2019
- ECLI:NL:TGZREIN:2019:62
Klacht tegen gynaecoloog-hoofdbehandelaar (27 onderdelen) gaat onder andere over het medisch handelen, de samenwerking tussen de gynaecologen, de dossier-, informatie- en geheimhoudingsplicht, de nazorg na de bevalling en de afwikkeling van de melding van de calamiteit. Hoofdbehandelaarschap. Onmogelijk om tijdens het klinische traject en bevalling de regie alleen bij de hoofdbehandelaar te laten. Een placenta bilobata is geen afwijking en was gelet op de ligging geen risicofactor. Geen gevolgen voor het beleid. Klagers hoefden hierover niet te worden geïnformeerd. Groot belang goede verslaglegging, vooral bij een teambehandeling. CTG-registraties ontbreken deels in het dossier. Niet vast te stellen dat de beoordeling daarvan in die tijd heeft plaatsgevonden. Niet beoordeeld kan worden of tijdens de ochtendoverdracht terecht is besloten het afgesproken beleid voort te zetten. De hoofdbehandelaar, aanwezig tijdens de ochtendoverdracht, had het gat in de CTG-registraties moeten signaleren. Deels gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2019:69 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 18149-4
- Datum publicatie: 28-11-2019
- Datum uitspraak: 28-11-2019
- ECLI:NL:TGZREIN:2019:69
Klacht tegen gynaecoloog (12 onderdelen) gaat onder andere over het medisch handelen, de samenwerking tussen de gynaecologen, de dossier-, informatie- en geheimhoudingsplicht, de nazorg na de bevalling en de afwikkeling van de melding van de calamiteit. Een placenta bilobata is geen afwijking en was gelet op de ligging geen risicofactor. Geen gevolgen voor het beleid. Klagers hoefden hierover niet te worden geïnformeerd. Ook niet over de mogelijke oorzaak van het bloedverlies. Ondanks onderzoek is de oorzaak daarvan niet komen vast te staan. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2019:63 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 18149-6
- Datum publicatie: 28-11-2019
- Datum uitspraak: 28-11-2019
- ECLI:NL:TGZREIN:2019:63
Klacht tegen gynaecoloog (19 onderdelen) gaat onder andere over het medisch handelen, de samenwerking tussen de gynaecologen, de dossier-, informatie- en geheimhoudingsplicht, de nazorg na de bevalling en de afwikkeling van de melding van de calamiteit. Een placenta bilobata is geen afwijking en was gelet op de ligging geen risicofactor. Geen gevolgen voor het beleid. Klagers hoefden hierover niet te worden geïnformeerd. Groot belang goede verslaglegging, vooral bij een teambehandeling. CTG-registraties ontbreken deels in het dossier. Niet vast te stellen dat de beoordeling daarvan in die tijd heeft plaatsgevonden. Niet beoordeeld kan worden of tijdens de ochtendoverdracht terecht is besloten het afgesproken beleid voort te zetten. De gynaecoloog is gebonden aan de GOMA. Zij heeft zich ook ingespannen om contact met klagers te krijgen en wilde hen informeren over het incident. Ze heeft ook meegewerkt aan onderzoek naar het incident. Niet gebleken dat medisch verwijtbare fouten zijn ontkend. Deels gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:290 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.018
- Datum publicatie: 28-11-2019
- Datum uitspraak: 28-11-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:290
Klacht tegen chirurg die bij klaagster in verband met een hemangioom een teen en een deel van de voet heeft geamputeerd. Klaagster had nadien nog steeds ernstige (pijn)klachten. Zij verwijt de chirurg - onder meer - dat hij onvoldoende onderzoek heeft gedaan, onvoldoende informatie heeft gegeven over de mogelijke gevolgen van een amputatie en nadien een verkeerde diagnose heeft gesteld. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2019:70 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 18149-3
- Datum publicatie: 28-11-2019
- Datum uitspraak: 28-11-2019
- ECLI:NL:TGZREIN:2019:70
Klacht tegen gynaecoloog (11 onderdelen) gaat onder andere over het medisch handelen, de samenwerking tussen de gynaecologen, de dossier-, informatie- en geheimhoudingsplicht, de nazorg na de bevalling en de afwikkeling van de melding van de calamiteit. Een placenta bilobata is geen afwijking en was gelet op de ligging geen risicofactor. Geen gevolgen voor het beleid. Klagers hoefden hierover niet te worden geïnformeerd. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2019:64 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 18149-7
- Datum publicatie: 28-11-2019
- Datum uitspraak: 28-11-2019
- ECLI:NL:TGZREIN:2019:64
Klacht tegen gynaecoloog (27 onderdelen) gaat onder andere over het medisch handelen, de samenwerking tussen de gynaecologen, de dossier-, informatie- en geheimhoudingsplicht, de nazorg na de bevalling en de afwikkeling van de melding van de calamiteit. Een placenta bilobata is geen afwijking en was gelet op de ligging geen risicofactor. Geen gevolgen voor het beleid. Klagers hoefden hierover niet te worden geïnformeerd. Groot belang goede verslaglegging, vooral bij een teambehandeling. CTG-registraties ontbreken deels in het dossier. Niet vast te stellen dat de beoordeling daarvan in die tijd heeft plaatsgevonden. Niet beoordeeld kan worden of tijdens de ochtendoverdracht terecht is besloten het afgesproken beleid voort te zetten. De gynaecoloog is gebonden aan de GOMA. Zij heeft zich ook ingespannen om contact met klagers te krijgen en wilde hen informeren over het incident. Daarvoor had zij d irect na de bevalling geen gelegenheid door situatie klaagster en overplaatsing. Ze heeft ook meegewerkt aan onderzoek naar het incident. Niet gebleken dat medisch verwijtbare fouten zijn ontkend. Deels gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2019:65 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 18149-11
- Datum publicatie: 28-11-2019
- Datum uitspraak: 28-11-2019
- ECLI:NL:TGZREIN:2019:65
Klacht tegen kinderarts gaat onder meer over het medisch handelen na de geboorte van de baby van klagers, de dossier- en informatieplicht, de nazorg en de afwikkeling van de melding van de calamiteit. Het college oordeelt dat er sprake is van ondeugdelijke en chaotische dossiervoering, dat er niet goed gereageerd is op de diverse (alarm)signalen van de baby en dat klagers niet op zorgvuldige wijze over de gezondheidstoestand van de baby zijn geïnformeerd. Gedeeltelijk gegrond. Voorwaardelijke schorsing van één jaar met een proeftijd van twee jaar.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2019:66 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 18149-10
- Datum publicatie: 28-11-2019
- Datum uitspraak: 28-11-2019
- ECLI:NL:TGZREIN:2019:66
Klacht tegen anesthesioloog gaat onder andere over de pijnbestrijding aan klaagster tijdens de keizersnede, het gebruikte hulpmiddel tijdens de reanimatie van de baby, de dossier- en informatieplicht, de nazorg en de melding van de calamiteit. Het college oordeelt dat de pijnbestrijding voldeed aan de gestelde eisen en dat de keuze voor het tijdens de reanimatie van de baby gebruikte hulpmiddel veilig en verantwoord was. Alle overige klachtonderdelen zijn ook ongegrond.