Zoekresultaten 13761-13780 van de 44810 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:295 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.193
- Datum publicatie: 12-12-2019
- Datum uitspraak: 12-12-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:295
Klacht tegen een anesthesioloog. Toen klaagster aan haar rug werd geopereerd, was de anesthesioloog verantwoordelijk voor de anesthesie. Na de operatie kreeg klaagster uitvalsverschijnselen en werd bij haar een herseninfarct geconstateerd. Klaagster verwijt de anesthesioloog dat zij tijdens de operatie door de halsslagader van klaagster heen heeft gestoken, hetgeen volgens klaagster de oorzaak was van het herseninfarct. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:301 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.155
- Datum publicatie: 12-12-2019
- Datum uitspraak: 05-12-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:301
Klacht tegen verzekeringsarts. Klager heeft huisartsen civielrechtelijk aansprakelijk gesteld. Met het oog op een eventuele civielrechtelijke procedure tegen de huisartsen heeft klager via zijn belangenbehartiger aan verweerder verzocht een zogenoemd ‘medisch haalbaarheidsonderzoek’ uit te voeren met als doel om snel en tegen relatief beperkte kosten duidelijkheid te verkrijgen over de medische haalbaarheid van een letselschadezaak dan wel over de noodzaak van een medisch deskundigenbericht. Verweerder heeft een rapport uitgebracht met de conclusie dat klager geen “haalbare casus” heeft. Klager verwijt verweerder dat hij een onzorgvuldig rapport heeft uitgebracht. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:256 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-771
- Datum publicatie: 11-12-2019
- Datum uitspraak: 11-06-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:256
Verweerster heeft klaagster in haar arbeidsgeschil weliswaar deskundig bijgestaan, maar - ook - door problemen in haar kantoororganisatie haar werkzaamheden onvoldoende voortvarend gedaan en daarover onvoldoende duidelijk met klaagster gecommuniceerd. Dat zij dat wel heeft gedaan is niet met schriftelijke stukken onderbouwd. In zoverre is de klacht gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:207 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190018
- Datum publicatie: 11-12-2019
- Datum uitspraak: 02-12-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:207
Klacht van advocaat. Beperkt appel tegen door raad ongegrond verklaard klachtonderdeel. Volgens klaagster heeft verweerder in strijd met de waarheid gesteld dat hij zijn cliënt niet bijstaat in de klachtprocedure tegen klaagster. Verweerder heeft betwist dat hij zijn cliënt daarin heeft bijgestaan en heeft dit toegelicht. Het hof overweegt dat het, gelet op de ontkenning en toelichting van verweerder, niet eenduidig kan vaststellen of verweerder een onjuistheid heeft vermeld. Het hof ziet onvoldoende aanleiding om aan deze ontkenning en toelichting te twijfelen. Klachtonderdeel ongegrond. Bekrachtiging beslissing raad voor zover aan oordeel van het hof onderworpen.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2019:183 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-525 DB/ZWB
- Datum publicatie: 11-12-2019
- Datum uitspraak: 09-12-2019
- ECLI:NL:TADRSHE:2019:183
Verweerder heeft niet naar behoren gecommuniceerd met klaagster, heeft verzuimd een conclusie van repliek in te dienen en geen melding bij zijn aansprakelijkheidsverzekeraar gedaan van de aansprakelijkstelling. Dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door toe te zeggen kosteloos in hoger beroep te gaan, maar deze afspraak niet is nagekomen, is niet gebleken. Deels gegrond, deels ongegrond. Voorwaardelijke schorsing voor de duur van vier weken.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:257 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-697
- Datum publicatie: 11-12-2019
- Datum uitspraak: 11-06-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:257
Klager stelt dat sprake is geweest van onnodig grievende uitlatingen door verweerster jegens hem, doordat zij heeft geweigerd om de bij haar verweerschrift overgelegde foto’s van zijn overleden neef in een erfrechtelijke kwestie alsnog terug te trekken. Naar het oordeel van de raad waren die foto’s nodig vanwege de substantieringsplicht van verweerster en is niet gebleken dat zij, voor zover al met een foto sprake is van uitlatingen, het oogmerk had om klager daarmee onnodig te grieven. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2019:76 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1943
- Datum publicatie: 11-12-2019
- Datum uitspraak: 10-12-2019
- ECLI:NL:TGZREIN:2019:76
Bedrijfsarts wordt verkeerde beoordeling van klaagsters arbeids(on)geschiktheid en het niet afwachten van de uitslag van klaagsters lichamelijk onderzoek verweten. Bedrijfsarts mocht afgaan op klaagsters mededeling over de diagnose van huisarts en fysiotherapeut. Serieus genomen in haar beperkingen. Niet verwijtbaar dat bedrijfsarts onderzoek niet heeft afgewacht vóór advies het eigen werk met een dagdeel uit te bouwen. Er was sprake van een consolidatie van de breuk, hij mocht veronderstellen dat de breuk voldoende belastbaar was om werk uit te breiden. Steeds sprake geweest van gestage verbetering van de belastbaarheid. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2019:184 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-565 DB/OB
- Datum publicatie: 11-12-2019
- Datum uitspraak: 09-12-2019
- ECLI:NL:TADRSHE:2019:184
Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door zonder voorafgaand overleg met klaagster zaken uit de inboedel van de stiefmoeder van klaagster, waaronder de verkeerde lamp, in ontvangst te nemen. Verweerder mocht op grond van de in de correspondentie tussen klaagster en de stiefmoeder vastgelegde afspraken vinden dat klaagster geen belang had bij het sluiten van een aparte schriftelijke vaststellingsovereenkomst en dat van hem geen verdere werkzaamheden meer nodig waren. Klacht dat verweerder niet als een goed bewaarder heeft gezorgd voor de in ontvangst genomen lampenkap, waardoor deze beschadigd is, is van civielrechtelijke aard en niet ter beoordeling van de raad. Niet gebleken dat klaagster door verweerders handelwijze op kosten is gejaagd of de kwestie door verweerders toedoen is vertraagd. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:251 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-725
- Datum publicatie: 11-12-2019
- Datum uitspraak: 11-06-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:251
Klaagster heeft, naast het advocatenkantoor (18-724), ook verweerder beklaagd over zijn optreden in haar letselschadezaak. Klaagster wist niet dat mr. D, die intern als enige haar zaak behandelde, werkzaam was als jurist en niet als advocaat, terwijl zij daar wel vanuit ging en daar ook vanuit mocht gaan. Deze onduidelijkheid wordt verweerder tuchtrechtelijk aangerekend. De raad is voorts van oordeel dat sprake geweest van (aanvaarding van) een opdracht tussen partijen en dat aan de verstrekte opdracht geen, althans onvoldoende uitvoering is gegeven door verweerder. Vaststaat dat verweerder in strijd met gedragsregel 38 (oud) onvoldoende toezicht heeft gehouden op de werkzaamheden door de betreffende juridisch medewerker. Daarnaast heeft verweerder onvoldoende met klaagster gecommuniceerd. Aldus heeft verweerder niet zorgvuldig jegens klaagster gehandeld. De klacht is gegrond. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:258 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-693
- Datum publicatie: 11-12-2019
- Datum uitspraak: 27-05-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:258
De raad oordeelt het verzet ongegrond. Geheimhouding gold niet voor verweerster in het onderhavige geval.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2019:185 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-323/DB/ZWB
- Datum publicatie: 11-12-2019
- Datum uitspraak: 09-12-2019
- ECLI:NL:TADRSHE:2019:185
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:252 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-724
- Datum publicatie: 11-12-2019
- Datum uitspraak: 11-06-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:252
Nu klaagster een aantal concreet onderbouwde verwijten jegens het advocatenkantoor/ vennootschap heeft gemaakt over haar kantoororganisatie – namelijk het feit dat de praktijk van een advocaat van dat kantoor in strijd met gedragsregel 38 (oud) zonder voldoende toezicht wordt overgelaten aan een jurist/letselschademedewerker die geen advocaat is – is de raad van oordeel dat klaagster het advocatenkantoor als zodanig tuchtrechtelijk kan aanspreken. Klaagster wist niet, en hoefde ook niet te begrijpen, dat mr. D, die als enige haar zaak behandelde, op het kantoor van verweerster werkzaam was als jurist en niet als advocaat, terwijl zij daar wel van uit ging. Deze onduidelijkheid wordt het kantoor tuchtrechtelijk aangerekend. De raad is voorts van oordeel dat sprake geweest van (aanvaarding van) een opdracht tussen partijen en dat aan de verstrekte opdracht geen, althans onvoldoende uitvoering is gegeven door het kantoor. In strijd met gedragsregel 38 heeft het kantoor onvoldoende toezicht gehouden op de werkzaamheden door de betreffende juridisch medewerker, die niet zorgvuldig jegens klaagster heeft gehandeld en is tekortgeschoten in de communicatie met haar dat de opdracht niet zou worden aanvaard. De klacht is gegrond. Aan het advocatenkantoor wordt een geldboete opgelegd van € 10.000,-.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:259 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-673
- Datum publicatie: 11-12-2019
- Datum uitspraak: 27-05-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:259
Advocaten onderling. Verweerder is de advocaat van een gemeente die in een arbeidsrechtelijk geschil is verwikkeld met de cliënte van klager. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder Regel 25 Gedragsregels 2018 geschonden door niet voorafgaand aan het re-integratiegesprek van de gemeente met de cliënte van klager ook aan klager zijn aanwezigheid daarbij aan te kondigen. Door dat niet te doen heeft verweerder klager de mogelijkheid ontnomen om met zijn cliënte te overleggen over de wenselijkheid om ook bij dat gesprek aanwezig te zijn. Gegrond. De raad ziet aanleiding, mede door gemaakte excuses, om geen maatregel op te leggen.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2019:186 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-566/DB/OB
- Datum publicatie: 11-12-2019
- Datum uitspraak: 09-12-2019
- ECLI:NL:TADRSHE:2019:186
Niet gebleken dat verweerster door haar optreden als interne klachtenfunctionaris van haar kantoor het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:253 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-879
- Datum publicatie: 11-12-2019
- Datum uitspraak: 11-06-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:253
De raad is genoegzaam gebleken dat verweerder en klager afspraken hebben gemaakt over de aanpak/strategie om de boedelscheiding tijdelijk te laten rusten vanwege de gelijktijdige omgangszaak. Totdat de omgangszaak was geregeld, heeft verweerder in de boedelscheidingskwestie achter de schermen nog voor klager succesvol gehandeld. Doordat klager daarna niet op de concept dagvaarding in die boedelscheidingskwestie heeft gereageerd en ook geen instructie tot dagvaarden heeft gegeven, kan daarvan aan verweerder geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:204 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180337D en 180336
- Datum publicatie: 11-12-2019
- Datum uitspraak: 29-11-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:204
Bekrachtiging beslissing raad dat verweerder had moeten verifiëren of de (feitelijk) bestuurster van een stichting instemde met de financiële afspraken die verweerder beoogde met die stichting te make, nu deze afspraken ongebruikelijk, in het belang van verweerder en voor de stichting onverplicht waren. Maatregel (in deze zaak en die van 180337D tezamen) wordt verzwaard van schorsing 4 weken voorwaardelijk tot schorsing 6 weken, waarvan 3 voorwaardelijk. Bekrachtiging gegrondverklaring dekenbezwaar. Constructie die erop neerkomt dat beoogd werd met de (feitelijk) bestuurster van een Stichting een afspraak te maken die de toezichthouder(s) (mogelijk) als niet geoorloofd zou/zouden aanmerken. Maatregel (in deze zaak en die van 180336 tezamen) wordt verzwaard van schorsing 4 weken voorwaardelijk tot schorsing 6 weken, waarvan 3 voorwaardelijk.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2019:180 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-658/DB/OB
- Datum publicatie: 11-12-2019
- Datum uitspraak: 01-12-2019
- ECLI:NL:TADRSHE:2019:180
Klacht tegen advocatenkantoor, dat gevoerd wordt door een naamloze vennootschap, kan worden herleid tot een klacht tegen bestuursvoorzitter van de naamloze vennootschap. Klacht is ontvankelijk. Advocaat heeft desgevraagd nagelaten klagers te informeren over de melding van de aansprakelijkstelling en de gegevens van zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar aan klagers te verstrekken en daardoor niet gehandeld zoals van een behoorlijk handelend advocaat mag worden verwacht. Advocaat/bestuurder is tuchtrechtelijk niet verantwoordelijk voor gedragingen van kantoorgenoten. Klacht (ged.) gegrond, waarschuwing, kostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:260 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-571
- Datum publicatie: 11-12-2019
- Datum uitspraak: 27-05-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:260
De raad oordeelt het verzet ongegrond. De voorzitter heeft op basis van de juiste uitgangspunten geoordeeld over het handelen van verweerder als advocaat van de wederpartij.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:254 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-144
- Datum publicatie: 11-12-2019
- Datum uitspraak: 15-04-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:254
Allereerst heeft verweerder in deze zaak gesteld dat klager niet ontvankelijk is in zijn klacht wegens het verstrijken van de 3-jaars termijn van artikel 46g lid 1a Advocatenwet. De raad acht klager wel ontvankelijk. Klager heeft zijn eerste klacht al ingediend in 2014. Niet duidelijk is geworden of deze klacht is ingetrokken, maar de behandeling ervan is in ieder geval niet voortgezet. Maar ook als van de klachtbrief wordt uitgegaan waarmee deze zaak is begonnen – een brief van 29 april 2016 – als het moment waarop klager zijn klacht heeft ingediend is sprake van tijdige klacht nu deze betrekking heeft op feiten die voor het merendeel in de laatste maanden van 2013 naar voren zijn gekomen. Klager verwijt verweerder dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan belangenverstrengeling in een financiële kwestie waarin hij optrad voor klager. Ook heeft verweerder klager onvoldoende geïnformeerd gehouden over de stand van zaken. Gebleken is dat verweerder zich op een gegeven moment de rol van bemiddelaar heeft toegedicht zonder daarover met klager overlegd te hebben. Uit het dossier blijkt dat verweerder buiten klager om handelde. Dat is naar het oordeel van de raad een terecht tuchtrechtelijk verwijt. Verweerder heeft klager naar zijn idee onjuist geadviseerd. Naar het oordeel van de raad is het advies niet onjuist en blijkt uit het advies geen partijdigheid c.q. een benadeling van klager. Het daarop betrekking hebbende klachtonderdeel is ongegrond. De weigering van verweerder om een verklaring af te leggen over de inhoud van een telefoongesprek levert geen tuchtrechtelijk verwijt op nu er geen grond voor het aannemen van een verplichting bestond tot het afleggen van een verklaring over wat er tijdens dat telefoongesprek gezegd is. Verweerder krijgt een waarschuwing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:205 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190130
- Datum publicatie: 11-12-2019
- Datum uitspraak: 29-11-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:205
Vernietiging van beslissing van de raad, voor zover is geoordeeld dat verweerder zich ontijdig aan de zaak heeft onttrokken. Er was sprake van vertrouwensbreuk, ter zitting is de zaak drie maanden aangehouden opdat klaagster een nieuwe advocaat kon vinden en verweerder heeft het dossier toegestuurd aan de advocaat die zich als opvolger meldde. Daarna heeft verweerder klaagster er nog op geattendeerd, dat zich nog geen nieuwe advocaat voor haar had gesteld voordat hij zich daadwerkelijk onttrok.