Zoekresultaten 14401-14410 van de 44805 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:133 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180234

    Klacht tegen eigen advocaat over wijze van declareren en kwaliteit van dienstverlening in verband met vordering tot nakoming echtscheidingsconvenant. Raad heeft alle klachtonderdelen ongegrond verklaard. Hof oordeelt dat niet is komen vast te staan dat klaagster met verweerder een afspraak heeft gemaakt over resultaatgericht declareren (no cure no pay) terwijl verweerder binnen de grenzen van de aan hem toekomende vrijheid is gebleven ten aanzien van de wijze waarop hij de zaak heeft behandeld. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:146 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190079

    Beklag ex art. 13 Advw. Nadat het hof een beklag van klaagster tegen een beslissing van de deken om geen advocaat toe te wijzen gegrond heeft verklaard, heeft de deken het verzoek om aanwijzing van een advocaat opnieuw ter hand genomen. De deken heeft daarbij klaagster om aanvullende informatie verzocht om het verzoek te kunnen beoordelen. Nu klaagster de benodigde informatie niet heeft verstrekt, heeft de deken op juiste gronden het verzoek afgewezen. Beklag ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:140 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180209

    Verzet tegen beslissing van voorzitter van het hof. De voorzitter had het hoger beroep van klager afgewezen omdat de Advocatenwet aan klager niet de mogelijkheid biedt om in hoger beroep te komen van de beslissing van de raad. De klacht was namelijk door de raad ten dele kennelijk niet ontvankelijk en ten dele ongegrond verklaard. Het hof verwijst naar artikel 46h lid 7 van de Advocatenwet en komt tot het oordeel dat de voorzitter van het hof met juistheid heeft geoordeeld dat de Advocatenwet klager niet de mogelijkheid biedt om in hoger beroep te komen van de beslissing van de raad. Het verzet wordt daarom ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:134 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180252

    Klacht over advocaat wederpartij. Verweerster heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door in haar brief aan klaagster feitelijk onjuist te stellen dat klaagster recht heeft op een AOW-uitkering, nu klaagster in de gelegenheid is gesteld om op verweersters brief te reageren en de daarin gestelde feiten te weerleggen, en zij door de onjuiste mededeling van verweerster niet in haar belangen geschaad. Inhoud en toonzetting brief niet onnodig grievend en tijdstip verzending is evenmin tuchtrechtelijk ontoelaatbaar. Grenzen vrijheid advocaat wederpartij niet overschreden. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:147 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190062

    De door klager ingediende klacht was door de voorzitter van de raad kennelijk ongegrond verklaard. Klager had daartegen verzet ingesteld, welk verzet door de raad ongegrond was verklaard. Klager heeft vervolgens tegen deze beslissing van de raad een beroepschrift ingediend bij het hof. Het hof verwijst naar artikel 46h lid 7 van de Advocatenwet en komt tot het oordeel dat de Advocatenwet aan klager niet de mogelijkheid biedt om in hoger beroep te komen van de beslissing van de raad. Het ingestelde beroep wordt daarom verworpen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:128 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180316

    Beklag art. 13 Advocatenwet (aanwijzing advocaat). Klager heeft de deken verzocht om aanwijzing van een advocaat in een procedure bij de Raad van Discipline en voor een procedure bij een huurcommissie. De deken heeft het verzoek afgewezen omdat geen sprake is van zaken waarbij een vertegenwoordiging door een advocaat is voorgeschreven, dan wel uitsluitend door een advocaat kan geschieden. Het hof oordeelt dat de deken het verzoek op juiste gronden heeft afgewezen en verklaart het beklag ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:141 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180265

    Klacht over eigen advocaat. Kwaliteit van de dienstverlening. Verweerder zou de bezwaarzaak van klager niet zorgvuldig hebben aangepakt; ondeskundig zijn; gebrekkig of leugenachtig hebben gecommuniceerd met klager en een denigrerende houding jegens klager hebben aangenomen. In hoger beroep heeft klager onder meer aangevoerd dat verweerder tijdens de hoorzitting niet heeft gehandeld op basis van een vooraf besproken strategie. Het hof leidt echter uit het verslag van de hoorzitting af, dat verweerder tevoren met klager een inhoudelijke bespreking heeft gevoerd en hierbij heeft getracht om klager te overtuigen van de strategie om in onderling overleg met de gemeente tot een oplossing te komen. Ook heeft verweerder toen aangegeven dat hij hierover, na de hoorzitting, nogmaals in overleg zal treden met klager. Blijkens dit verslag heeft klager op dat moment ook niet tegengesproken dat hij hiertoe bereid was. Mede gelet op de uitkomst van de nadien – door een andere gemachtigde – gevoerde bestuursrechtelijke procedure tegen de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van klager, valt de door verweerder gekozen koers volgens het hof binnen de bandbreedte van de hiervoor geldende kwaliteitseisen. Niettemin kan het hof wel enig begrip opbrengen voor het ongenoegen van klager over de wijze waarop verweerder zich heeft opgesteld tijdens de hoorzitting. Een door de advocaat gekozen koers kan juist zijn, maar de uitvoering daarvan moet niet zo zijn dat de advocaat in de perceptie van zijn cliënt, afstand van hem neemt. Naar het oordeel van het hof is dat echter onvoldoende ernstig om te kunnen oordelen dat sprake is van een tuchtrechtelijk verwijtbare houding van verweerder jegens klager. Bekrachtiging van de beslissing van de raad (klacht ongegrond).

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:135 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180256

    Klacht over eigen advocaat. Niet kan worden vastgesteld dat verweerder klaagster niet naar behoren bijgestaan bij de afwikkeling van de echtscheiding. Verweerder heeft vanaf het begin duidelijk gemaakt dat hij het kort geding niet als strategisch wilde inzetten. Klaagster (jurist) heeft dat kunnen begrijpen en ingestemd met de door verweerder voorgestelde strategie. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:148 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190101

    Voorzittersbeslissing. Klager is niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep, omdat hij de beroepstermijn heeft overschreden. De voorzitter heeft begrip voor zijn persoonlijke situatie maar ziet hierin geen grond voor verschoning van de termijnoverschrijding.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:129 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180230

    Bekrachtiging beslissing van de raad. Klacht tegen advocaat tegenpartij in arbeidszaak ongegrond.