Zoekresultaten 2061-2070 van de 2135 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSHE:2021:189 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 21-463/DB/ZWB
- Datum publicatie: 16-11-2021
- Datum uitspraak: 09-11-2021
- ECLI:NL:TADRSHE:2021:189
Raadsbeslissing. De raad overweegt dat het een advocaat niet vrijstaat te dreigen met (laat staan over te gaan tot) overdracht van een betwiste en in rechte nog niet onherroepelijk vastgestelde vordering op een (voormalig) cliënt wegens onbetaalde declaraties aan een wederpartij van die (voormalig) cliënt. Daartegen verzetten zich de geheimhoudingsplicht van de advocaat en de vereiste terughoudendheid bij de inning van betwiste declaraties. Een dergelijke overdracht zou de (ex-)cliënt aanzienlijk kunnen schaden in zijn rechtspositie omdat het zeer wel mogelijk is dat voor het voeren van een adequaat verweer tegen de vordering wegens onbetaalde declaraties informatie over (de behandeling van) de onderliggende zaak zal moeten worden verschaft, waarvan de vertrouwelijkheid wordt gegarandeerd door de geheimhoudingsplicht van de advocaat. Dat verweerder voorafgaand aan de cessie van zijn vordering aan klaagsters wederpartij de deken heeft geconsulteerd is niet gebleken, terwijl vast staat dat verweerder bij de totstandkoming van de akten van cessie vertrouwelijke informatie heeft gedeeld met klaagsters wederpartij. Aldus heeft verweerder gehandeld in strijd met de kernwaarden integriteit en vertrouwelijkheid zoals omschreven in artikel 10a Advocatenwet. Vast staat dat verweerder zonder voorafgaande afstemming met klagers, klagers zoon, die op geen enkele wijze betrokken was bij het geschil tussen klaagster en PS B.V., noch bij het geschil tussen klaagster en verweerder, telefonisch heeft benaderd en hem vervolgens deelgenoot heeft gemaakt van het feit dat klaagster was verwikkeld in een gerechtelijke procedure. Een duidelijke reden voor het initiatief tot dit telefonisch contact heeft verweerder niet gegeven. Dit betaamt een behoorlijk handelend advocaat niet. Uit de inhoud en strekking van verweerders e-mail d.d. 7 augustus 2020 in samenhang met zijn berichten aan de FIOD d.d. 31 augustus en 1 september 2020 blijkt naar het oordeel van de raad dat verweerder melding heeft gemaakt van klaagsters verzuim tot openbaarmaking van de jaarrekeningen met het doel klaagster te bewegen tot betaling van openstaande declaraties van verweerders kantoor. Verweerder heeft zich laten leiden door zijn wens betaling te verkrijgen van zijn openstaande declaraties en heeft zich bediend van middelen die een advocaat onwaardig zijn. Verweerders handelen betaamt een behoorlijk handelend advocaat niet en komt in strijd met de kernwaarde integriteit en vertrouwelijkheid. Klacht voor het overige ongegrond. Schorsing voor de duur van 12 weken, waarvan 8 weken voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren.
-
ECLI:NL:TADRARL:2021:230 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-1011
- Datum publicatie: 16-11-2021
- Datum uitspraak: 13-09-2021
- ECLI:NL:TADRARL:2021:230
Raadsbeslissing. Klacht over het delen van vertrouwelijke informatie ongegrond, nu niet is komen vast te staan dat verweerster de informatie gedeeld heeft. Ten overvloede overweegt de raad dat het verweerder vrij had gestaan deze informatie met de betreffende persoon te delen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2021:205 Raad van Discipline 's-Gravenhage 21-394/DH/RO
- Datum publicatie: 16-11-2021
- Datum uitspraak: 15-11-2021
- ECLI:NL:TADRSGR:2021:205
Advocaat die in de rol van executeur testamentair de kernwaarde integriteit heeft geschonden. Gelet op de ernst van de gedraging en het tuchtrechtelijk verleden legt de raad een schorsing op van acht weken waarvan vier voorwaardelijk. Zaak hangt samen met 21-432.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2021:183 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 21-214/DB/ZWB
- Datum publicatie: 16-11-2021
- Datum uitspraak: 08-11-2021
- ECLI:NL:TADRSHE:2021:183
Advocaat van de wederpartij van klager heeft niet binnen de door de rechtbank gestelde termijn gereageerd op een rapport van de Raad voor de Kinderbescherming en vervolgens een wijziging van de beschikking van de rechtbank verzocht. Niet vast staat of de ontijdige reactie aan die advocaat was te wijten.Het stond de advocaat vrij om het standpunt van haar cliënte, dat zij de gewijzigde omgangsregeling niet na zou komen totdat op haar wijzigingsverzoek was beslist, als feitelijke mededeling aan klager te berichten.Klacht ongegrond
-
ECLI:NL:TADRARL:2021:231 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-1013
- Datum publicatie: 16-11-2021
- Datum uitspraak: 13-09-2021
- ECLI:NL:TADRARL:2021:231
Raadsbeslissing. Klacht in alle onderdelen ongegrond. Verwijt dat verweerster een minnelijke regeling saboteert, mist feitelijke grondslag. Klachtonderdeel over het bewust vermelden van onjuiste informatie ongegrond, nu verweerster de haar toekomende grenzen als advocaat van de wederpartij niet te buiten is gegaan. Verder stond het verweerster vrij een door klager aan haar verstuurde e-mail in de procedure te overleggen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2021:206 Raad van Discipline 's-Gravenhage 21-432/DH/RO
- Datum publicatie: 16-11-2021
- Datum uitspraak: 15-11-2021
- ECLI:NL:TADRSGR:2021:206
Advocaat die in de rol van executeur testamentair de kernwaarde integriteit heeft geschonden. Gelet op de ernst van de gedraging en het tuchtrechtelijk verleden legt de raad een schorsing op van acht weken waarvan vier voorwaardelijk. Zaak hangt samen met 21-394.
-
ECLI:NL:TADRARL:2021:225 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-799 20-961
- Datum publicatie: 16-11-2021
- Datum uitspraak: 13-09-2021
- ECLI:NL:TADRARL:2021:225
Raadsbeslissing op klacht en gelijkluidend dekenbezwaar. Klachtonderdeel over opgesteld concept in 2014 niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop. Verweerder heeft vervolgens onzorgvuldig en onbetamelijk gehandeld door na te laten een bijgewerkte (definitieve) versie op te stellen, reden waarom klaagster na vijf jaar de opdracht heeft moeten beëindigen. Ook onbetamelijk is dat verweerder heeft geweigerd het voor de opdracht betaalde bedrag aan klaagster terug te betalen en dat hij maanden heeft laten verstrijken voor hij gehoor gaf aan de verzoeken om overdracht van het dossier. Gelet op de ernst van de gedragingen en het daaruit blijkende gebrek aan inzicht in het kwalijke van zijn handelen, legt de raad in de klachtzaak een voorwaardelijke schorsing van 4 weken op, met de bijzondere voorwaarde dat verweerder het door klaagster betaalde bedrag binnen 30 dagen terugbetaald. De raad ziet geen aanleiding voor een afzonderlijke veroordeling in het gelijkluidende dekenbezwaar.
-
ECLI:NL:TADRARL:2021:232 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-1014
- Datum publicatie: 16-11-2021
- Datum uitspraak: 13-09-2021
- ECLI:NL:TADRARL:2021:232
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat in alle onderdelen ongegrond. Niet gebleken van het door verweerster rekenen van een (te) hoog uurtarief dat niet vooraf met klager overeengekomen is. Evenmin gebleken dat sprake is van excessief declareren en dat specialistische kennis was vereist. Het door verweerster laat reageren op klagers bezwaar is niet onbetamelijk.
-
ECLI:NL:TAHVD:2021:211 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 210140
- Datum publicatie: 16-11-2021
- Datum uitspraak: 01-11-2021
- ECLI:NL:TAHVD:2021:211
klacht over eigen advocaat. Tijdens de tuchtprocedure over het verstrekken van informatie door de advocaat aan de rechtsbijstandverzekeraar heeft verweerder het procesadvies bij de rechtsbijstandverzekeraar geprobeerd in te trekken en melding gemaakt van de lopende klachtprocedure. Het hof overweegt dat verweerder ook hiermee zijn geheimhoudingsplicht schendt, omdat het - zoals hij destijds uit de raadsbeslissing al kon begrijpen - aan klager is invulling te geven aan zijn polisverplichtingen. Uit de raadsbeslissing kon verweerder geen vingerwijzing opmaken drie jaar na het verweten handelen opnieuw contact op te nemen en ter zake te communiceren. Beroep slaagt, klacht gegrond. Geen oplegging van maatregel vanwege de sterke inhoudelijke samenhang en met de toen gelijktijdig lopende zaak waarin verweerder een berisping opgelegd heeft gekregen.
-
ECLI:NL:TADRARL:2021:226 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-847
- Datum publicatie: 16-11-2021
- Datum uitspraak: 27-09-2021
- ECLI:NL:TADRARL:2021:226
Klaagster wordt door de raad ontvankelijk geoordeeld in haar klacht omdat zij daarbij belang heeft als medebestuurder van de vennootschap, waarbij verweerder door de Ondernemingskamer is aangesteld als tijdelijk (mede)bestuurder. Voldoende verwevenheid tussen het verweten handelen van verweerder als bestuurder met zijn praktijkuitoefening als advocaat, zodat het handelen van verweerder aan artikel 46 Advocatenwet is getoetst. Door het als bestuurder overboeken van gelden van de vennootschap naar de derdengeldenrekening van het advocatenkantoor waar hij werkzaam is, is sprake geweest van een misdraging door verweerder waardoor het vertrouwen in de advocatuur wordt ondermijnd. Voor het tijdelijk veiligstellen van die gelden voor klaagster had verweerder andere opties gehad. Geen strijd met het derde lid van artikel 6:22 Voda omdat niet is gesteld of gebleken dat verweerder tevens bestuurder van de Stichting Derdengelden van zijn kantoor was. In zoverre is de klacht gegrond. Verweerder mocht op basis van de beschikking van de Ondernemingskamer zijn declaraties als zelfstandig bevoegd bestuurder, zonder goedkeuring van onder meer klaagster, overboeken naar zijn advocatenkantoor. De raad legt aan verweerder geen maatregel op omdat hij heeft erkend dat hij een onjuiste keuze heeft gemaakt in de hectiek van dat moment en van slechte intenties geen sprake lijkt te zijn geweest.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 206
- Pagina: 207
- Pagina: 208
- ...
- Pagina: 214
- Volgende pagina zoekresultaten